Thema 8.2 Spelontwikkeling Flashcards
Wat noem je parallel spel?
Peuters spelen nog niet samen, maar meer naast elkaar. Er is nog geen interactie met elkaar tijdens het spelen.
Wat is toekijkend spel?
Ze kijken naar het spel van een ander, maar doen we zelf nog niet aan mee.
Wat is een coöperatief spel?
Bij dit spel hebben de kinderen een Gezamelijk doel. Ze maken samen regels en afspraken.
Wat is de sensomotorische fase?
Baby’s spelen door het eigen lichaam te gebruiken en letterlijk alles waar te nemen.
Wat is Manipulerend spel?
Dat is spel waarbij het eigen handelen en het effect ervan wordt geoefend.
In de preoperationele fase kan je kenmerken onderscheiden?
Functioneel spel wil zeggen dat peuters nu weten wat de functie van een bal is en kunnen bouwen met blokken. Spel dat niet doelgericht is maar toevallige gebeurtenissen noem je associatief spel.
Animistisch en magisch denken?
Animistisch denken wil zeggen dat kinderen menselijke eigenschappen geven aan levenloze dingen. Magische denken is dat een kind geen onderscheid maakt tussen wat leeft en niet.
Symbolisch spel en imitatie spel?
Het doen alsof is symbolisch spel en wanneer en handelingen van personen worden nagedaan is het een imitatiespel.
Wat is de concreet-operationele fase?
Hierin wordt het spel gevoelsmatig en via de zintuigen verwerkt, maar ook rationeel (verstandelijk).
Formeel-operationele fase?
Het kind is in staat het perspectief van anderen te begrijpen tijdens het spel. De sociale vaardigheden worden groter! Het kind kan beter omgaan met spelregels.