th14 Flashcards
inwendig milieu
het bloedplasma en de weefselvloeistof samen
uitwendig milieu
omgeving buiten het bloedplasma en die weefselvloeistof
haar
groeit vanuit een haarzakje in de kiemlaag van de opperhuid
haarspiertje
spiertjes in de lederhuid dat haar in de huid rechtop kan laten staan
haarzakje
uitstulping van de kiemlaag in de lederhuid waaruit een haar groeit
hoornlaag
buitenste laag van de opperhuid die bestaat uit dode, verhoornde celresten
kiemlaag
onderste laag van de opperhuid die bestaat uit levende cellen
lederhuid
huidlaag die bloedvaten, haarspiertjes, zweetklieren, zweetkanaaltjes, zenuwen en zintuigen bevatten
onderhuids bindweefsel
hierin is vet opgeslagen in vetcellen
opperhuid
deel van de huid bestaat uit de hoornlaag en kiemlaag en geen bloedvaten bevat
pigment
donkere kleurstof die de delende cellen in de kiemlaag beschermen tegen zonlicht
talg
vettige stof die het haar en de hoornlaag soepel houdt en aantasting van de opperhuid door ziekteverwekkers tegengaat
talgklier
klier in de haarzakjes die talg afscheidt
zweet
wordt geproduceerd door zweetklieren en kan door verdamping het lichaam afkoelen
zweetklieren
klier in de lederhuid die zweet producteert
glycogeen
stof waarin glucose in de lever wordt omgezet en die wordt opgeslagen in de lever
hepatitis
virusziekte waarbij de lever ontstoken is
nier
orgaan dat bloed zuivert en dat overtollige en schadelijke stoffen uitscheidt
nieraders
hierdoor stroomt gezuiverd bloed weg uit de nieren
nierbekken
deel van de nier waarin urine wordt verzameld en afgevoerd naar urineleiders
niermerg
deel van de nier waarin uitscheiding plaatsvindt en urine wordt gevormd
nierschors
deel van de nier waarin uitscheiding plaatsvindt en urine wordt gevormd
nierslagaders
hierdoor stroomt zuurstofrijk bloed naar de nieren
ureum
giftige stof die ontstaat bij de afbraak van overtollige eiwitten in de lever