tentamen vragen Flashcards
Met welke van deze volgende ziektes is dit bloedbeeld te zien: Hb 4.1 mmol/l, trombocyten 325 x 109/l,
leucocyten 6.0 x 109/l
(i) Acute lymfatische leukemie (ii) Acute Myeloïde Leukemie (iii) Auto-immuun hemolytische anemie (iv) Chronische Myeloïde leukemie
Auto-immuun hemolytische anemie
Met welke van deze volgende ziektes is dit bloedbeeld te zien: Hb 4.7 mmol/l, trombocyten 3 x 109/l,
leucocyten 65 x 109/l
(i) Acute lymfatische leukemie (ii) Acute Myeloïde Leukemie (iii) Auto-immuun hemolytische anemie (iv) Chronische Myeloïde leukemie
Acute Myeloïde Leukemie
Met welke van deze volgende ziektes is dit bloedbeeld te zien: Hb 5.6 mmol/l, trombocyten 2 x 109/l,
leucocyten 6.0 x 109/l
(i) Acute lymfatische leukemie (ii) Acute Myeloïde Leukemie (iii) Auto-immuun hemolytische anemie (iv) Chronische Myeloïde leukemie
Acute lymfatische leukemie
Met welke van deze volgende ziektes is dit bloedbeeld te zien: Hb 7.8 mmol/l, trombocyten 560 x 109/l,
leucocyten 340 x 109/l
(i) Acute lymfatische leukemie (ii) Acute Myeloïde Leukemie (iii) Auto-immuun hemolytische anemie (iv) Chronische Myeloïde leukemie
Chronische Myeloïde leukemie
Welke drie van onderstaande karakteristieken horen ALLEEN bij een allogene stamceltransplantatie en dus NIET bij een autologe stamceltransplantatie? (3)
Graft versus host ziekte
Neutropenie
Stamcellen van de patiënt zelf
Stamcellen van een donor
Voorafgegaan door hoge dosis chemotherapie
Voorafgegaan door lage dosis chemotherapie
Graft versus host ziekte, Stamcellen van een donor, Voorafgegaan door lage dosis chemotherapie
Een 65-jarige vrouw met de ziekte van Waldenström presenteert zich bij de huisarts in verband met wazig zien en traag denken. Zij is de laatste jaren niet
bij haar hematoloog op controle geweest omdat zij zich wel goed voelde.
Wat is de meest waarschijnlijke oorzaak van haar klachten?
M-proteïne
Infectie
Hypercalciëmie
Leucocytose
M-proteïne
Een jonge vrouw met een systemische lupus erythomatosis die een veganistisch dieet volgt blijkt een Hb van 6.5 mmol/l te hebben met een normaal
trombocyten- en leucocytenaantal. Het MCV is 110 en het reticulocytenaantal is zeer sterk verhoogd. Het haptoglobinegehalte is verlaagd.
Wat is de meest waarschijnlijke diagnose?
IJzergebreksanemie door een voedingsdeficiëntie
Myelodysplasie
Vitamine- B12- deficiëntie
Hemolyse door auto-antistoffen
Hemolyse door auto-antistoffen
Een jonge vrouw van 25 jaar heeft al enkele maanden een zwelling in de hals welke langzaam groter wordt. U denkt dat het wellicht lymfklierkanker
(lymfoom) zou kunnen zijn.
Aan welk type lymfoom is dit meest waarschijnlijk en wat doet u om een diagnose te verkrijgen?
U denkt aan Hodgkin lymfoom en u laat een lymfeklier verwijderen voor histologisch onderzoek
U denkt aan Burkitt lymfoom en u laat een lymfeklier verwijderen voor histologisch onderzoek
U denkt aan Burkitt lymfoom en u doet laboratoriumonderzoek
U denkt aan Hodgkin lymfoom en u doet laboratoriumonderzoek
U denkt aan Hodgkin lymfoom en u laat een lymfeklier verwijderen voor histologisch onderzoek
Een 55 jarige man heeft na een val op ski-vakantie hevige pijn onder in de rug. De röntgenfoto toont een inzakkingsfractuur op niveau L4 en
osteoporose.De huisarts overweegt de diagnose multipel myeloom en verwijst de patiënt naar de hematoloog. Er worden inderdaad monoclonale
plasmacellen in het botbiopt gevonden.
