thema 3 Flashcards
1
Q
interspecifieke interacties
A
interacties tussen verschillende soorten
2
Q
intraspecifieke interacties
A
interacties tussen soortgenoten
3
Q
symbiose
A
langdurige interspecifieke interacties waarbij minstens een van beide organisme een voordeel ervaart
4
Q
predatie
A
een relatie tussen twee organismen waarbij de predator de levende prooi aanvalt om zich te voeden
5
Q
echte predatoren
A
echte predatoren jagen actief op andere dieren om die na de vangst te consumeren
6
Q
gastheer
A
prooi dat niet geconsumeerd wordt, maar waarvan de predator zal profiteren