Thema 25: Sociale wet- en regelgeving Flashcards

1
Q

Wat is een sociale verzekering en welke soorten zijn er?

A

Sociale verzekeringen zijn verplichte verzekeringen om iemand een uitkering te geven als hij ziek, werkloos, arbeidsongeschikt of oud wordt.
De twee types zijn:
* Werknemersverzekeringen
* Volksverzekeringen

§25.1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Werknemersverzekeringen

Begrip

A

Sociale verzekeringen voor werknemers die voorzien in een uitkering in geval van onvrijwillige werkeloosheid en arbeidsongeschiktheid

§25.2.1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe werkt de verzekeringpremie die een Nederlander betaald?

A

Er wordt een deel van je salaris ingehouden (‘werknemersdeel’), en de werkgever betaald een deel bij (‘werkgeversdeel’).

§15.1.2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

De werknemersverzekering is een sociale verzekering

Waar doet iemand een aanvraag voor een uitbetaling vanuit de werknemersverzekering?

A

Bij het UWV

§25.1.2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waar staat de UWV voor en wat voor instelling is het?

A

Het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) is een overheidsinstelling die alle stromen van werknemersverzekeringen regelt

§25.1.2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Ziektewet

Wetgeving

A

Regelt dat zieke werknemers recht hebben op een uitkering wanneer de verplichting van de werkgever om loon door te betalen niet meer van toepassing is.

§25.1.2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA)

Wet

A

Deze regelt onder welke voorwaaredn een arbeidsongeschikte werknemer uitkeringsgerechtigd is

§25.1.2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wanneer heb je recht op een WIA uitkering?

A

Als je voor een werkgever werkt, ziek wordt en na twee jaar voor tenminste 35% arbeidsongeschikt bent

§25.1.2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Voor een WIA-uitkering moet je minimaal 35% arbeidsongeschikt zijn

Wat gebeurd er wanneer iemand minder dan 35% arbeidsongeschikt is?

A

Dan gaat het dienstverband met de werkgever door en moeten er afspraken gemaakt worden om te kijken hoe er verder gewerkt gaat worden

§25.1.2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat voor soorten WIA-uitkeringen zijn er?

A

De WGA-uitkering en de IVA-uitkering

§25.1.2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

WGA-uitkering

Uitkeringen

A

De Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsongeschikte uitkering. Dit is een WIA-uitkering voor mensen die 2 jaar of langer ziek zijn maar in de toekomst wel kunnen werken

§25.1.2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

IVA-uitkering

Uitkeringen

A

De Inkomstenvoorziening Volledig Arbeidsongeschikte uitkering. Een WIA-uitkering voor mensen die minstens 80% arbeidsongeschikt zijn met weinig kans op herstel.

§25.1.2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wie bepaald hoeveel procent iemand arbeidsongeschikt is?

A

Een keuringsarts van het UWV

§25.1.2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waar wordt de hoogte van een WIA-uitkering op gebaseerd?

A

Het percentage waarvan iemand is afgekeurd

§25.1.2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Werkeloosheidswet (WW)

Wetgeving

A

Bied geheel of gedeeltelijk werklozen een werkloosheidsuitkering om het verlies van inkomen tussen twee banen op te vangen

§25.1.2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wanneer heb je recht op een WW-uitkering?

A

Als je:
* Bent verzekerd voor werkeloosheid
* Minstens 5 arbeidsuren per week verliest en je geen recht op het loon over die uren
* Direct beschikbaar bent voor werk
* Minimaal 26 weken hebt gewerkt in de 36 weken voordat je werkloos werd
* Niet door eigen schuld werkloos bent geworden
* Ingeschreven staat bij het UWV als werkzoekende

§25.1.2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Broodfonds

Begrip

A

Een initiatief van ZZP’ers. Een groep bestaat uit maximaal 50 man en iedereen stopt maandelijks geld in dat fonds voor onvoorziene situaties

§25.1.2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Volksverzekeringen

Begrip

A

Sociale verzekeringen voor alle inwoners van Nederland en werknemers in dienst van een Nederlandse werkgever

§25.1.3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Waarvan worden de volksverzekeringen betaald?

