thema 1 Flashcards

1
Q

dampkring of de atmosfeer

A

een astronaut die terigkeert naar de aarde daalt af door deze twee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

continenten

A

zijn grote aaneengesloten landmassas die niet of nouwelijks verbonden zijn met andere landmassas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

hoeveel contintenten zijn er

A

6, eurazie, afrika, noord amerika, zuit amerika, australie, antarctica

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

landschapsvormende lagen

A

hoe dichter de astronauten bij de aarde komen hoe duidelijker deze worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

dichtbevolkte gebieden

A

india, japan en kuststeden van china

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

bevolkingsspreiding

A

de mate waarin de bevolking over een bepaald gebied verspreid is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

geosfeer

A

alle gesteenten waaruit de aarde bestaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

atmosfeer

A

de dampkring

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

hydrosfeer

A

al het aanwezige water op de aarde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

biosfeer

A

de woonplaats voor alle levende organismen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

systeem aarde

A

geosfeer, atmosfeer, hydrosfeer, biosfeer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

koolstof

A

C

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

reservoirs

A

koolstof word hierin vastgehouden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

koolstofcyclus

A

de uitwisselingen van koolstof tussen de verschillende sferen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

fotosynthese

A

planten doen hieraan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

planktonn

A

is de verzamelnaam voor alle microscopische kleine dieren en planten die in het water zweven

17
Q

korte koolstof cyclus

A

tussen een jaar en een paar 100 jaar

18
Q

fossiele brandstoffen

A

in de geosfeer bevinden zich dus grote reservoirs van koolstof

19
Q

lange koolstofcyclus

A

het vormen van fossiele brandstoffen en de uitwisseling met de atmmosfeer duurt milioenen jaren

20
Q

evenwicht

A

word soms versoort door een vulkaanuitbarsting

21
Q

natuurlijke broeikas effect

A

de aarde zet de zonnenstraling om in warmte

22
Q

versterkt broeikaseffect

A

door te veel koolstof in de atmosfeer

23
Q

klimaatverandering

A

de biosfeer, hydrosfeer en atmosfeer worden beinvloed

24
Q
A