Thema 9: Thermodynamica Flashcards
temperatuur (0 met een streep erdoor)
maat voor de gemiddelde snelheid van deeltjes
objectief meetbaar en wordt uitgedrukt in graden celsius (°C)
absolute temperatuur (T)
uitgedrukt in kelvin (K)
absolute nulpunt
ligt op 0 k of 273,15 °C
warmte (Q)
energie-uitwisseling tussen stoffen, voorwerpen, systemen of binnen in een systeem door een tempverschil, waarbij de warmte van het voorwerp met de hoogste temp naar het voorwerp met de laagste temp gaat
joule (J)
warmte wordt uitgedrukt in joule
cohesiekrachten
het verhogen (verlagen) van de temperatuur laat de deeltjes sneller (trager) bewegen en verlaagt (verhoogt) de cohesiekrachten
thermisch evenwicht
2 stoffen, voorwerpen of systemen met verschillende temp in contact met elkaar -> door warmte-uitwisseling tot een evenwichtstemp
verschillende vormen energietransport
convectie, straling, geleiding
convectie
komt voor in gassen en vloeistoffen
warmtestroom van deeltjes, deeltjes in warme vloeistof stijgen en deeltjes in de koude vloeistof dalen
straling
tussen voorwerpen die niet in contact zijn met elkaar
geleiding
een voorwerp aan 1 zijde wordt verwarmt
warmte verspreid door heel voorwerp zonder verplaatsing deeltjes
specifieke warmtecapaciteit (c)
hoeveelheid energie die nodig is om de temperatuur van 1kg van een zuivere stof met 1 °C te doen stijgen
SI-eenheid specifieke warmtecapaciteit (c)
J/kg.K
warmtecapaciteit (C)
hoeveelheid energie die nodig is om de temp van 1kg van een voorwerp dat bestaat uit versch stoffen met 1 K te doen stijgen
SI-eenheid warmtecapaciteit (C)
J/K