Thema 3 Flashcards

1
Q

Soorten ziektes, en hoe word je ziek?

A

Griep
- infectie met virus
- symptomen: pijn, koorts, ellendig voelen

Salmonella:
-infectie met bacterie
-symptonen: buikkrampen, koorts, misselijkheid, diarree

Zwemmerseczeem:
Infectie met schimmel

Andere ziektewekkers
-wormen
-protozoa: groep eencellige, vaak beweeglijke, heterotrofe eukaryoten
-behoren tot verschillende domeinen of rijken

Micro- organismen en virussen
-veelvuldig contact
-sommige gebruik van lichaam - ziek maken
- parasieten
- ziek maken = pathogenen
- niet ziek maken
OPGELET ook voor virussen

Contact met pathogenen= besmetting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe word je ziek

A

Als je lichaam de ziektewekkers verwijderd dan ben je niet ziek (lukt niet altijd)
Als een ziektewekker vermeerd is het een infectie
Wanneer je lichaam geïnfecteerde weefsels probeert te herstellen, dan begint de ontsteking ( reactie lichaam op beschadiging)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Infectie

A

Symptomen: hoesten, niezen, koorts, vermoeidheid,…
Pas na enkele dagen
In de periode van besmetting verschijnen de symptomen= incubatietijd

Infectie- ziek worden?- afhankelijk aantal factoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Microbioom

A

De microflora samen met haar omgeving in je lichaam noemen we het microbioom. Een veranderde interactie tussen de micro-organismen van je microbioom kun je dus ziek maken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Kunnen onevenwichtige interacties tot ziekte leiden?

A

Een gezonde darmflora bevat overwegend commensale en mutualistische bacteriën. Schadelijke bacteriën kunnen daar moeilijk in bevestigen -> weggeconcuurd door nuttige bacteriën, door het nemen van medicijnen, kan het evenwicht in de darmflora worden verstoord

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Technieken om ziektes te bestrijden

A

Antibiotica: stoffen die bacteriën verzwakken, doden of hun vermeerdering verhinderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Antibioticaresistentie

A

Antibiotica is niet langer werkzaam tegen bacteriële infecties omdat je het te veel hebt genomen en je bacteriën daartegen kunnen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe communiceren organismen

A

Trillingen, tactiele/sensitieve communicatie, auditieve, chemische visuele

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Aangeboren

A

Reflexen: automatische handelingen
Gedragspatronen: opeenvolgende proces van wel bepaald gedragingen
Fixed action patroon:
-opeenvolgende handelingen
-duidelijke patroon ≠ reflex
-uitgelokt door een bepaalde prikkel zonder variatie en automatisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Aangeleerd

A

Imitatie= observeren, geluid nabootsen bv.papegaai
Herhalen en oefenen= associaties maken
Inprenting: volggedrag-> specifieke leeftijd
Klassiek conditioneren= vaak onbewust bv. Ivan Pavlov honden
Operant conditioneren= associatie gedrag en gevolg
Trial and error= willekeurig probleem en effect zien, meestal spontaan, maar kan ook bewust
Gewenning= angstprikkels zonder negatief gevolg
Inzicht= eerder opgedane ervaring - oplossing
Stereotiep gedrag
- geen direct functie
- uiting van angst,…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Overleven met communicatie

A

Gedrag dat succesvol is leidt tot een betere overlevingskansen door natuurlijke selectie. Als het gedrag erfelijk overdraagbaar is kan het leiden tot evolutie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly