Thema 1 - 1.1 wetenschappelijk onderzoek Flashcards
wat is een wetenschappelijke methode?
- De wetenschappelijke methode vormt een systematische methode om te leren over de werkelijkheid.
- Om de werkelijkheid in kaart te brengen, zijn daarom systematische methoden van informatieverzameling en -verwerking nodig.
- Wetenschap vormt de zoektocht naar kennis, waarbij die kennis via een systematische methode wordt verkregen (All European Academies [ALLEA], 2017).
wat is een empirische onderzoekscyclus? en uit welke fases bestaat deze cyclus?
- empirische onderzoekscyclus = empirisch onderzoek is onderzoek waarbij data worden verzameld. In de praktijk is bijna al het onderzoek te beschouwen als empirisch onderzoek.
De empirische onderzoekscyclus omvat vijf fasen.
* onderzoeksvraag formuleren
* studie ontwerpen
* data verzamelen
* data analyseren
* rapporteren
Het doorlopen van de onderzoekscyclus is een iteratief proces.
wat zijn mogelijke verklaringen voor de replicatiecrisis?
Het niet kunnen repliceren van onderzoeksuitkomsten is deels te verklaren door zowel publicatie bias als **dubieuze onderzoekspratijken **.
wat is publicatie bias?
Publication bias is de neiging van tijdschriften om alleen studies te publiceren die effecten laten zien, dus waarbij de theorie die getoetst wordt in een artikel overeenkomt met de gevonden data
Publication bias verwijst naar het fenomeen dat het gemakkelijker is om onderzoek te publiceren dat wel een effect laat zien dan onderzoek dat geen effect laat zien —> interessanter om te publiceren —> onderzoekers zijn zich hiervan bewust —> geneigd om artikelen die geen effecten laten zien niet op te sturen –> = “file-drawer-probleem” (onderzoek dat geen effecten laat zien blijft in de kast liggen)
wat zijn dubieuze onderzoekspraktijken en geef hiervan 4 voorbeelden
Dubieuze onderzoekspraktijken zijn er in verschillende soorten en maten. Een gemene deler bij dubieuze onderzoekspraktijken is dat de dataverzameling, -analyse en -rapportage gebaseerd is op het verkrijgen van gewenste resultaten in plaats van op het zuiver uitvoeren van onderzoek – ongeacht wat de resultaten zullen zijn.µ
- het selectief rapporteren van variabelen of condities in een studie; bijvoorbeeld alleen de variabelen of condities die het gewenste effect laten zien
- flexibiliteit bij de data-analyse; op basis van de uitkomsten van de data-analyse besluiten om wel of niet een extra variabele in de analyse te betrekken
- selectiviteit of flexibiliteit bij het opstellen van de hypotheses; op basis van de uitkomsten van het onderzoek bepaalde hypotheses achterwege laten of achteraf aanpassen zodat deze beter aansluiten bij de gevonden resultaten
- flexibiliteit bij de dataverzameling; op basis van de resultaten besluiten om extra data te verzamelen
wat betekent “full disclosure” van onderzoek?
Full disclosure houdt in dat volledige openheid wordt gegeven over het onderzoeksproces.
- Tegenwoordig zijn praktisch alle wetenschappelijke tijdschriften digitaal beschikbaar. Omdat serverruimte vrijwel niets meer kost, kunnen allerlei zaken met een artikel meegepubliceerd worden, zoals de data en metadata waardoor full disclosure goed mogelijk is.
Wat zijn variabelen in onderzoek?
Variabelen zijn elementen die gemeten worden en kunnen variëren.
Bijvoorbeeld, het aantal cacaobonen dat je dagelijks eet is een variabele.
wat behelst pre-registratie van het onderzoek?
- het doorlopen van een empirische cyclus is een iteratief proces
- het is belangrijk dat de onderzoeksvraag, het onderzoeksopzet en het plan voor dataverzameling, en -analyse als VAST liggen voordat data verzameld en geanalyseerd worden = preregistratie
wat is een psychologisch construct?
- er bestaat geen algemeen gebruikte ‘eenheid’ om psychologische variabelen te meten omdat ze niet direct observeerbaar zijn
- psychologische constructen = zijn psychologische variabelen waarbij de definitie is afgeleid uit theorie en waarbij die definitie specificeert wat wel en wat niet tot de variabele behoort =>* psychologische constructen zijn theoretisch omdat we niet weten of ze echt bestaan*
- om psychologische constructen te meten worden operationalisaties gebruikt
wat is een operationalisatie?
- operationalisaties van een variabelen maken het construct concreet en tastbaar
- operationalisaties vormen de vertaling van de definitie van het theoretische construct naar een meetinstrument of manipulatie
psy variabele -> psy construct -> operationalisatie -> onderzoek
welke soorten operationalisaties bestaan er?
er zijn twee soorten operationalisaties
- meetinstrumenten = bedoeling om op een consistente wijze een variabele te kwantificeren, oftewel te representeren in een datareeks van getallen -> nadrukkelijk niet de bedoeling om iets te beïnvloeden
- manipulaties = doel is wel om een construct te beïnvloeden -> door het manipuleren van variabelen in experimenteel onderzoek kan onderzocht worden of er een causaal verband bestaat tussen de twee variabelen
wat gebeurt er bij een manipulatie?
- bij een manipulatie worden er stimuli aan deelnemers gepresenteerd
- wanneer een variabele gemanipuleerd wordt, moet de onderzoeker op een consistente wijze getallen toekennen aan de verschillende condities van de gemanipuleerde variabele
wat is een reflectief meetmodel?
- in een reflectief meetmodel lopen de lijnen van het construct ook wel de latente variabele genoemd naar de indicatoren
- !! de richting van de pijl is belangrijk -> als de pijl van het construct naar de indicatoren loopt dan veronderstelt dit dat het construct bepaalt hoe op de indicatoren wordt gescoord
wanneer is een reflectief model niet van toepassing?
- niet van toepassing op alle variabelen die binnen de psy worden onderzocht
- bijvoorbeeld bij indexvariabelen waarbij een aantal zaken bij elkaar worden opgeteld is een reflectief meetmodel niet van toepassing
- de meeste studies bevatten één operationalisatie voor elk construct
wat is het verschil tussen een meetmodel en een manipulatie?
- meestal worden meetmodellen alleen opgesteld voor meetinstrumenten
- bij manipulaties wodrden de deelnemers vaak aan slechts één stimulus blootgesteld in tegenstelling tot meetinstrumenten die vaak uit meerdere items bestaan
- ! het meetmodel van een manipulatie bestaat slecht uit één indicator EN bij het meetmodel van een manipulatie loopt de pijl van de indicator naar het construct –> de stimulus wordt aangeboden om het construct te beïnvloeden
wat is een operationalisatie?
- operationalisaties vormen de vertaling van de definitie van het theoretische construct naar een meetinstrument of manipulatie.
aan welke twee eigenschappen moeten operationalisaties voldoen?
- betrouwbaarheid
- validiteit
wat is de “betrouwbaarheid” van een meting?
betrouwbaarheid
= de mate waarin een meting bij herhaling telkens hetzelfde resultaat oplevert
= gedefinieerd als de stabiliteit van een meetinstrument over herhaalde metingen (er wordt vanuit gegaan dat datgene wat gemeten wordt, stabiel is
-> hoe meer metingen afwijken hoe minder betrouwbaar het meetinstrument is
-> de mate waarin een test eenzelfde schatting geeft voor een construct als de deelnemers nogmaals gemeten worden, geeft aan wat de betrouwbaarheid is van die test
wat kan de betrouwbaarheid beïnvloeden?
-
niet-systematische meetfouten (ruzie, slaap, tijdstip, plaats…) = de niet-systematische meetfout is het complement van de betrouwbaarheid
=> als de niet-systematische meetfout 0 is dan is het meetinstrument volledig betrouwbaar bij consistente meetresultaten - systematische meetfout = ook wel bias genoemd, er is geen sprake van een toevallige verstoring van het meetresultaat
wat is validiteit?
validiteit = de mate waarin een instrument meet wat het moet meten
wat is de causale opvatting van validiteit?
Binnen de causale opvatting van validiteit is een test valide om een bepaald construct te meten als
- het construct bestaat en
- de verschillen tussen (of binnen) mensen op het construct tot verschillende uitkomsten op het meetinstrument leiden
! je kan pas goed nagaan of een meetinstrument valide is, als je weet hoe een meetinstrument werkt, en dus als je weet welke processen worden aangesproken die tot een bepaalde testscore leiden
bij de validering van een meetinstrument gaat het erom om de causale keten, dus hoe verschillen in het construct leiden tot verschillen in de testscores, helder te krijgen!
wat is constructvaliditeit?
- bij constructvaliditeit wordt er gekeken in hoeverre interpretaties van testscores ondersteund worden door theorie en empirisch bewijs voor het gebruik van deze test
- binnen de opvatting van constructvaliditeit wordt voorbijgegaan aan de vraag of het construct, dat het meetinstrument zou moeten meten, überhaupt bestaat -> ook wordt niet uitgezocht hoe het meetinstrument werk
- om echt te weten of een meetinstrument het construct van interesse meet, is toch de causale opvatting van validiteit nodig
empirische evidentie voor constructvaliditeit is veelal gebaseerd op de mate van samenhang tussen variabelen en/of items
geef nog vier andere soorten validiteit buiten de constructvaliditeit en de causale opvatting van validiteit
- indruksvaliditeit (face validity) = de mate waarin het meetinstrument de indruk geeft meten wat het zou moeten meten
- criteriumvaliditeit (criterion validity) = de mate waarin de uitkomsten ve meetinstrument als verwacht samenhangen met die op een ander meetinstrument of uitkomstmaat
- externe validiteit = de mate waarin de uitkomsten ve studie gegeneraliseerd kunnen worden naar de doelpopulatie (in hoeverre de gevonden patronen ook buiten de onderzochte context gelden)
- iinhoudsvaliditeit (content validity) = de mate waarin de items van het meetintrument het gehele construct omvatten
Wat is de relatie tussen betrouwbaarheid en validiteit?
=> de uitkomst van een meetinstrument wordt bepaald door de “ware” score ve persoon op een bepaald theoretisch construct plus een (onvermijdelijke) meetfout die verstoringen op de testscore omvat
- ! verstoringen van het meetresultaat door een niet volledig betrouwbaar meetinstrument zijn niet-systematische meetfouten
- ! verstoringen van het meetresultaat omdat het meetinstrument niet valide is, zijn systematische meetfouten oftewel bias