H21 Cardiac electrophysiology and the electrocardiogram Flashcards
deel 2
Zie toelichting:
Hoe wordt een standaard ECG met 12 afleidingen geregistreerd?
Door te variëren welke elektroden positief en welke negatief zijn
Wat geven de volgende golven weer?
1. De P-golf
2. Het QRS-complex
3. De T-golf
4. De zelden waargenomen U-golf
- De P-golf weerspiegelt de depolarisatie van de rechter en linker atriumspier
- Het QRS-complex vertegenwoordigt depolarisatie van de ventriculaire spier
- De T-golf vertegenwoordigt repolarisatie van beide ventrikels
- De U-golf kan de repolarisatie van de papillairspier weerspiegelen
(zie toelichting)
N21-13
Hoelang duurt het:
1. PR interval
2. QRS interval
3. QT interval
4. R-R interval
- Tussen de 0,12 en 0,2 seconden
- Onder de 0,12 seconden
- De duur is afhankelijk van de hartslag, omdat het actiepotentiaal korter wordt naarmate de hartslag toeneemt
- De duur is gelijk aan de duur van de hartcyclus
Bestudeer N21-13!
Omdat het ECG-apparaat elektroden gebruikt die op de huid zijn bevestigd om de som van de elektrische activiteit van het hart te meten, zijn er speciale versterkers nodig. Het ECG-apparaat beschikt ook over elektrische filters die de elektrische ruis verminderen. Wat wordt er veroorzaakt door het bewegen van de ledematen, het ademen, hoesten, rillen en een verkeerd contact tussen de huid en een elektrode?
Deze dingen veroorzaken artefacten op het opgenomen ECG.
Waardoor is het signaal dat op een ECG wordt gemeten een vector?
Omdat de beweging van lading (the movement of charge) (dwz de zich verspreidende golf van elektrische activiteit in het hart) zowel een driedimensionale richting als grootte heeft
Waarom is het opnemen van alle twaalf afleidingen voor een ECG uiterst nuttig?
Omdat een interessant signaal bij de ene afleiding makkelijker te zien is dan bij de andere
Men verkrijgt een ECG met 12 afleidingen door de patiënt in rugligging (supine positie) te laten ontspannen en vier elektroden op de ledematen aan te sluiten (zie figuur 21-8A). Elektrisch gezien worden de torso (romp) en de ledematen gezien als een gelijkzijdige driehoek (Einthovens driehoek). Waar zitten de hoekpunten van deze driehoek?
Eén hoekpunt op het linker been en de andere twee op de schoudergewrichten
(figuur 21-9 A)
- Waarom is een elektrische bevestiging aan een arm elektrisch gelijkwaardig aan een verbinding bij het schoudergewricht, en is een bevestiging aan een van de benen gelijk aan een verbinding bij de groin (lies)?
- Welk been vertegenwoordigt volgens afspraak de lies (groin)?
- Waarvoor wordt de vierde elektrode, verbonden met het rechterbeen, gebruikt?
- Omdat het lichaam een elektrische ‘volumegeleider’ is
- Het linkerbeen
- Voor elektrische aarding
De drie initiële ledemaatafleidingen vertegenwoordigen het verschil tussen twee van de ledemaatelektroden:
- I (positieve verbinding met linkerarm, negatieve verbinding met rechterarm). Deze afleiding (lead) definieert een as in het frontale vlak op 0 graden (figuur 21-9 A, B).
- II (positief voor linkerbeen, negatief voor rechterarm). Deze afleiding (lead) definieert een as in het frontale vlak op 60 graden.
- III (positief voor linkerbeen, negatief voor linkerarm). Deze afleiding (lead) definieert een as in het frontale vlak op 120 graden.
Een elektronische reconstructie van de verbinding met drie ledematen definieert een elektrisch referentiepunt in het midden van het hart (zie figuur 21-9A) dat de negatieve verbinding vormt voor de uitgebreide “unipolaire” ledemaatafleidingen en voor de borstafleidingen. De drie uitgebreide unipolaire ledemaatafleidingen vergelijken één ledemaatelektrode met het gemiddelde van de andere twee. Welke zijn dit?
1.aVR (positieve verbinding met rechterarm, negatieve verbinding wordt elektronisch gedefinieerd in het midden van het hart)
2. aVL (positief voor de linkerarm, negatief voor het midden van het hart)
3. aVF (positief voor linkerbeen [ voet ], negatief is midden van het hart)
(zie toelichting)
Waar liggen de precordiale afleidingen (leads)?
