Thema 8 Flashcards

1
Q

Belastingvrijesom

A

Een deel van je belastbare inkomen dat niet belast wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Marginale druk

A

Het deel van de laatst verdiende euro dat niet leidt tot extra koopkracht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Mattheuseffect

A

Mensen met hogere inkomens - en dus een hogere marginale belastingdruk - profiteren relatief meer van fiscale voordelen zoals aftrekposten en subsidies dan mensen met lagere inkomens. Hierdoor vergroot beleid dat formeel bedoeld is voor iedereen vaak onbedoeld de ongelijkheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Verzilveringsprobleem

A

Lage inkomens kunnen bepaalde heffingskortingen niet volledig benutten, omdat hun belastbare inkomen te laag is om voldoende belasting te betalen waarmee deze kortingen kunnen worden verrekend. Hierdoor lopen zij fiscale voordelen mis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Evenredig genotsoffer

A

Evenredig genotsoffer → een principe dat stelt dat iedereen in gelijke mate moet bijdragen aan de overheid, gerelateerd aan het persoonlijk genot of voordeel dat men van overheidsdiensten ontvangt. Draagkrachtbeginsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Arbeidskorting

A

Doel: prikkelen van arbeidsparticipatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Verhogen arbeidskorting

A

Nadeel:
- Hoe meer je verdient, hoe minder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly