Theme 3 Flashcards
aan
to
de aanbieding
the offer
aantrekken
attract / get dressed
de aardappel
the potato
de aardbei
the strawberry
afrekenen
to pay
alles
everything
de ananas
pineapple
anderhalf
one and one half
anders
different
de andijvie
endive
de appel
the apple
de armband
the braclet
de aspirine
the asprin
de bakker
the baker
de bakkerij
the bakery
de banaan
the banana
de bank
the sofa / couch
beige
beige (color)
bestellen
to order (food, etc.)
betalen
to pay (the bill)
de beurt
turn (noun - take the turn) (not a verb)
de bh (de beha)
the bra
het bier
the beer
bij
bee, at (next to)(bij de deur - at the door)
het bijzettafeltje
the side table
blauw
blue
het blik
the can or look - blik bij dat - Look at that
het blikje
tin can
de bloem
the flower
de bloemzaak
the flower shop
de bloemkool
Cauliflower
de blouse
the blouse
het boek
the book
de boekenkast
the bookcase
de boekwinkel
the bookshop
het bolletje
balls (bread balls in my soup)
de boodschap
the message
het boontje
the bean
de boormachine
the drill machine
de boter
the butter
de bouwmarkt
Home Depot (construction shop)
brengen
bring
de brie
Brie (cheese)
de brief
letter
het briefje
the note
de broek
the pants
het brood
the bread
het broodje
the rolls or buns
bruin
brown
het budget
the budget
het bureau
the dresser
de bus
the bus
het busje
the van
het cafe
het cafe
de cake
de cake
de cd-rom
the cd
de cd speler
the cd player
het/de cement
the cement
de cervelaat
dry sausage
het colbert
the jacket
de computer
the computer
contant
cash
de croissant
the croissant
het dekbedovertrek
the duvet cover
donker
dark
de doos
the box
het doosje
the little box
de dorst
thirst
de douchecreme
shower cream
dragen
to wear
het of de dressoir
the dresser
drinken
drink
de drogist
pharmacist / drug store
de drogisterij
drug store
de druif
the grape
duur
expensive
dvd-recorder
dvd recorder
dvd-speler
dvd player
eens
once (once up a time)
de eettafel
dinner table
het ei
the egg
elkaar
each other
er
there
eten
food
de fauteuil
the armchair
fijn
nice
de flat
the apartment
de fles
the bottle
het flesje
the little bottle
de framboos
the raspberry
het gebak
the pastry
geel
yellow
het gehakt
the hamburger
gesneden
cut
goedkoop
cheap
het gram
the gram
grijs
grey
groen
green
groenteboer
the green grocer (person / farmer)
de groentewinkel
the green grocer shop
de hak
the heel
half
half
de halsketting / ketting
the necklace
de ham
the ham
de hamburger
the hamburger
de hamer
the hammer (a tool)
de handdoek
the hand towel
de handschoen
the glove
hangen
to hang
hartstikke
awful
heerlijk
delicious
helaas
unfortunately
helpen
help out
hem
him
hen
them
honger
hungry / hunger
het horloge
the watch
hoog
high
het hout
the wood
hun
their
iets
something
inderdaad
indeed
interessant
interesting
jammer
shame (that is a shame)
de jas
the coat
de jenever
the gin
jong
young
jou
you
de jurk
the dress
de juwelier
the jeweler
de kaaswinkel
the cheese shop