Thema 2 Flashcards
Op welke 3 manieren kan een materiaal voorkomen?
- Vloeibaar
- Vast
- Gas.
Wat zijn moleculen?
Moleculen zijn de kleinste bouwsteentjes van een materiaal waarin je dat materiaal nog herkent.
Noem minimaal drie eigenschappen van een vloeistof.
- Geen vaste vorm
- Je kunt ze schenken
- Nemen vorm aan waarin je ze giet
- Ze kunnen stollen of bevriezen
- De moleculen bewegen en houden wel contact..
- Water -> ijs = …….
2. IJs -> water = …….
- Bevriezen
2. Smelten.
- Water -> waterdamp = …….
2. Waterdamp -> water = …….
- Verdampen
2. Condenseren.
Wat is smelten?
Smelten is als een vaste stof verandert in een vloeistof.
Bijv. Chocolade wordt vloeibaar als je het verwarmt.
Wat is verdampen?
Verdampen is als een vloeistof verandert in gas.
Bijv. water verdampt in waterdamp.
Wat is stollen?
Stollen is als een vloeistof verandert in een vaste stof.
Bijv. kaarsvet stolt in een kaars.
Bij welke temperatuur gaat water koken?
Water gaat koken bij 100 graden celcius
Noem minimaal 2 kenmerken van een vaste stof.
- Veranderen niet uit zichzelf van vorm
- Ze gedragen zich allemaal anders
- De moleculen zitten strak tegen elkaar.
Bij welke temperatuur bevriest water?
Bij 0 graden celcius.
Wat gebeurt er met moleculen die warm worden?
Wat gebeurt er dan met het materiaal?
Moleculen die warm worden gaan verder uit elkaar. Daardoor wordt het materiaal groter (stoffen, vloeistoffen en gassen).
Zitten moleculen in vaste stoffen strak tegen elkaar?
Ja.
noem 3 voorbeelden van vasten stoffen?
- steen,
- ijzer,
- glas.
noem 3 voorbeelden van een vloeistof?
- benzine,
- melk,
- slaolie.