Thema9-Taak1 Flashcards

1
Q

aanspreken

A

to talk to

beginnen te spreken tegen iemand; de buurvrouw sprak mij even aan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

alarm, het

A

alarm, the

Een hard geluid dat waarschuwt dat er gevaar is; toen we het alarm hoorden, wisten we dat er brand was

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

beheer, het

A

management, the

de zorg en de verantwoordelijkheid voor dingen die van iemand anders zijn; Nico Tideman heeft het beheer over alle gebouwen van de school.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

beveiligen

A

to safeguard

beschermen tegen iets; deze auto is goed beveiligd tegen inbraak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

beveiliger, de

A

security guard, the

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

beveiliging, de

A

security, the

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

bewaken

A

to guard

goed op iemand of iets passen; voor € 5,- wordt uw auto de hele dag bewaakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

bezoeker, de

A

visitor, the

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

bord, het

A

sign, the

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

discriminatie, de

A

discrimination, the

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

goedkeuring, de

A

approval, the

het feit dat iemand iets goedkeurt = de toestemming; na de goedkeuring van de gemeente kunnen we beginnen met het bouwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

hulpverlener, de

A

first responder, the

iemand die voor zijn of haar beroep mensen helpt, bijv. een arts; de hulpverleners waren snel aanwezig op de plaats van het ongeluk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

intimidatie, de

A

harassment, the

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

kalm

A

calm

iemand die kalm is, heeft geen heftige gevoelens; kalm zei Mariëtte dat ze niet langer bij het bedrijf bleef werken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

nood, de

A

emergency, the

grote moeilijkheden; in geval van nood als het echt noodzakelijk is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

omgangsvorm, de

A

social behaviour, the

17
Q

ongewenst

A

unwanted

van iets dat ongewenst is, wil je liever niet dat het gebeurt; ze hebben veel verdriet, omdat ze ongewenst zonder kinderen gebleven zijn

18
Q

opslaan

A

to store

in grote hoeveelheden bewaren; de wijn werd in de kelder opgeslagen

19
Q

pesten

A

to bully

erg vervelende dingen tegen iemand zeggen of doen; het kind werd gepest om haar rode haar

20
Q

protocol, het

A

protocol, the

de regels en het programma bij officiële gelegenheden; de koningin kon vanwege het strakke protocol niet langer dan tien minuten blijven

21
Q

seksueel

A

sexual

22
Q

toegankelijk

A

accessible

toegankelijke dingen en mensen kun je makkelijk bereiken; het feest is alleen toegankelijk voor medewerkers van het bedrijf

23
Q

toezicht, het

A

supervision, the

het verschijnsel dat iemand controleert wat je doet; de gemeente houdt toezicht op de uitvoering van het werk

24
Q

uitsluitend

A

only

alleen maar; ik heb uitsluitend vervelende dingen over haar gehoord

25
Q

verdacht

A

suspicious

als iets verdacht is, denk je dat het niet goed is; er kwam een verdacht pakje met de post

26
Q

verlies, het

A

loss, the

een bedrag dat je verliest; het bedrijf heeft een verlies gemaakt van € 100.000,-

27
Q

vertrouwenspersoon, de

A

confidential adviser, the