Welke onderzoeken zijn nodig om vast te stellen dat dit gaat om een symptomatisch multipel myeloom waarvoor behandeling gestart moet worden?
Afbeeldend onderzoek van het skelet, hemoglobine, beenmergonderzoek
M-proteïne, afbeeldend onderzoek van het skelet, nierfunctie
Beenmergonderzoek, M-proteïne , hemoglobine
Afbeeldend onderzoek van het skelet, hemoglobine, nierfunctie, calciumgehalte
Afbeeldend onderzoek van het skelet, hemoglobine, nierfunctie, calciumgehalte
U ziet op de polikliniek een man van 75 jaar met een acute myeloïde leukemie. Zijn Hb is 6.4 mmol/l , trombocyten 3 x 109/l, leucocyten 20 x 109/l,
neutrofiele granulocyten 0.3 x 109/l. Hij is gestart met behandeling en meldt dat hij al enige dagen rillerig is, maar hij voelt zich niet ziek. Zijn temperatuur
is 38.7. Welke vervolgstappen zijn geïndiceerd?
bloedkweken afnemen, antibiotica meegeven en hem die week nog terugzien om te kijken of het beter gaat
bloedkweken afnemen, hem opnemen en starten met breedspectrum antibiotica intraveneus
bloedkweken afnemen, een X thorax laten maken en hem over 2 dagen terug laten komen voor de uitslagen
hem opnemen ter observatie en bij voortduren van de koorts aanvullend onderzoek inzetten (bloedkweken, X thorax)
bloedkweken afnemen, hem opnemen en starten met breedspectrum antibiotica intraveneus
Welke bevindingen worden gevonden bij BCR-ABL
mutatie van de volgenden: (i) bloeduitstrijk (ii) cytogenetisch onderzoek (iii) gelelectroforese en immunofixatie (iv) polymerase kettingreactie
(PCR)
polymerase kettingreactie
PCR
Welke bevindingen worden gevonden bij M-proteïne
mutatie van de volgenden: (i) bloeduitstrijk (ii) cytogenetisch onderzoek (iii) gelelectroforese en immunofixatie (iv) polymerase kettingreactie
(PCR)
gelelectroforese en immunofixatie (iv)
Welke bevindingen worden gevonden bij sferocyten
mutatie van de volgenden: (i) bloeduitstrijk (ii) cytogenetisch onderzoek (iii) gelelectroforese en immunofixatie (iv) polymerase kettingreactie
(PCR)
bloeduitstrijk
Welke bevindingen worden gevonden bij t(8:21)
mutatie van de volgenden: (i) bloeduitstrijk (ii) cytogenetisch onderzoek (iii) gelelectroforese en immunofixatie (iv) polymerase kettingreactie
(PCR)
cytogenetisch onderzoek
Een patiënt met sikkelcelziekte heeft naast acute crise kans op lange termijn complicaties ten gevolge van recidiverende infarcering en chronische
hemolyse.
Welke van de onderstaande beweringen is juist?
Pulmonale hypertensie is geen lange termijn complicatie van patiënten met sikkelcelziekte die alleen chronisch hemolyseren.
Pulmonale hypertensie is een lange termijn complicatie en om die reden wordt iedere 3 jaar een echografie van het hart verricht.
Pulmonale hypertensie is een lange termijn complicatie en om die reden wordt iedere 2 jaar een thoraxfoto verricht.
Pulmonale hypertensie is een lange termijn complicatie en om die reden wordt iedere 3 jaar een echografie van het hart verricht.
Welke drie van onderstaande bevindingen en/of diagnosen zijn te vinden bij een patiënt met een vitamine-B12-deficiëntie? Auto-immuun gastritis Coeliakie Leucopenie en trombopenie Leuco-erytroblastair bloedbeeld Megaloblastair bloedbeeld Microcytair, hypochroom bloedbeeld
Auto-immuun gastritis, Leucopenie en trombopenie, Megaloblastair bloedbeeld
Welke van onderstaande combinaties kan een milde trombocytose geven?
