Theorie Consolidatie Flashcards

1
Q

Wie moet consolideren

A
  • Elke moedervennootschap die 1 of meer dochters controleert
  • Alle vennootschappen die deel uitmaken van een consortium
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Definitie Consolidatiekring

A

Consoliderende vennootschap en al haar dochters
Indien enkel opgenomen via vermogensmutatiemethode, behoor je niet tot de kring

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Onweerlegbare vermoedens van controle

A
  • Meerderheid stemrechten
  • Recht om meerderheid van bestuurders te benoemen of ontslaan
  • Controlebevoegheid is statutair of onderling bepaald met dochter
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Definitie consortium

A

Verschillende vennootschappen die noch dochters zijn van elkaar, noch dochter zijn één en dezelfde vennootschap, maar toch onder een centrale leiding staan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Definitie geassocieerde vennootschap

A

elke andere vennootschap dan een dochtervennootschap of een gemeenschappelijke dochtervennootschap waarin een andere vennootschap een deelneming bezit en waarin zij een invloed van betekenis uitoefent

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wie maakt deel uit van de Consolidatiekring

A
  • Moeder
  • Dochter
  • Ondernemingen onder centrale leiding (Consortium)

Geassocieerde vennootschappen maken geen deel uit van de consolidatiekring, maar worden opgenomen via vermogensmutatiemethode

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Controlepercentage

A

Optelsom van alle stemrechten (rechtstreeks en onrechtstreeks) in handen van moeder
Ten opzichte van het totaal aantal stemrechten van dochter (gecorrigeerd met het aantal aandelen in eigen bezit van de dochter)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Belang

A

Financiële notie van controle: hoeveel van het vermogen en resultaat kan aan M worden toegewezen
(Vermenigvuldiging van aandelenpercentages)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Weglating mag

A

indien verwaarloosbaar =>
- Geen opname in Consolidatiekring,
- geen vermogensmutatie,
- wel melding en motivering in toelichting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Weglating moet

A
  • Indien dochter in vereffening
  • Indien dochter wordt stopgezet

=> Geen opname in consolidatiekring
=> wel vermogensmutatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Vrijstelling indien

A
  • Subconsolidatie = wanneer M zelf dochter is
  • Groep van beperkte omvang, behalve indien beursgenoteerd of het wordt verlangd door ondernemingsraad, rechter/overheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Integrale consolidatie indien

A

Exclusieve controle > 50%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Proportionele consolidatie indien

A

Gezamenlijke controle en onderlinge afspraak (Joint Venture)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Vermogensmutatie indien

A

Geassocieerde vennootschap
- Gezamenlijke controle, maar geen nauwe band/samenwerking, wel betekenis op de oriëntatie van het beleid
- Invloed van betekenis - deelneming van 20 tot 50% geeft sowieso een weerlegbaar vermoeden

Indien consolidatiedochter in Vereffening gaat of beslist wordt dat deze zal ophouden te bestaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Opname in FVA indien

A

Geen invloed (<20%) met duurzame band

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Opname in geldbeleggingen

A

Geen invloed (<20%) zonder duurzame band