thema 3- krachten (begrip-omschrijving) Flashcards
kracht
een natuurkundige grootheid (F) die een voorwerp van vorm of van snelheid kan doen veranderen. Deze grootheid heeft als
symbool F en als SI-eenheid newton, symbool N.
contactkracht
en kracht die wordt overgebracht door contact (door aanraking) tussen voorwerpen of deeltjes.
veldkracht
Een kracht die wordt overgebracht in een krachtenveld, een invloed die werkt op afstand, zonder aanraking.
valversnelling
Een waarde die aangeeft hoe sterk een bepaalde massa naar de aarde wordt aangetrokken. De valversnelling is afhankelijk van de plaats op aarde. In België
bedraagt deze waarde 9,81 m/s2.
vector
manier om een kracht voor te stellen (𝐹⃗), op een tekening is dit met een pijl
het aangrijpingspunt
in een krachtvector wordt dit voorgesteld door de plek waar de kracht inwerkt, dit is het vertrekpunt van de pijl
de richting
in een krachtvector wordt dit voorgesteld door het lijnstuk van de pijl
de zin
in een krachtvector wordt dit voorgesteld door de pijlpunt
de grootte
in een krachtvector wordt dit voorgesteld door de lengte van de pijl
massa
De hoeveelheid materiedeeltjes of moleculen waaruit een voorwerp is opgebouwd. Deze grootheid heeft als symbool ‘m’ en als SI-eenheid de kilogram, symbool kg.
zwaartekracht
De kracht waarmee de aarde een voorwerp met een bepaalde massa naar zich toetrekt. Deze grootheid heeft als symbool ‘Fz’ en als SI-eenheid de newton, symbool N.
gewicht
De kracht die een voorwerp uitoefent op zijn ondersteuning. Deze grootheid heeft als symbool ‘Fg’ en als SI-eenheid de newton,
symbool N.