Thema 1 BS 2 Flashcards
Wat is een orgaanstelsel?
Een aantal organen dat samen een bepaalde functie uitoefent.
organen in de romp van een mens: 14
lever, maag strottenhoofd, long, hart, middenrif, dikke darm, dunne darm, wervel, rib, borstbeen, galblaas, nier, aorta.
Waar hangt de vorm van de cellen samen mee?
het hangt samen met de functie.
Waar zijn organen uit opgebouwd?
Uit weefsels.
soorten weefsels: 4
dekweefsel, spierweefsel, zenuwweefsel en bindweefsel.
Waar hangt het soort tussencelstof mee samen?
Met de functie van het weefsel.
Waar zorgt tussencelstof voor?
Voor stevigheid in plantaardig weefsel (celwanden) en in beenweefsel bij dieren.
Welk verband is er bij organismen?
Er is een verband tussen de vorm en de functie van de biologische eenheden waaruit ze zijn opgebouwd.
Langwerpige, holle botten bij de mens:
Zijn licht en stevig.
Beenbalkjes in de kop van een dijbeen:
Maken het been licht en geven stevigheid.
Gewerfelde vorm van de botten in de voeten:
Draagt het gewicht en vangt schokken op.
Gestroomlijnde lichaamsvorm bij diersoorten die in het water leven:
Zorgt voor weinig weerstand.