Thorax Flashcards
Welke openingen heeft de thorax?
(figuur 3.1)
- De superieure (bovenste) thoracale opening. Dit is een smalle opening, waardoor continuïteit met de nek mogelijk is
- De inferieure (onderste) thoracale opening. Dit is een relatief grote opening die wordt afgesloten door het diafragma (middenrif)
Waaruit bestaat de flexibele musculoskeletale wand van de thorax?
Deze bestaat uit segmentaal gerangschikte vertebrae (wervels), ribben en spieren en het sternum (borstbeen)
In welke drie grote compartimenten is de thoracale holte (borstholte), omsloten door de thoracale wand (borstwand) en het diafragma (middenrif) onderverdeeld?
- Een linker pleurale holte, rond een long
- Een rechter pleurale holte, rond een long
- het mediastinum.
Wat is het mediastinum?
Het mediastinum is een dikke, flexibele scheidingswand van zacht weefsel die longitudinaal is georiënteerd in een mediane sagittale positie.
Het bevat het hart, de esophagus (slokdarm), de trachea (luchtpijp), de belangrijkste zenuwen en de belangrijkste systemische bloedvaten.
Daarnaast scheidt het mediastinum de pleuraholten.
Wat zijn belangrijke kenmerken van de pleuraholten?
- Ze zijn volledig van elkaar gescheiden door het mediastinum
- Ze strekken zich uit boven het niveau van rib I
(zie toelichting van beide kenmerken)
- Wat is een van de belangrijkste functies van de thorax?
- Welke rol speelt de thorax hierin?
- Ademhalen
- De thorax bevat niet alleen de longen, maar biedt ook de machinerie die nodig is – het diafragma (middenrif), de thoracale want (borstwand) en de ribben – om lucht effectief in en uit de longen te verplaatsen.
Door wat verandert het volume van de thoracale holte?
(dit zijn ook sleutelelementen voor het ademen)
Door de op en neergaande bewegingen van het diafragma (middenrif) en veranderingen in de laterale en anterieure afmetingen van de thoracale wand (borstwand), veroorzaakt door bewegingen van de ribben
Wat zijn naast het ademhalen functies van de thorax?
Het huisvesten en beschermen van:
1. Het hart
2. De longen
3. Enkele belangrijke buikorganen, namelijk de lever, maag, spleen (milt) en nieren.(door de naar boven gerichte vorm van het diafragma (middenrif))
(zie toelichting)
Voor wat fungeert het mediastinum als kanaal?
- Voor structuren die volledig door de thorax lopen van het ene lichaamsgebied naar het andere
- Voor structuren die organen in de thorax verbinden met andere lichaamsgebieden.
Welke structuren gaan door het mediastinum?
- De esophagus (slokdarm), de nervus vagus en het thoracale kanaal
- De phrenic zenuwen (middenrifzenuwen)
- Andere structuren zoals de trachea (luchtpijp), de thoracale aorta en de superieure vena cava
(zie toelichting)
De borstwand bestaat uit skeletelementen en spieren. Waaruit bestaat posterieur, lateraal en anterieur?
(figuur 3.1)
- Posterieur bestaat hij uit twaalf thoracale vertebrae (borstwervels) en de tussenliggende intervertebrale schijven (tussenwervelschijven)
- Lateraal wordt de wand gevormd door ribben (twaalf aan elke kant) en drie lagen platte spieren, die de intercostale ruimtes tussen aangrenzende ribben overspannen, de ribben bewegen en ondersteuning bieden voor de intercostale ruimtes;
- Anterieur bestaat de wand uit het sternum (borstbeen), dat bestaat uit het manubrium van het sternum, het lichaam van het sternum en het xiphoid-uitsteeksel/proces
(zie toelichting)
Welk punt wordt door artsen gebruikt bij het uitvoeren van lichamelijk onderzoek van de thorax?
De sternale hoek (een belangrijk oppervlakteoriëntatiepunt) die wordt gevormd door het manubrium van het sternum, die naar achteren is gericht op het lichaam van het sternum bij het manubriosternale gewricht
(zie toelichting)
Waaruit bestaat het anterieure (distale) uiteinde van elke rib?
Uit costaal kraakbeen (ribbenkraakbeen), wat bijdraagt aan de mobiliteit en elasticiteit van de wand
De costale kraakbeenderen (ribbenkraakbeenderen) van welke ribben articuleren aan de voorzijde met het sternum (borstbeen)?
