thema 3- krachten (omschrijving-begrip) Flashcards
1
Q
een tijdelijke of blijvende verandering van vorm als gevolg van een inwerkende kracht
A
de vormverandering
2
Q
een versnelling, vertraging of
richtingsverandering als gevolg van een inwerkende kracht
A
de bewegingsverandering
3
Q
kracht die op een voorwerp duwt
A
de duwkracht
4
Q
tegenwerkende kracht (die een voorwerp vertraagt, zoals wrijving van de grond of de luchtweerstand)
A
de wrijvingskracht
5
Q
kracht die aan een voorwerp trekt
A
de trekkracht