tijdvakken, gebeurtenis, begin en eind jaartal (schrijven^^) Flashcards
1
Q
geef alle tijdvakken in orde
A
- prehistorie
- het ouden nabije oosten
- de klassieke oudheid
- de middeleeuwen
- de vroegemoderne tijd
- de moderne tijd
- hedendaagse tijd
2
Q
geef alle begin en eind jaartallen in volgorde
A
- 3 miljoen v.C | 3500 v.C
- 3500 v.C | 800 v.C
- 800 v.C | 500 n.C
- 500 | 1450
- 1450 | 1750
- 1750 | 1945
- 1954 | nu
3
Q
Geef van elke tijdvak de gebeurtenis waardoor er een einde kwam aan dat tijdvak
A
- schrift
- begin Griekse cultuur
- val West-Romeinse rijk
- colombus ontdekt Amerika
- Franse revolutie
- WOII
- /