Van de ribben I tot en met VII
Het costale kraakbeen (ribbenkraakbeen) van welke ribben articuleren met de onderste marges van het costale kraakbeen erboven?
Van de ribben VIII tot X
Waarom worden de ribben XI en XII worden zwevende ribben genoemd?
Omdat ze niet articuleren met andere ribben, costale kraakbeenderen (ribbenkraakbeen) of het sternum (borstbeen). Hun costale kraakbeen is klein en bedekt alleen de uiteinden.
- Voor welke spieren biedt het skeletraamwerk van de thoracale wand (borstwand) uitgebreide bevestigingsplaatsen?
- Een aantal van deze spieren hechten zich aan de ribben. Wat is de functie van deze spieren?
- Voor de spieren van de nek, buik (abdomen), rug en bovenste ledematen.
- functie als hulpademhalingsspieren
- stabilisatie van de positie van de
eerste en de laatste ribben
De superieure thoracale opening wordt volledig omgeven door skeletelementen. Waaruit bestaat deze opening?
Uit het lichaam van vertebra (wervel) TI aan de achterkant (posterieur), de mediale rand van rib I aan elke kant en het manubrium aan de voorkant (anterieur)
Waar bevindt de bovenrand van het manubrium zich?
In ongeveer hetzelfde horizontale vlak als de intervertebrale schijf (tussenwervelschijf) tussen de wervels (vertebrae) TII en TIII
De eerste ribben hellen inferieur vanaf hun achterste articulatie met wervel TI naar hun voorste bevestiging aan het manubrium. Wat is hiervan het bijgevolg?
Het vlak van de superieure (bovenste) thoracale opening bevindt zich in een schuine hoek, enigszins naar voren gericht
Wat passeren de structuren die tussen het bovenste lidmaat en de thorax lopen? En hoe gaan structuren die tussen de nek en het hoofd en de thorax lopen?
- Die passeren rib I en het bovenste deel van de pleuraholte wanneer ze het mediastinum binnenkomen en verlaten
- Die gaan meer verticaal door de superieure thoracale opening
1.De inferieure (onderste) thoracale opening is groot en uitbreidbaar. Door welke structuren wordt de rand gevormd?
2. Door wat wordt de inferieure thoracale opening gesloten?
- Door bot, kraakbeen en ligamenten
- Door het diafragma (middenrif) en structuren die tussen de buik en de thorax lopen, doorboren of gaan posterieur naar het diafragma
Wat zijn de skeletelementen van de onderste thoracale opening?
- Het lichaam van de vertebra (wervel) TXII aan de achterkant (posterieur)
- Rib XII en het distale uiteinde van rib XI posterolateraal
- De distale kraakbeenachtige uiteinden van de ribben VII tot X, die samenkomen om de costale marge (ribbenmarge) anterolateraal te vormen
- het xipoidproces anterieur
Vanaf welke positie bekeken is de onderste thoracale opening superieur gekanteld?
Van voren
Hoe ontstaan de spiervezels van het middenrif over het algemeen?
De spiervezels van het diafragma (middenrif) ontstaan radiaal, vanuit de randen van de onderste thoracale opening, en convergeren in een grote centrale pees
Waardoor is de achterste bevestiging van het diafragma (middenrif) inferieur aan de voorste bevestiging?
Vanwege de schuine hoek van de onderste thoracale opening
Het diafragma (middenrif) is niet vlak; in plaats daarvan ‘balloneert’ het superieur, zowel aan de rechter- als aan de linkerkant, om koepels te vormen. De rechterkoepel is hoger dan de linker en reikt tot aan rib V.
Wat gebeurt er naarmate het middenrif samentrekt?
De hoogte van de koepels neemt af en het volume van de thorax neemt toe
De esophagus (slokdarm) en de inferieuere vena cava dringen het diafragma binnen; de aorta passeert posterieur aan het diafragma
Wat is het mediastinum? (2)
Het mediastinum is een dikke scheidingswand in de middellijn die zich uitstrekt van het sternum (borstbeen) aan de voorkant (anterieur) tot de thoracale vertebrae (wervels) aan de achterkant (posterieur), en van de superieure thoracale opening tot de inferieure thoracale opening
Wat scheidt het mediastinum in superieure en inferieure delen?
