thema 2 Flashcards

1
Q

levensgemeenschap

A

alle organismen die leven in hetzelfde ecosysteem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

sleutelsoort

A

soorten die een regulerende functie in de levensgemeenschap hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

populatie

A

organisme van dezelfde soort die in één gebied samenleven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

verspreidingsgebied

A

het gebied waarin de populatie voorkomt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

populatiedichtheid

A

de hoeveelheid individuen per oppervlakkte-eenheid in een populatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

draagkracht

A

de maximale hoeveelheid organismen die in één ecosysteem kunnen overleven en zich kunnen voortplanten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

dynamisch evenwicht

A

de manier waarop de verschillende populaties in een levensgemeenschap elkaars populatiegrootte beïnvloeden rond een gemiddelde waarde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

overexploitatie

A

wanneer organismen te veel hulpbronnen verbruiken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

oversterfte

A

er sterven meer individuen in een populatie dan bij natuurlijke sterfte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

habitatfragmentatie

A

stukjes geïsoleerde natuur tussen steden en landbouw- en industriegebieden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

invasieve exoot

A

soorten die buiten hun oorspronkelijk gebied voorkomen en schade aanrichten aan hun omgeving/ecosysteem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

vaccin

A

een stof die een immuunrespons opwekt zonder dat het individu echt ziek wordt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

superbacteriën

A

antibioticaresistente bacteriën

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly