Thema 5: energie en vermogen Flashcards

1
Q

systeem

A

gedeelte van het universum dat je onderzoekt. alles wat erbuiten ligt is de omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

drie soorten systemen

A

open, gesloten, geïsoleerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

open systeem

A

wisselt energie en materie uit met de omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

gesloten systeem

A

wisselt enkel energie met de omgeving, geen materie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

geïsoleerd systeem

A

wisselt geen energie en geen materie uit met de omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

energie (E)

A

voorwaarde om een verandering in een systeem en/of omgeving te laten plaatsvinden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

SI-eenheid E

A

joule (J)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

calorie (cal)

A

de hoeveelheid energie die in voeding zit opgeslagen, voedingsindustrie gebruikt vaak kilocalorieën (kcal)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

soorten energievormen

A

kinetische energie (Ek)
Thermische energie
potentiële energie
- potentiële elastische energie (Epot, el)
- potentiële gravitationele energie (Epot, gr)
elektrische energie
chemische energie
kernenergie
stralingsenergie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

kinetische energie (Ek)

A

energie die een lichaam bezit doordat het in beweging is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

thermische energie

A

energie die een lichaam bezit door de inwendige kinetische energie van de deeltjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

potentiële energie

A

energie die een lichaam bezit en die wordt veroorzaakt door de toestand/positie t.o.v. andere lichamen (nog opgeslagen + moet nog vrijkomen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

potentiële elastische energie (Epot, el)

A

energie die opgeslagen zit in een veer en die vrijkomt door veerkracht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

potentiële gravitationele energie (Epot, gr)

A

energie die een lichaam bezit dat zich op een bepaalde hoogte boven het aardoppervlak bevindt (energie in zwaarteveld kom vrij door zwaartekracht)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

elektrische energie

A

energie die een geladen deeltje bevat in een elektrisch veld + vrijkomt als het deeltje zich verplaatst in het veld onder invloed van een elektrische kracht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

chemische energie

A

energie die opgeslagen zit in chemische bindingen tussen atomen en moleculen

17
Q

kernenergie

A

energie die vrijkomt wanneer de samenstelling van een atoomkern wijzigt

18
Q

stralingsenergie

A

energie afkomstig van elektromagnetische straling

19
Q

formule + uitleg Epot, gr

A

lichaam met een massa m dat zich op een hoogte h boven het aardoppervlak bevindt
formule: Epot, gr = m.g.h

20
Q

formule + uitleg Ek

A

lichaam dat in beweging is, met massa m en snelheid v (vector)
formule: Ek = m.(delta l)²/2

21
Q

formule + uitleg Epot, el

A

energie die opgeslagen zit in een ingedrukte/uitgerekte veer let lengteverandering delta l en veerconstante k
formule: Epot, el = k.(delta l)²/2

22
Q

vermogen (P)

A

een grootheid die de energieomzetting of verbruikte energie (delta E) in een bepaald tijdsverloop (delta t) weergeeft

23
Q

SI-eenheid + formule P

A

watt (W), P = delta E/delta t

24
Q

behoud van energie

A

bij een energieomzetting gaat er geen energie verloren of wordt er geen energie bijgemaakt. De totale energie blijft in een geïsoleerd systeem behouden

25
Q

energiebalans

A

hoeveelheid energie (=input) even groot na de energieomzetting als de energie die het systeem heeft verbruikt (=output)

26
Q

energiedissipatie (Edis)

A

tijdens een energieomzetting wordt warmte-energie of thermische energie als niet-nuttige energie afgestaan aan de omgeving

27
Q

formule Edis

A

Edis = Etotaal - Enuttig

28
Q

rendement (n met lang staartje)

A

geeft de verhouding weer tussen de hoeveelheid nuttige energie (Enuttig) en de totale hoeveelheid energie (Etotaal) die in het systeem worden gebracht

29
Q

SI-eenheid rendement

A

geen eenheid
n heeft altijd een waarde tussen 0 en 1. rendement wordt vaak in procent uitgedrukt

30
Q

formule rendement

A

n = Enuttig/Etotaal