Die liggen in het dwarsvlak, loodrecht op het vlak van de frontale afleidingen
De positieve verbinding is een van de zes verschillende locaties op de borstwand (zie figuur 21.8 B), en de negatieve verbinding wordt elektronisch gedefinieerd in het midden van het hart door het middelen van de drie ledemaatelektroden. De resulterende afleidingen worden V 1 tot V 6 genoemd, waarbij de V staat voor unipolair. Waar bevinden V1 t/m V6 zich?
- V 1: vierde intercostale ruimte rechts van het sternum (borstbeen)
- V 2: vierde intercostale ruimte links van het sternum
- V 4: vijfde intercostale ruimte ruimte op de midclaviculaire lijn
- V 3: halverwege tussen V 2 en V 4
- V 6: vijfde intercostale ruimte op de midaxillaire lijn
- V 5: halverwege tussen V 4 en V 6
In zeldzame gevallen is het ook mogelijk om speciale afleidingen te genereren door gebruik te maken van dezelfde negatieve aansluiting die wordt gebruikt voor de unipolaire ledemaat- en precordiale afleidingen en een positieve “sonde”-aansluiting. Welke speciale leads worden o.a. gebruikt?
Esophageal afleidingen (slokdarmleads) en een intracardiale afleiding (die bijvoorbeeld wordt gebruikt om een opname uit de His-bundel te verkrijgen)
Hoe kunnen we illustreren hoe het ECG voortkomt uit de voortplanting van actiepotentialen door het functionele syncytium van myocyten?
Door de elektrische activiteit in twee aangrenzende hartcellen, A en B, te onderzoeken, die verbonden zijn door gap-junctions
(figuur 21-10 A)
(zie toelichting)
Stel je voor dat de negatieve elektrode van een extracellulaire voltmeter links van cel A is geplaatst en de positieve elektrode rechts van cel B (die een lead/afleiding vormt met een as van 0 graden).
1. Wanneer detecteert de voltmeter een positief spanningsverschil
— analoog aan het QRS-complex in een echt ECG?
(figuur 21-10 C )
2. Wanneer zou de voltmeter een negatief spanningsverschil detecteren?
- Tijdens de stijging van de actiepotentiaal van cel A, terwijl cel B nog in rust is, zijn ( VA − VB ) en I AB beide positief
- Later, tijdens het herstel van het actiepotentiaal in cel A, terwijl cel B nog steeds gedepolariseerd is, zijn ( VA − VB ) en I AB beide negatief
Wat creëren we als we de twee elektroden op de kruising tussen de twee cellen plaatsen, met de positieve aansluiting aan de onderkant en de negatieve aansluiting aan de bovenkant?
Dan creëren we een lead/afleiding met een as van 90 graden ten opzichte van de richting van de stroom
(zie figuur 21-10D)
(zie toelichting)
Afbeelding 21-10 E:
Wat zien we als we onze extracellulaire elektroden in nog een derde configuratie plaatsen – met de positieve elektrode aan de linkerkant en de negatieve elektrode aan de rechterkant?
Dan zien we een negatieve afbuiging tijdens de depolarisatie van cel A omdat de depolarisatiegolf zich van de positieve elektrode af beweegt
Wat zijn de acht stappen voor het lezen van een elektrocardiogram?
- Zoeken naar P-golven.
- Bepaal de relatie tussen P-golven en QRS-complexen.
- Identificeer de pacemaker.
- Meet de hartslag van verschillende golven (bijvoorbeeld PP-interval, RR-interval).
- Karakteriseer de QRS-vorm (dwz smal versus breed).
- Onderzoek de kenmerken van het ST-segment.
- Schat de gemiddelde QRS-as (en de assen van de andere relevante golven).
- Onderzoek het hartritme (bekijk bijvoorbeeld een ECG-record van 20 tot 30 seconden van afleiding II).
De bepaling van het ritme is complexer. Welke vragen moet men beantwoorden?
- Waar is de pacemaker van het hart?
- Wat is het geleidingspad van de pacemaker naar de laatste cel in de ventrikels?
- Functioneert de pacemaker regelmatig en op de juiste snelheid?
Wanneer wordt het ritme een normaal sinusritme genoemd?
