thema 4: een inkijk in twee modellen Flashcards
Behaviorisme?
is een psychologische benadering, bestudeert enkel het observeerbare gedrag als het verband tussen een prikkel en een reactie. Behavioristen richten zich niet op interne mentale processen zoals gedachten en gevoelens, maar op waarneembaar
gedrag.
Kenmerken van leren?
- we zijn niet altijd bewust d. we iets leren
Jeroen at zeer graag vis totdat hij een week op school was blijven middageten in het eerste leerjaar. Toen
vond hij vis ineens vies. - we krijgen nieuwe gedragsmogelijkheden
Sinds Mil (6 jaar) kan eten met mes en vork, heeft dat invloed op zijn gedrag aan tafel. - resultaat v. leren => vrij stabiel en blijvend nieuw gedrag
Het is nu zes jaar geleden dat Willem nog geskied heeft. Na een half uurtje op de latten, voelt het opnieuw
heel vertrouwd aan.
-We weten pas dat we iets hebben geleerd als we het merken in ons gedrag
Hoe Lobke tussenbeide kwam bij de ruzie tussen haar twee klasgenoten heeft me verbaasd. Ik wist niet
dat ze die sociale vaardigheden had.
-Met de dingen die we hebben geleerd kunnen we nieuwe taken beter uitvoeren en ons beter aanpassen aan de omgeving
Brayan heeft al twee keer een slechte evaluatie gekregen op een groepswerk omdat de anderen de
opdracht niet ernstig namen. Hij zal in de toekomst zijn groepsgenoten selectiever kiezen.
-De ene persoon past zich sneller aan dan de ander
Je merkt dat Zita veel sneller contacten legt op de speelplaats terwijl
Lana veel beter met de stress van de examens om kan.
-Iedereen kan leren maar de omgeving en persoonlijke ervaring speelt een rol
Maysa is strikt islamitisch opgevoed en ze zal zich anders gedragen
tegenover de leerkracht dan Aukje en Lore, die een vrije opvoeding
gekregen hebben.
-Niet iedereen haalt hetzelfde uit het geleerde
Een aantal jongeren heeft extra hulp nodig, bijkomende oefeningen of
zelfs aangepast onderwijs.
Conditionering?
verzamelnaam voor de manier waarop mensen of dieren leren
zich aan te passen aan hun omgeving. De prikkels uit de omgeving sturen ons gedrag. We
onderscheiden twee vormen van conditionering: de klassieke conditionering en de operante
conditionering.
Klassieke conditionering?
Een stimulus (S) is een prikkel. Dit is elke situatie of gebeurtenis die een reactie (R) uitlokt.
Iemand roept je naam en je draait je hoofd in die richting.
Iemand prikt met een naald in je arm en je trekt je arm weg.
De schoolbel – zo heb ik geleerd – betekent het einde van de les. Ik stop mijn boeken en laptop in mijn
boekentas.
Mijn maag rommelt, ik heb een hongergevoel. Ik zoek wat te eten.
Reflexen
Sommige van deze reacties op prikkels gebeuren automatisch, zonder dat we ons er bewust
van zijn of zonder dat we er invloed op hebben.
Sommige reflexen zijn aangeboren en niet het gevolg van een leerproces. We noemen dit ongeconditioneerde
reacties (OR) of onbewuste reacties.
Andere reflexen zijn verworven tijdens het leven. Als je rechtstaat bij het belsignaal of stopt bij een rood licht, zijn dit aangeleerde reacties. We hebben geleerd om op deze manier te reageren => geconditioneerde reactie (CR) of een geleerde reactie. Een geconditioneerde
reactie => reflex die is aangeleerd door een ervaring. Dergelijke reflexen ontwikkelen zich langzaam door zich steeds herhalende, externe prikkels.
os?
ongeconditioneerde stimulus
ns?
neutrale stimulus
cs?
geconditioneerde stimulus
cr?
geconditioneerde respons, aangeleerde reactie