thema 5 Flashcards

1
Q

waar is het het heetst in de aarde

A

in het midden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is er ook belangrijk voor het leven

A

de dampkring

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

met hoeveel planeten draait de aarde om de zon

A

7

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

hoe kan het dat die planeten om de zon draaien

A

het zonnestelsel heeft zaartekracht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

het zonnestelsel is een deel van de ……………….

A

melkweg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

de melkweg is een onderdeel van het …………………..

A

heelal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat veroorzaken de bewegingen in het zonnestelsel

A

dag nacht seizoenen eb en vloed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

waar draait de aarde om

A

zijn eigen as of om de zon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

hoe staat de aarde

A

scheef

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat draait er om de aarde

A

de maan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

noem minimaal 3 hemellichamen?

A

sterren, maan, planeten & meteorieten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat zijn sterren?

A

enorme gasbollen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

waar draaien planeten om?

A

een ster.

de ster van de aarde is de zon.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is een dampkring?

A

een dikke laag lucht rond de aarde. zonder dampkring zou er geen leven zijn op de aarde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

waaruit bestaat een zonnestelsel?

A

de zon en hemellichamen die eromheen draaien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat is de horizon?

A

een lijn (een punt in de verte) waar land en lucht elkaar lijkt te raken

17
Q

Uit welke materialen bestaat de aarde?

A

Steen en ijzer

18
Q

Waaruit is de aarde opgemaakt

A

Lagen

19
Q

Waarom is de dampkring heel belangrijk? Noem 2 redenen

A

zonder dampkring geen zuurstof, zonder zuurstof geen leven.

Ze laten meteorieten meestal verbranden

20
Q

Hoeveel planeten draaien om de zon

A

8

21
Q

Gaat de zon echt onder?

A

Nee, het lijkt zo omdat de aarde draait

22
Q

waardoor ontstaan de seizoenen?

A

Doordat de aarde scheef staat en rondjes om de zon maakt

23
Q

Waarvoor zorgt de zwaartekracht van de maan?

A

Dat het water op aarde stijgt en daalt

24
Q

Wat is een planeet?

A

een grote bol die om een ster heen draait

25
Q

Wat is een hemellichaam?

A

Een ding in het heelal dat niet door mensen is gemaakt

26
Q

waar zorgt zwaartekracht voor?

A

Dat hele zware diingen (zoals de aarde en de zon) andere dingen aantrekken en vasthouden

27
Q

Wat maakt een ster?

A

Licht en warmte

28
Q

Bij welk stelsel hoort onze zon?

A

Melkwegstelsel

29
Q

Wat is een schrikkeldag?

A

Een extra dag (29 februari), een keer in de vier jaar

30
Q

Waarom is er elke vier jaar een schrikkeldag?

A

Dan blijft onze kalender gelijk lopen met de reis van de aarde om de zon