Theme 5 A Reading Flashcards
1
Q
adjust
A
(zich) aanpassen
2
Q
back up
A
steunen
3
Q
boost
A
stimuleren
4
Q
drift
A
(af)drijven
5
Q
encode
A
coderen
6
Q
follow suit
A
het voorbeeld volgen
7
Q
intolerable
A
onuitstaanbaar
8
Q
lie-in
A
(uit)slapen
9
Q
markedly
A
duidelijk
10
Q
monitor
A
controleren
11
Q
persist
A
voortduren
12
Q
predisposition
A
neiging
13
Q
preliminary
A
voorlopig
14
Q
reverse
A
omkeren
15
Q
sceptic
A
twijfelaar
16
Q
science
A
wetenschap
17
Q
significantly
A
aanzienlijk
18
Q
get into gear
A
op gang komen
19
Q
trial
A
proef
20
Q
achieve
A
bereiken
21
Q
clean-cut
A
goed geknipt
22
Q
determine
A
vaststellen
23
Q
disadvantage
A
nadeel
24
Q
empathy
A
inlevingsvermogen
25
equip
uitrusten met
26
excel
uitblinken
27
hierarchical
hierarchisch
28
jaw
kaak
29
level
evenwijdig
30
lopsided
scheef
31
minutely
nauwkeurig
32
overcome
overwinnen
33
poll
opiniepeiling, stemming
34
shortcoming
tekortkoming
35
trait
(karakter) trek
36
unconsciously
onbewust
37
wonky
krakkemikkig
38
votw
kiezen
39
wrist width
polsbreedte