Chronische myeloïde leukemie en een infectie
Status na splenectomie en diffuse intravasale stolling
Portale hypertensie en ijzergebrek
Acute myeloïde leukemie en essentiële trombocytose
Chronische myeloïde leukemie en een infectie
Een 45-jarige man presenteert zich op de eerste hulp met motorische uitval van zijn rechterarm en -been.
Er blijkt sprake van een ischemisch Cerebro Vasculair Accident (CVA). Het bloedbeeld toont: Hb 14.5 mmol/l, Ht 0.71, trombocyten 380 x 109/l, en
leucocyten van 13.5 x 109/l
Welke van onderstaande beweringen is NIET juist?
Bij deze man zou er sprake kunnen zijn van een polycythemia vera
JAK2 mutatie moet worden bepaald
Bij deze man is meest waarschijnlijk sprake van een chronische myeloïde leukemie
Een myeloproliferatieve ziekte moet worden uitgesloten
Bij deze man is meest waarschijnlijk sprake van een chronische myeloïde leukemie
Een 74-jarige vrouw met multipel myeloom is gisteren uitgegleden in de badkamer en heeft sindsdien pijn vanuit de rug die uit straalt naar het linker been.
Zij kan er niet goed op staan en heeft een doof gevoel aan de laterale zijde van het bovenbeen.
Welk onderzoek kan echt niet tot morgen wachten?
Een MRI van de wervelkolom en het bekken verrichten
Een PET-scan verrichten
Het M-proteïne bepalen
Het calcium bepalen
Een MRI van de wervelkolom en het bekken verrichten
Waar wordt vitamine B12 geresorbeerd? Duodenum Terminale Ileum Colon Maag
Terminale Ileum
De behandeling van het lokaal uitgebreid cervixcarcinoom of carcinoom van het hoofdhalsgebied bestaat vaak uit chemoradiatie.
Waarom wordt tijdens de bestraling dan gelijktijdig chemotherapie gegeven?
om metastasen op afstand te voorkomen
om de lokale werking te optimaliseren
om de behandelduur te verkorten
om de lokale bijwerkingen te beperken
om de lokale werking te optimaliseren
Voor welke twee aandoeningen is immuuntherapie met checkpointinhibitors een veelbelovende nieuwe therapeutische optie op basis van fase-3-studies?
blaaskanker
nierkanker
prostaatkanker
blaaskanker
nierkanker
Een 62-jarige man komt bij de oncoloog op het spreekuur nadat hij hersteld is van een hemicolectomie links in verband met een coloncarcinoom.
PA-onderzoek toonde een matig gedifferentieerd adenocarcinoom met doorgroei tot in de muscularis propria, radicaal verwijderd.
In 3 van de 15 lymfklieren werden metastasen aangetoond. Derhalve een T2N1M0 coloncarcinoom.
Voor de operatie was er een volledige colonoscopie en CT uitgevoerd, waarbij alleen de tumor in het colon descendens zichtbaar was.
Wat is het aangewezen beleid?
CEA prikken en als dat verhoogd is (>5), chemotherapie
Palliatieve chemotherapie omdat er sprake is van een ongeneeslijk gemetastaseerde ziekte
Adjuvante chemotherapie om de kans op terugkeer van ziekte te verkleinen
3-maandelijkse follow-up visits
Adjuvante chemotherapie om de kans op terugkeer van ziekte te verkleinen
Welk antwoord is juist?
