thema 7 Flashcards
1
Q
voor het voetlicht brengen
A
naar voren brengen
2
Q
uitgesponnen
A
uitgebreid
3
Q
invoelbaar
A
iemand anders zijn gevoelens voelen
4
Q
queeste
A
zoektocht
5
Q
koren op de molen
A
precies hebben wat je wil
6
Q
magistraal
A
meesterlijk
7
Q
onbestemd
A
vaag
8
Q
lovenswaardig
A
veel lof verdienen
8
Q
geestdodend
A
afstompelend
9
Q
het epos
A
het verhaal
10
Q
het gros
A
het merendeel
11
Q
behagen
A
verwennen
12
Q
schijnbaar
A
niet in werkelijkheid
13
Q
met stip
A
afgetekend
14
Q
bijschaven
A
verbeteren
15
Q
er bekaaid van afkomen
A
met minder dan waar je recht op hebt
16
Q
miezerig
A
kleingeestig
17
Q
passant
A
voorbijganger
18
Q
krenken
A
kwetsen