(figuur 3.5)
Een horizontaal vlak dat door de sternale hoek en de tussenwervelschijf (intervertebrale schijf) tussen de vertebrae (wervels) TIV en TV loopt
- Hoe wordt het onderste (inferieure) deel van het mediastinum onderverdeeld?
- Waar ligt het voorste (anterieure) mediastinum?
- Waar ligt het achterste (posterieure) mediastinum?
- Door het pericardium (hartzakje), dat de pericardiale holte omsluit die het hart omringt. Het pericardium en het hart vormen het middelste mediastinum
- Het voorste mediastinum ligt tussen het sternum (borstbeen) en het pericardium
- Tussen het pericardium en de thoracale vertebrae (wervels)
Met wat is elke pleuraholte is volledig bekleed?
Met een mesotheelmembraan dat het pleura (borstvlies) wordt genoemd
Tijdens de ontwikkeling groeien de longen uit het mediastinum en worden ze omgeven door de pleuraholten. Als gevolg hiervan wordt het buitenoppervlak van elk orgaan bedekt door het pleura (borstvlies).
Elke long blijft verbonden met het mediastinum door een wortel. Door wat wordt deze wortel gevormd?
Door de luchtwegen, pulmonaire bloedvaten (longbloedvaten), lymfatisch weefsel en zenuwen
- Hoe heet de pleura (borstvlies) dat de wanden van de holte bekleedt?
- Hoe heet de pleura dat wordt gereflecteerd door het mediastinum bij de wortels en op de oppervlakten van de longen?
- De pariëtale pleura
- De viscerale pleura
(zie toelichting)
De long vult de potentiële ruimte van de pleuraholte niet volledig, waar resulteert dat in?
In uitsparingen die geen long bevatten en die belangrijk zijn voor het opvangen van veranderingen in het longvolume tijdens het ademen
Waar ligt de costodiafragmatische uitsparing (de grootste en klinisch belangrijkste uitsparing)?
Het ligt inferieur tussen de thoracale wand en het diafragma (middenrif)
Waar mondt de superieure thoracale opening rechtstreeks in uit?
In de wortel van de nek
(figuur 3.7)
- Hoeveel cm strekt het superieure aspect van elke pleuraholte zich ongeveer uit boven rib I en het costale kraakbeen (ribbenkraakbeen) tot in de nek?
- Welke belangrijke viscerale structuren passeren deze pleurale extensies?
- In de middellijn ligt de trachea (luchtpijp) direct voor de esophagus (slokdarm). Waar lopen grote bloedvaten en zenuwen de thorax in en uit?
- Ongeveer 2 tot 3 cm
- Visceral structuren tussen de nek en het superieure mediastinum.
- Bij de superieure thoracale opening, anterieur en lateraal van deze structuren.
(zie toelichting)
Een axillaire inlaat, of toegangspoort tot het bovenste lidmaat, ligt aan elke kant van de superieure thoracale opening. Deze twee okselinlaten en de superieure thoracale opening communiceren superieur met de wortel van de nek.
Door wat wordt elke axillaire inlaat gevormd?
(figuur 3.7)
Door:
1. De superieure rand van het scapula (schouderblad) aan de achterkant (posterieur)
2. Het clavicula (sleutelbeen) aan de voorkant (anterieur)
3. De laterale rand van rib I mediaal.
- De top van elke driehoekige inlaat is lateraal gericht. Hoe wordt deze gevormd?
- Wat is de basis van de driehoekige opening van de axillaire inlaat (okselinlaat)?
- Door de mediale rand van het coracoïde proces, dat zich anterieur uitstrekt vanaf de superieure rand van de scapula (schouderblad)
- De laterale marge van rib I
Hoe lopen grote bloedvaten tussen de axillaire inlaat en de superieure thoracale opening?
Door over rib I te gaan
Hoe lopen proximale delen van de plexus brachialis tussen de nek en het bovenste lidmaat?
Door door de axillaire inlaat (okselinlaat) te gaan
Wat scheidt de thorax van de buik?
Het diafragma (middenrif)
Hoe dringen structuren die tussen de thorax en de abdomen (buik) lopen, het diafragma (middenrif) binnen of passeren er posterieur naartoe?
(figuur 3.8)
- De inferieure vena cava doorboort de centrale pees van het diafragma om de rechterkant van het mediastinum binnen te gaan nabij het vertebrale level (wervelniveau) TVIII.
