thema 4: EVENWICHT

Question 1

bouw van statolietorganen

Answer 1

haarcellen
gelatineuze massa
statolieten = evenwichtssteentjes (kalksteentjes)
Zenuwvezels

Question 2

Bouw van de ampullaorganen

Answer 2

haarcellen
gelatineuze massa
zenuwvezels

Question 3

ander woord voor traagheid

Answer 3

inertie

Question 4

Ovaal blaasje -> horizontale verplaatsing:

Answer 4

Gelatineuze massa beweegt in tegengestelde richting van de beweging
Haartjes buigen om
Ombuiging veroorzaakt een impuls
Impuls wordt doorgegeven aan evenwichtszenuw
Impuls komt aan in de hersenen

Question 5

Rond blaasje -> verticale verplaatsing:

Answer 5

Rond blaasje gaat naar boven
Gelatineuze massa vervormt naar onder
Haartjes buigen naar onder
Ombuiging veroorzaakt een impuls
Impuls wordt doorgegeven aan evenwichtszenuw
Impuls komt aan in de hersenen

Question 6

werking van de ampullaorganen

Answer 6

Draaibeweging:
-> vloeistof stroomt in tegengestelde zin
(traagheid)
-> gelatineuze massa verschuift
-> haren buigen om
-> zenuwimpulsen in de zenuwvezels
-> signalen naar de hersenen

Blijven draaien: prikkel verdwijnt
Plots stilstaan:
vloeistof blijft doorstromen, je krijgt
het gevoel dat je in tegengestelde richting draait

Question 7

verklaar hoe het komt dat je je evenwicht verliest als je snel ronddraait en daarna plots stilstaat

Answer 7

Als je snel ronddraait, beweegt de vloeistof in de halfcirkelvormige kanalen. Sta je plots stil, dan bewegen de kanalen ook niet meer maar de vloeistof erin wel. Daardoor worden de haarcellen omgebogen en ontvangen ze prikkels. Je verliest je evenwicht.

Question 8

hoe vermijden dansers dat ze duizelig worden als ze snel rond hun as draaien

Answer 8

Zo lang mogelijk op één punt fixeren. Daarna het hoofd zeer snel rond draaien waardoor het zijn oorspronkelijke plaats inneemt nog voor de vloeistof in de kanalen beweegt. De haartjes worden dus niet extra geprikkeld.