Thema 3. Familie en relaties Flashcards
1
Q
праздновать
A
vieren
We vieren vandaag zijn honderdste geboortedag
2
Q
Пригласительное (письмо/открытка)
A
De uitnodiging
3
Q
Сказать (to tell)
A
vertellen
4
Q
Потому что
A
omdat
5
Q
Другой\ая\ой
A
andere
6
Q
Кроме
A
behalve
7
Q
Каждый\ая\ой
A
elke (dag)
8
Q
Назад (ago)
A
geleden
Drie maanden geleden - Over three months ago
9
Q
Кинотеатр
A
De bioscoop
10
Q
Путешествие
A
De reis
11
Q
Погибший/ая
A
overleden
Mijn oma is vandaag overleden
12
Q
Потеря (кошелька/близкого)
A
Het verlies
Heel veel sterkte met dit verlies
Het verlies van je portemonnee