Wanneer het hart het normale pad (zie toelichting) in een normaal tempo en in deze volgorde volgt,
Wat geven de volgende dingen aan?
1. De duur van de P-golf
2. Het PR-interval
3. De QRS-duur
- Geeft aan hoe lang de atriale depolarisatie duurt
- Geeft aan hoe lang het duurt voordat de actiepotentiaal door de AV-knoop loopt voordat de ventrikels worden geactiveerd
- Dit laat zien hoe lang het duurt voordat de depolarisatiegolf zich door de ventrikels verspreidt
- Waartussen ligt de normale as van ventriculaire depolarisatie in het frontale vlak?
- Deze as kan echter veranderen in een aantal pathologische situaties. Welke zijn dit?
- Tussen −30 en +90 graden
- hypertrofie van één of beide ventriculaire wanden (een veelvoorkomend gevolg van ernstige of langdurige hypertensie)
- geleidingsblokkeringen in één of meerdere van de ventriculaire geleidingsbanen
Een geometrische methode maakt gebruik van onze kennis van de assen van de verschillende afleidingen en de gemeten omvang van de golf die op ten minste twee afleidingen in het frontale vlak wordt geprojecteerd. Het omvat vijf stappen. Welke zijn dit?
Stap 1: Meet de hoogte van de golf op de ECG-records in twee afleidingen, met behulp van een willekeurige eenheid (bijvoorbeeld het aantal vakjes).
Stap 2: Markeer de hoogte van de gemeten doorbuigingen op de overeenkomstige loodlijnen op een cirkel van assen.
Stap 3: Trek lijnen loodrecht op de hoofdassen door elk van uw twee markeringen.
Stap 4: Verbind het middelpunt van de assencirkel (staart van de vector) met het snijpunt van de twee loodrechte lijnen (kop van de vector).
Stap 5: Schat de as van de vector die overeenkomt met de R-golf, met behulp van de “hoek”-schaal van de assencirkel.
(zie toelichting)
De tweede benadering is een kwalitatieve inspectiemethode. Waarvan maakt deze gebruik?
Het maakt gebruik van de variërende omvang van de golf van belangstelling voor opnames van verschillende afleidingen
De inspectieaanpak vereist twee stappen. Welke zijn dit?
Stap 1: Identificeer een afleiding waarbij de betreffende golf iso-elektrisch (of bijna iso-elektrisch) is.
Stap 2: Identificeer een afleiding waarbij de golf grotendeels positief is.
(zie toelichting)
Waarvan is het QRS-equivalent in het extracellulaire spanningsrecord van onze simplistische tweecelanalyse het gevolg?
Van een zich verspreidende depolarisatiegolf
Is het T-golf-equivalent (dat de repolarisatiegolf weerspiegelt) negatief of positief vergeleken met het QRS-equivalent?
Negatief
Welke onderdelen zijn gemiddeld degenen die het laatst depolariseren en dus de eersten die repolariseren?
De ventriculaire myocyten
Hoe zouden we in ons model de P-golf kunnen weergeven?
Door een tweede paar myocyten (dat wil zeggen de atriale cellen) te introduceren en hen hun actiepotentialen veel eerder te laten afvuren dan de twee ventriculaire myocyten
- Hoe wordt elke verandering in het hartritme ten opzichte van het normale sinusritme gedefinieerd?
- Hoewel sommige arrhythmias pathologisch en zelfs levensbedreigend zijn, zijn andere normaal en adequaat (naar behoren) adaptief. Welke arrhythmias vallen hieronder? (onder normaal en adequaat adaptief)
- Als een arrhythmia
- De sinustachycardie en sinusaritmie (arrythmia)
Wat is sinustachycardie?
Dat is een hartslag die sneller is dan normaal, aangedreven door de sinusknoop.
Deze aritmie (arrhythmia) wordt waargenomen bij bange of geschrokken personen of tijdens normale inspanning. In zeldzame gevallen kan sinustachycardie pathologisch zijn, bijvoorbeeld bij patiënten met acute hyperthyreoïdie (zie pp. 1011-1013).
Wat is sinusaritmie (arrhythmia)?
Dit is de naam die wordt gegeven aan een normaal verschijnsel: een subtiele verandering in de hartslag die optreedt bij elke ademhalingscyclus (respiratoire cyclus).
Inspiratie (inademing) versnelt de hartslag; expiratie (uitademen) vertraagt het.
(zie pp. 547-548)