thema 4 Flashcards
dieren zijn (ééncellig/meercellig)?
meercellig
dierlijke cellen zijn (eukaryoot/prokaryoot)?
eukaryoot
dierlijke cellen hebben (geen celwand/wel een celwand)
geen celwand
dieren zijn (autotroof/heterotroof)
heterotroof
kunnen dieren ingewikkelde lichaamsbouw hebben?
ja
welke STAMMEN bezit het dierenrijk?
- platwormen
- stekelhuidigen
- ringwormen
- weekdieren
- geleedpotigen
- neteldieren
- sponzen
- ronde wormen
- chordadieren
wanneer spreken we van een gesegmenteerd of geleed lichaam?
opgebouwd uit achter elkaar gelegen, gelijkvormige delen of segmenten
exoskelet
uitwendig skelet
endoskelet
inwendig skelet
hydroskelet
geen vast skelet, zwellen op door lichaamsvocht dat hydrostatische druk uitoefent
chorda
plooibare staaf elastisch steunweefsel, geeft dieren extra steun
gelede aanhangsels
verschillende segmenten te zien, opgebouwd uit verschillende ‘stukjes’
voorbeeld stam sponzen
broodspons, geweispons
symmetrie stam sponzen
asymmetrisch
aanhangsels stam sponzen
geen aanhangsels
kenmerk stam sponzen
kalkskelet
voorbeeld stam neteldieren
kwal, koraal
symmetrie stam neteldieren
veelzijdig symmetrisch
aanhangsels stam neteldieren
ongelede aanhangsels
skelet stam neteldieren
hydroskelet
kenmerk stam neteldieren
tentakels of vangarmen met netelcellen = holtedieren