Theme 5 A Reading Flashcards
adjust
(zich) aanpassen
back up
steunen
boost
stimuleren
drift
(af)drijven
encode
coderen
follow suit
het voorbeeld volgen
intolerable
onuitstaanbaar
lie-in
(uit)slapen
markedly
duidelijk
monitor
controleren
persist
voortduren
predisposition
neiging
preliminary
voorlopig
reverse
omkeren
sceptic
twijfelaar
science
wetenschap
significantly
aanzienlijk
get into gear
op gang komen
trial
proef
achieve
bereiken
clean-cut
goed geknipt
determine
vaststellen
disadvantage
nadeel
empathy
inlevingsvermogen
equip
uitrusten met
excel
uitblinken
hierarchical
hierarchisch
jaw
kaak
level
evenwijdig
lopsided
scheef
minutely
nauwkeurig
overcome
overwinnen
poll
opiniepeiling, stemming
shortcoming
tekortkoming
trait
(karakter) trek
unconsciously
onbewust
wonky
krakkemikkig
votw
kiezen
wrist width
polsbreedte