- De esophagus (slokdarm) dringt door het gespierde deel van het diafragma, verlaat het mediastinum en komt net links van de middellijn op het vertebrale level (wervelniveau) TX in de buik terecht.
- De aorta loopt posterieur naar het diafragma ter hoogte van de middellijn op wervelniveau TXII.
- Talrijke andere structuren die tussen de thorax en de buik lopen, lopen door of posterieur van het diafragma
De borsten bevinden zich in het borstgebied aan elke kant van de voorste thoraxwand. Waaruit bestaan de borsten?
(figuur 3.9)
Uit:
1. Borstklieren (mammary glands)
2. Oppervlakkige fascia
3. Bovenliggende huid
De vaten, lymfevaten en zenuwen die met de borst verbonden zijn, zijn als volgt:
(ongeveer weten)
- Takken van de interne thoracale arteriën (slagaders) en aders perforeren de anterieure borstwand aan weerszijden van het sternum (borstbeen) om de voorste delen van de thoracale wand te voeden. De takken die voornamelijk verband houden met de tweede tot en met de vierde intercostale ruimte voorzien ook de anteromediale delen van elke borst.
- Lymfatische vaten uit het mediale deel van de borst begeleiden de perforerende arteriën en monden uit in de parasternale knooppunten op het diepe oppervlak van de thoracale wand.
- Vaten en lymfevaten die verband houden met de laterale delen van de borst komen uit of lopen weg in het axillaire gebied (okselgebied) van het bovenste lidmaat.
- Laterale en anterieure takken van de vierde tot en met zesde intercostale zenuwen dragen algemene sensaties over van de huid van de borst.
Twee pleurale holtes, één aan elke kant van het mediastinum, omringen de longen op welke manier?
(figuur 3.38)
- Superieur strekken ze zich uit boven rib I tot in de wortel van de nek.
- Inferieur strekken ze zich uit tot een niveau net boven de costale rand (ribbenboog)
- De mediale wand van elke pleuraholte is het mediastinum.
Elke pleuraholte is bekleed met een enkele laag platte cellen, mesothelium en een bijbehorende laag ondersteunend bindweefsel. Wat vormt dit samen?
De pleura (het borstvlies)
In welke twee hoofdtypen is de pleura (borstvlies) op basis van locatie verdeeld?
(figuur 3.38)
- Pleura dat verbonden is met de wanden van een pleuraholte is het pariëtale borstvlies
- Pleura dat reflecteert van de mediale wand naar het oppervlak van de long is het viscerale pleura, dat zich aan de long hecht en deze bedekt
Elke pleuraholte is de potentiële ruimte die is ingesloten tussen de viscerale en pariëtale pleura (borstvlies). Normaal gesproken bevatten ze slechts een heel dun laagje sereus vocht. Wat is het gevolg hiervan?
Hierdoor ligt het oppervlak van de long, dat wordt bedekt door het viscerale pleura, direct tegenover het pariëtale pleura dat aan de wand is bevestigd en glijdt het vrijelijk over het pleura
De namen die aan de pariëtale pleura worden gegeven, komen overeen met de delen van de wand waarmee ze geassocieerd zijn. Wat zijn deze delen en bijbehorende namen?
(figuur 3.39)
- Pleura (borstvlies) gerelateerd aan de ribben en intercostale ruimtes wordt het costale deel (ribbengedeelte) genoemd
- Pleura dat het diafragma (middenrif) bedekt, is het diafragmatische deel.
- Pleura dat het mediastinum bedekt, is het mediastinale deel.
- De koepelvormige laag van de pariëtale pleura die de cervicale uitbreiding van de pleuraholte bekleedt, is de cervicale pleura (koepel van pleura of pleurale koepel).
- Door wat wordt het bovenste oppervlak van de cervicale pleura bedekt?
- Hoe is dit membraan bevestigd?
- Wat wordt ondersteund door het suprapleurale membraan?
(figuur 3.39)
- Door een duidelijke koepelachtige fascialaag, het suprapleurale membraan
- Dit bindweefselmembraan is lateraal bevestigd aan de mediale rand van de eerste ribbe en achteraan aan het transversale proces van vertebra (wervel) CVII. Superieur ontvangt het membraan spiervezels van enkele van de diepe spieren in de nek (scalene spieren / schubbenspieren) die functioneren om het membraan strak te houden.
- Het suprapleurale membraan biedt apicale ondersteuning voor de pleuraholte in de wortel van de nek.