thema 2: het balansmodel Flashcards

1
Q

Wat is het balansmodel?

A

Een soort weegschaal, de ene arm toont de draagkracht de andere toont de draaglast

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarom moet er een evenwicht zijn tussen draagkracht en draaglast?

A

zodat kinderen zich maximaal kunnen ontwikkelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is draaglast?

A

Taken dat ouders en kinderen moeten opnemen, hoe meer taken hoe meer draaglast bv: huis en huishouden, budgetbeheer, verwachtingen vanuit opvoeding, werk, vrije tijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de risicofactoren voor de draaglast?

A

factoren die de opvoeding moeilijker maken bv: een kind met een handicap, ziekte of stoornis, scheiding, armoede, …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de beschermende factor van de draagkracht?

A

factoren die de draagkracht verhogen v ouders en kinderen bv: goede punten op school, positief zelfbeeld, stabiele persoonlijkheid, warm gezin, leven in een goede buurt, etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is draagkracht?

A

geheel van vaardigheden waarmee ouders en kinderen de draaglast aanpakken: vaardigheden van het kind, copingmechanismen, stressbestendigheid, veerkracht, …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Draaglast, risicofactoren, microsysteem, kinderfactoren:

A

handicap, negatief zelfbeeld, laag geboortegewicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Draagkracht, beschermende factoren, microsysteem, kinderfactoren:

A

hoge intelligentie, positief zelfbeeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

draaglast, risicofactoren, microsysteem, ouderfactoren:

A

ziekte of stoornis, verslaving, negatief zelfbeeld, jeugd trauma’s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

draagkracht, beschermende factoren, microsysteem, ouderfactoren:

A

stabiele persoonlijkheid, goede gezondheid, positieve jeugdervaring

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

draaglast, risicofactoren, microsysteem, gezinsfactoren:

A

autoritaire opvoedingstijl, echtscheiding, conflicten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

draagkracht, beschermende factoren, microsysteem, gezinsfactoren:

A

opvoedingscompetenties, affectieve gezinsrelatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

draaglast, risicofactoren, messosysteem, sociale (gezins) factoren:

A

isolement, conflicten, gebrekkige sociale bindingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

draagkracht, beschermende factoren, messosysteem, sociale (gezins) factoren:

A

sociale steun, familie en vrienden, goede sociale binding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

draaglast, risicofactoren, messosysteem, sociale (buurt) factoren:

A

sociale desintegratie, verpaupering, slechte sociale buurt voorzieningen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

draagkracht, beschermende factoren, messosysteem, sociale (buurt) factoren:

A

sociale cohesie, goede en toegangkelijke sociale en pedagogische infrastructuur, onderwijs, zorg en welzijn

17
Q

draaglast, risicofactoren, macrosysteem, sociaal economische gezinsfactoren:

A

armoede, gebrekkige opleiding

18
Q

draagkracht, beschermende factoren, macrosysteem, sociaal economische gezinsfactoren:

A

goed inkomen of goede opleiding

19
Q

draaglast, risicofactoren, macrosysteem, culturele factoren:

A

normen en waarden niet in overeenstemming met dominante cultuur

20
Q

draagkracht, beschermende factoren, macrosysteem, culturele factoren:

A

normen en waarden in overeenstemming met dominante cultuur

21
Q

draaglast, risicofactoren, macrosysteem, maatschappelijke factoren:

A

economische crisis, werkeloosheid, discriminatie

22
Q

draagkracht, beschermende factoren, macrosysteem, maatschappelijke factoren:

A

stabiel sociaal en politiek klimaat, open en tolerante samenleving

23
Q

wat wordt er bedoeld met opvoeding als een transactioneel proces

A

ouders en kinderen beinvloeden elkaar in hoe vlot de opvoeding verloopt

24
Q

Wat zijn de drie niveaus die het opvoedingssituatie beïnvloeden?

A

microniveau, mesoniveau en het macroniveau

25
Q

microniveau?

A

heel dicht bij het kind: kinderfactoren, ouderfactoren, gezinsfactoren

26
Q

mesoniveau?

A

zit wat verder bij het kind af: sociale (gezins) factoren, sociale (buurt) factoren

27
Q

macroniveau?

A

sociaaleconomische gezinsfactoren, culturele factoren, maatschappelijke factoren

28
Q

leg uit adhv vb hoe deze invloeden direct en indirect kunnen zijn?

A

oorlog => directe invloed op mensen maar indirecte invloed op andere risico factoren
oorlog => economische crisis etc. etc.