A

Loonbelasting of intkomstenbelasting

§25.1.3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Voor welke bijslag betalen we geen premies?

A

Algemene kinderbijslag

§25.1.3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Welke volksverzekeringen kent Nederland?

A
  • AOW
  • Wlz
  • Anw
  • AKW

§25.1.3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Algemene Ouderomswet (AOW)

Wetgeving

A

Deze regelt dat alle mensen die in Nederland gewoond of gewerkt hebben vanaf de AOW leeftijd tot hun overleiden een basispension ontvangen

§25.1.3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wanneer wordt de AOW-leeftijd bekend gemaakt?

A

5 jaar van te voren. Deze wordt bekend gemaakt in januarie

https://www.svb.nl/nl/aow/aow-leeftijd/uw-aow-leeftijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Waar hangt de hoogte van je AOW vannaf?

A

De samenstelling van je huishouden, en het aantal jaren dat je verzekerd bent geweest voor de AOW

§25.1.3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Welke veel voorkomende groep krijgt vaak minder AOW?

A

Ouderen met een migratieachtergrond, omdat zij niet hun hele leven in Nederland hebben gewerkt

§25.1.3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Aanvullende Inkomensvoorziening Ouderen (AOI)

Voorzieningen

A

Onderdeel van de AOW. Als je geen volledig AOW-pension ontvangt en je hebt geen of weinig ander inkomen waardoor deze lager. is dan het sociaal minimum, kan je AOI ontvangen

§25.1.3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Wet langdurige zorg (Wlz)

Wetgeving

A

Deze regelt dat mensen die voortdurend (intensieve) zorg nodig hebben deze betaald krijgen

§25.1.3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Welke instelling is belast met afgeven van Wlz-indicaties?

A

Het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ)

§25.1.3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Wat kunnen patiënten met een Wlz-indicatie?

A

Hiermee kunnen mensen terecht in een verpleeghuis, instelling voor mensen met een beperking of een ggz-instelling. Ook kunnen ze onder bepaalde voorwaarden er voor kiezen om thuis intensieve zorg te ontvangen.

§25.1.3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Persoonsgebonden budget (pgb)

Begrip

A

Een budget die een burger ontvangt om voor thuiszorg te betalen

§25.1.3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Zorg in natura (ZIN)

Begrip

A

Hiermee krijgt iemand zorg, maar wordt alles er omheen door een andere instelling geregeld

§25.1.3

32
Q

pdg en ZIN lijken op het eerste opzicht vaak op elkaar

Wat is het verschil tussen een pdg en ZIN?

A

Bij een pdg moet de ontvanger zelf alle contracten afsluiten met de zorgverleners, en moeten deze direct door de patiënt betaald worden. Bij ZIN wordt er afgesproken wat voor zorg er ontvangen moet worden, maar wordt alles door een andere instantie geregeld.

§25.1.3

33
Q

Algemene kinderbijslagwet (AKW)

Wetgeving

A

Deze wet regelt dat iedereen die in Nederland woont en een kind heeft dat jonger is dan 18 een geldbedrag krijgt.

§25.1.3

34
Q

Waar is de kinderbijslag voor?

A

De opvoeding en de opleiding van het kind

§25.1.3

35
Q

Voor welke groepen kinderen krijgen ouders kinderbijslag?

A

Eigen kinderen, stiefkinderen, pleegkinderen en geadopteerde kinderen

§25.1.3

36
Q

Hoe wordt de hoogte van de kinderbijslag bepaald?

A

Door de leeftijd van het kind. Hoe ouder het kind is hoe hoger de bijslag.

§25.1.3

37
Q

Welke instelling regelt en betaald alle volksverzekeringen uit?

A

De Sociale verzekeringsbank (SVB)

§25.1.3

38
Q

Sociale voorzieningen

Begrip

A

Het sociaal vangnet, waar mensen op terug kunnen vallen als ze werkeloos zijn. Deze dienen als laatste vangnet voor iemand dreigt onder de armoede grens te leven

§25.1.4

39
Q

Wat is het verschil tussen de sociale verzekeringen en de sociale voorzieningen?

