Thema 1,2,3 Flashcards
voorwerp
is opgebouwd uit materie
materie
de verzameling van alle stoffen in de natuur wordt materie genoemd
stofeigenschappen
Eigenschappen die typisch (eigen) zijn aan een welbepaalde stof
voorwerpeigenschappen
Eigenschappen die afhangen van het voorwerp (en dus veranderlijk zijn)
aggregatietoestand
is de vorm waarin een stof bij een
welbepaalde temperatuur voorkomt: vast, vloeibaar of gasvormig.
glans
geeft weer of een stof een zachte schittering heeft als
er licht op invalt.
Zo hebben metalen (goud, zilver, koper …) een typische glans.
massadichtheid
is de verhouding van massa tussen volume
kookpunt
is de temperatuur waarbij de stof overgaat
van de vloeibare fase naar de gasvormige fase.
smeltpunt
is de temperatuur waarbij de stof overgaat
van de vaste fase naar de vloeibare fase.
zuivere stof
wordt gekenmerkt door welbepaalde waarden voor een
hele reeks stofeigenschappen (smeltpunt, kookpunt, massadichtheid …)
mengsel
van zuivere stoffen zullen de eigenschappen zoals kookpunt,
smeltpunt, massadichtheid … afhankelijk zijn van de samenstelling van het
mengsel.
Een zuivere stof heeft een constant, vast kookpunt:
tijdens het koken
blijft de temperatuur constant.
Een mengsel wordt gekenmerkt door een kooktraject:
tijdens het koken
verandert de temperatuur.
homogene mengsels:
slechts één soort component te zien met je blote ogen
heterogene mengsels:
verschillende soorten componenten te zien. met je blote ogen
Homogene mengsels of oplossingen
zijn mengsels waarin je de verschillende
componenten niet meer van elkaar kunt onderscheiden met het blote oog.
legering
zijn homogene mengsel van twee vaste meteaen
- Rook
is een heterogeen mengsel dat ontstaat bij verbranding. Rook bestaat
uit vaste deeltjes, verdeeld in een oplosmiddel in de gasfase.
(Vb. roest deeltjes boven de kampvuur )
- Nevel
is de specifieke naam voor een heterogeen mengsel van
vloeistofdeeltjes in een gasfase. Net als bij rook is de gasfase hier het
oplosmiddel.
- Schuim
is de naam voor een heterogeen mengsel van gasdeeltjes in een
vloeistoffase. We zien hier het tegenovergestelde van een nevel: bij schuim
is de vloeistoffase het oplosmiddel, terwijl bij een nevel de gasfase het
oplosmiddel is.
- Je spreekt van een suspensie
als vaste deeltjes te onderscheiden zijn in
een vloeistof.
- je spreekt van een emulsie
ten slotte, is een combinatie van twee te onderscheiden
vloeistoffen.
aureool
is een verzamelnaam voor heterogene mengsels van vaste
stoffen of vloeistoffen in een gas.
S
zwavel