Thema 5: energie en vermogen Flashcards
systeem
gedeelte van het universum dat je onderzoekt. alles wat erbuiten ligt is de omgeving
drie soorten systemen
open, gesloten, geïsoleerd
open systeem
wisselt energie en materie uit met de omgeving
gesloten systeem
wisselt enkel energie met de omgeving, geen materie
geïsoleerd systeem
wisselt geen energie en geen materie uit met de omgeving
energie (E)
voorwaarde om een verandering in een systeem en/of omgeving te laten plaatsvinden
SI-eenheid E
joule (J)
calorie (cal)
de hoeveelheid energie die in voeding zit opgeslagen, voedingsindustrie gebruikt vaak kilocalorieën (kcal)
soorten energievormen
kinetische energie (Ek)
Thermische energie
potentiële energie
- potentiële elastische energie (Epot, el)
- potentiële gravitationele energie (Epot, gr)
elektrische energie
chemische energie
kernenergie
stralingsenergie
kinetische energie (Ek)
energie die een lichaam bezit doordat het in beweging is
thermische energie
energie die een lichaam bezit door de inwendige kinetische energie van de deeltjes
potentiële energie
energie die een lichaam bezit en die wordt veroorzaakt door de toestand/positie t.o.v. andere lichamen (nog opgeslagen + moet nog vrijkomen)
potentiële elastische energie (Epot, el)
energie die opgeslagen zit in een veer en die vrijkomt door veerkracht
potentiële gravitationele energie (Epot, gr)
energie die een lichaam bezit dat zich op een bepaalde hoogte boven het aardoppervlak bevindt (energie in zwaarteveld kom vrij door zwaartekracht)
elektrische energie
energie die een geladen deeltje bevat in een elektrisch veld + vrijkomt als het deeltje zich verplaatst in het veld onder invloed van een elektrische kracht