A

Sociale verzekeringen worden premies voor betaald, sociale voorzieningen worden betaald uit belastingopbrengsten

§25.1.4

40
Q

Welke 2 belangrijke sociale voorzieningen zijn er?

A

De participatiewet en de Wajong

§25.1.4

41
Q

Participatiewet

Wetgeving

A

Deze is voor mensen die kunnen werken maar extra ondersteuning nodig hebben. Het doel is om zoveel mogelijk mensen, met en zonder arbeidsbeperkingen, aan het werk te krijgen

§25.1.4

42
Q

Bijstandsuitkering

Uitkeringen

A

Dit is een uitkering voor werkloze mensedue geen recht hebben op een andere uitkering.

§25.1.4

43
Q

Aan welke eisen moet je voldoen voor een bijstandsuitkering?

A
  • In Nederland wonen
  • Een verblijfsvergunning hebben
  • Onvoldoende inkomen of vermogen hebben om jezelf te onderhouden

§25.1.4

44
Q

Wet arbeidsongeschiktheidsvoorzieningen jonggehandicapten (Wajong)

Wetgeving

A

Dit is een uitkering voor jonggehandicapten onder de 30 jaar die door ziekte of handicap nooit meer kunnen werken

§25.1.4

45
Q

Sociale werkvoorziening

Begrip

A

Een overheidsvoorziening die mensen met een arbeidshandicap een aangepaste werkomgeving biedt

§25.1.4

46
Q

Toeslag

Begrip

A

EEn financiële bijdrage voor mensen met een laag inkomen en dienen als compensatie voor hoge kosten

§25.2.1

47
Q

Huurtoeslag

Toeslagen

A

Een toeslag van de Belastingdienst voor huurkosten

§25.2.1

48
Q

Eisen huurtoeslag

A
  • Je moet 18 jaar of ouder zijn
  • Je huur mag niet hoger zijn dan x bedrag
  • Je moet een zelfstandige woonruimte hebben (met eigen voordeur)
  • Je staat bij de gemeente ingeschreven op je woonadres

§25.2.1

49
Q

Zorgtoeslag

Toeslagen

A

Een toeslag van de Belastingdienst voor zorgkosten en de premie van de zorgverzekering

§25.2.1

50
Q

Eisen zorgtoeslag

A
  • Je moet 18 jaar of ouder zijn
  • Je mag samen met je partner niet teveel geld verdienen

§25.2.1

51
Q

Kinderopvangtoeslag

Toeslagen

A

Een toeslag van de Belastingdienst voor de kinderopvangkosten van werkende ouders

§25.2.1

52
Q

Eisen kinderopvangtoeslag

A
  • Je kind is jonger dan 18 en zit niet op het voortgezet onderwijs
  • Jij en je eventuele partner moeten werken, een traject naar werk volgen, een opleiding volgen of verplichte inburgeringscursus

§25.2.1

53
Q

Aan de kinderopvangtoeslag zit een extra eis

Waar mag de kinderopvangtoeslag besteed worden?

A

Alleen bij geregistreede kinderopvangen. Deze is opgenomen bij het LRK

§25.2.1

54
Q

LRK

Begrip

A

Landelijk Register Kinderopvang

§25.2.1

55
Q

Kindgebondenbudget

Toeslagen

A

Een toeslag van de Belastingdienst voor de kosten die kinderen met zich meebrengen

§25.2.1

56
Q

Tegemoedkomingen

Begrip

A

Financiële bijdragen, bedoelt voor bijzondere omstandigheden

§25.2.2

57
Q

Bijzondere bijstand

Tegemoedkomingen

A

Een gift of lening van de gemeente voor een grote uitgave, aan iemand die hier zelf niet voor kan sparen vanwege lage inkomsten

§25.2.2

58
Q

Eisen bijzondere bijstand

A
  • Het gaat over noodzakelijke, bijzondere kosten zoals uitvaartkosten, rechtsbijstand, (gedwongen) verhuizen en wooninrichtingen (zoals een kapotte wasmachine)
  • Je moet via een betalingsbewijs aan kunnen tonen dat je de kosten hebt gemaakt

