thema 4 Flashcards

1
Q

dieren zijn (ééncellig/meercellig)?

A

meercellig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

dierlijke cellen zijn (eukaryoot/prokaryoot)?

A

eukaryoot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

dierlijke cellen hebben (geen celwand/wel een celwand)

A

geen celwand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

dieren zijn (autotroof/heterotroof)

A

heterotroof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

kunnen dieren ingewikkelde lichaamsbouw hebben?

A

ja

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

welke STAMMEN bezit het dierenrijk?

A
  • platwormen
  • stekelhuidigen
  • ringwormen
  • weekdieren
  • geleedpotigen
  • neteldieren
  • sponzen
  • ronde wormen
  • chordadieren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wanneer spreken we van een gesegmenteerd of geleed lichaam?

A

opgebouwd uit achter elkaar gelegen, gelijkvormige delen of segmenten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

exoskelet

A

uitwendig skelet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

endoskelet

A

inwendig skelet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

hydroskelet

A

geen vast skelet, zwellen op door lichaamsvocht dat hydrostatische druk uitoefent

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

chorda

A

plooibare staaf elastisch steunweefsel, geeft dieren extra steun

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

gelede aanhangsels

A

verschillende segmenten te zien, opgebouwd uit verschillende ‘stukjes’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

voorbeeld stam sponzen

A

broodspons, geweispons

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

symmetrie stam sponzen

A

asymmetrisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

aanhangsels stam sponzen

A

geen aanhangsels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

kenmerk stam sponzen

A

kalkskelet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

voorbeeld stam neteldieren

A

kwal, koraal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

symmetrie stam neteldieren

A

veelzijdig symmetrisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

aanhangsels stam neteldieren

A

ongelede aanhangsels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

skelet stam neteldieren

A

hydroskelet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

kenmerk stam neteldieren

A

tentakels of vangarmen met netelcellen = holtedieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

voorbeelden stam platwormen

A

lintworm

23
Q

symmetrie stam platwormen

A

tweezijdig symmetrisch

24
Q

aanhangsels stam platwormen

A

geen aanhangsels

25
Q

skelet stam platwormen

A

hydroskelet

26
Q

kenmerk stam platwormen

A

plat op doorsnede

27
Q

voorbeelden stam ringwormen

A

regenworm, bloedzuiger

28
Q

symmetrie stam ringwormen

A

tweezijdig symmetrisch

29
Q

aanhangsels stam ringwormen

A

geen aanhangsels

30
Q

skelet stam ringwormen

A

hydroskelet

31
Q

kenmerk stam ringwormen

A

gelede wormen

32
Q

voorbeelden stam rondwormen

A

spoelworm

33
Q

symmetrie stam rondwormen

A

tweezijdig symmetrisch

34
Q

aanhangsels stam rondwormen

A

geen aanhangsels

35
Q

skelet stam rondwormen

A

hydroskelet

36
Q

kenmerk stam rondwormen

A

rond op doorsnede

37
Q

voorbeelden stam weekdieren

A

mossel, inktvis

38
Q

symmetrie stam weekdieren

A

tweezijdig symmetrisch

39
Q

aanhangsels stam weekdieren

A

ongelede + geen aanhangsels

40
Q

skelet stam weekdieren

A

hydroskelet

41
Q

kenmerk stam weekdieren

A

3 klassen:

  • koppotigen
  • slakken
  • tweekleppigen
42
Q

voorbeelden stam stekelhuidigen

A

zeester, zee-egel

43
Q

symmetrie stam stekelhuidigen

A

tweezijdig symmetrisch

44
Q

aanhangsels stam stekelhuidigen

A

geen + ongelede aanhangsels

45
Q

kenmerk stam stekelhuidigen

A

kalkskelet

46
Q

voorbeelden stam geleedpotigen

A

mier, vlieg

47
Q

symmetrie stam geleedpotigen

A

tweezijdig symmetrisch

48
Q

aanhangsels stam geleedpotigen

A

gelede aanhangsels

49
Q

skelet stam geleedpotigen

A

exoskelet

50
Q

kenmerk stam geleedpotigen

A

5 klassen:

insecten, kreeftachtigen, spinachtigen, miljoenpoten en duizendpoten

51
Q

symmetrie stam chordadieren

A

tweezijdig symmetrisch

52
Q

skelet stam chordadieren

A

endoskelet

53
Q

kenmerk chordadieren

A

ondderstam gewervelden met 5 klassen:

vissen, reptielen, amfibiën, vogels + zoogdieren