§25.2.2

59
Q

Individuele inkomentoeslag

Tegemoedkomingen

A

Een jaarlijkse extra uitkering voor iemand die langer dan 3 jaar een laag inkomen heeft en geen uitzicht heeft op hoger loon

§25.2.2

60
Q

Eisen individuele inkomentoeslag

A
  • Ouder dan 21 jaar
  • Je best hebben gedaan voor extra inkomen

§25.2.2

61
Q

Wie komen er in aanmerking voor een individuele inkomstentoeslag?

A

Werkenden met laag inkomen en werkloze

§25.2.2

62
Q

Individuele studietoeslag

Tegemoedkomingen

A

Een maandelijkse toeslag voor studenten met een beperking, die niet zelf instaat zijn om voldoende bij te verdienen naast hun studie

§25.2.2

63
Q

Eisen individuele studietoeslag?

A
  • Minimaal 18 jaar
  • Ontvangt studiefinanciering
  • Je kunt wel werken, maar door je beperking kun je niet zoveel werken dat je er het minimumloon mee verdient

§25.2.2

64
Q

De individiduele studietoeslag is voorb studenten met een beperking

Wat is het uitgangspunt van de individuele studietoeslag?

A

Ter stimulans om te gaan studeren als je een beperking hebt

§25.2.2

65
Q

Tegemoedkoming scholieren voortgezetonderwijs

Tegemoedkomingen

A

Een financiële gift voor scholieren tussen de 18 en de 30 die op het VO, VOA of VSO zitten, zodat zij hun lesgeld, boekengeld of reisgeld kunnen betalen

§25.2.2

66
Q

Eisen tegemoedkoming scholieren voortgezet onderwijs

A
  • Je bent tussen de 18 en de 30
  • Je gaat naar het voorgezet onderwijs, voorgezet algemeen volwassenenonderwijs of naar het voortgezet speciaal onderwijs
  • Je gaat fulltime naar school

§25.2.2

67
Q

Waar wordt de hoogte van de tegemoedkoming scholieren voortgezet onderwijs op gebaseerd?

A

Het is hoger voor studenten die op zichzelf wonen en lager voor studenten die thuis wonen

§25.2.2

68
Q

Welke soorten huurwoningen zijn er?

A

Sociale huurwoningen en de vrije sector

§25.3.1

69
Q

Sociale huurwoningen

Begrip

A

Woningen die bedoeld zijn voor mensen met een laag of gemiddeld inkomen

§25.3.1

70
Q

Vrije sector woningen

Begrip

A

Woningen die niet verhuurd worden via een sociale woonbouwcorporatie

§25.3.1

71
Q

Hoe wordt de prijs van een sociale huurwoning bepaald?

A

Een puntensysteem. Hoe meer punten, hoe hoger de prijs

Punten kunnen bijvoorbeeld de grote van de woning en de aanwezige voorzieningen zijn

§25.3.2

72
Q

Mag een sociale woonbouwcorporatie de huur verhogen?

A

Ja. Dit mag jaarlijks met een bepaald percentage verhoogd worden

§25.3.2

73
Q

Is de huurder verantwoordelijk voor onderhoud?

A

Kleine reparaties wel. Alle andere herstelwerkzaamheden moeten de verhuurder betalen

§25.3.2

74
Q

Wanneer mag de verhuurder de servicekosten verhogen?

A

De goedkeuring van de meerderheid van de bewoners

§25.3.2

75
Q

Welke soorten zorgverlof zijn er?

A
  • Calamiteiten verlof
  • Kortdurend verlof
  • Langdurig verlof

§25.6.1

76
Q

Respijtzorg

Begrip

A

Zorg die de mantelzorger overneemt op het moment dat hij/zij adempauze nodig heeft. Deze wordt betaald vanuit de pgb

§25.6.2

77
Q

Ontspoorde mantelzorg

Begrip

A

Een situatie waarin de mantelzorger cognitief of somatisch niet meer in staat is goed voor iemand te zorgen