Wanneer in een familie een erfelijke oorzaak is vastgesteld voor dikke darmkanker is het belangrijk de precieze plaats en aard van de mutatie in het
gen te kennen, want familieleden moeten, als zij willen weten of ze een verhoogd risico hebben op darmkanker, juist op die mutatie worden onderzocht
Er zijn verschillende erfelijke aanlegfactoren voor dikke darmkanker bekend, die allemaal een autosomaal dominant overervingspatroon vertonen
Mutaties in de Lynch-genen veroorzaken een hoog risico op mammacarcinoom
Erfelijke aanlegfactoren voor dikke darmkanker komen zelden voor: minder dan 1: 50.000 van de Nederlandse populatie is drager
Wanneer in een familie een erfelijke oorzaak is vastgesteld voor dikke darmkanker is het belangrijk de precieze plaats en aard van de mutatie in het
gen te kennen, want familieleden moeten, als zij willen weten of ze een verhoogd risico hebben op darmkanker, juist op die mutatie worden onderzocht
Waar is het hand-voetsyndroom een bijwerking van? gemcitabine doxorubicine / epirubicine etoposide capecitabine / 5-FU
capecitabine / 5-FU
Wanneer iemand compleet hulpbehoevend is, niet voor zichzelf kan zorgen en volledig bedgebonden is, heeft deze persoon een performance score van WHO 0 WHO 1 WHO 2 WHO 3 WHO 4
WHO 4
Welke van de onderstaande stellingen over palliatieve sedatie is WAAR?
Na palliatieve sedatie is melding en toetsing verplicht
Wanneer een patiënt overlijdt na palliatieve sedatie, is er sprake van een natuurlijke dood
Er dient bij palliatieve sedatie altijd een weloverwogen verzoek van de patiënt te zijn
Palliatieve sedatie is irreversibel
Wanneer een patiënt overlijdt na palliatieve sedatie, is er sprake van een natuurlijke dood
Wat is de belangrijkste behandeling van patiënten met een gemetastaseerd melanoom?
Radiotherapie
Immunotherapie
Chemotherapie
Immunotherapie
Welke stelling m.b.t. de ‘dakpantechniek’ is juist?
Elk stuk nieuwe informatie:
wordt zo ingekleed met als doel heftige emoties van de patiënt te beperken
begint met het herhalen van een deel van de vorige informatie
wordt afgesloten met de inventarisatie of er vanuit de patiënt vragen zijn over de gegeven informatie
sluit in onderwerp nauw samen aan met de vorige informatie
begint met het herhalen van een deel van de vorige informatie
Als een ongeneeslijk zieke patiënt zijn leefgewoontes gaat bijstellen vanuit de hoop toch beter te worden is deze reactie volgens Kubler-Ross (1969) te beschrijven als: marchanderen woede depressie ontkenning
marchanderen
Bij een acute myeloïde leukemie zijn sommige chromosomale afwijkingen geassocieerd met een goede prognose. Een goede morfoloog kan dat reeds
door de microscoop zien; te weten een AML-M4eo en een APL (acute promyelocyten leukemie). Dit zijn respectievelijk monocytaire leukemie met
aberrante eosinofielen en promyelocytenleukemie met takkenbossen.
Welke chromosomale afwijking hoort bij een acute promyelocyten leukemie?
Een inversie 16
Een translocatie 9;22
Een translocatie 15;17
Een translocatie 15;17
Combineer het bloedbeeld met de ziekte die dit bloedbeeld kan geven:
Hb 3.7 mmol/l, trombocyten 12 x 109/l,
leucocyten 65 x 109/l
(i) Acute Myeloïde Leukemie (ii) Auto-immuun hemolytische anemie (iii) Chronische
Myeloïde leukemie (iv) Polycythemia vera
(i) Acute Myeloïde Leukemie
Combineer het bloedbeeld met de ziekte die dit bloedbeeld kan geven:
Hb 7.8 mmol/l, trombocyten 480 x 109/l,
leucocyten 260 x 109/l
(i) Acute Myeloïde Leukemie (ii) Auto-immuun hemolytische anemie (iii) Chronische
Myeloïde leukemie (iv) Polycythemia vera
Chronische
Myeloïde leukemie (iv)
Combineer het bloedbeeld met de ziekte die dit bloedbeeld kan geven:
Hb 4.1 mmol/l, trombocyten 280 x 109/l,
leucocyten 4.3 x 109/l
(i) Acute Myeloïde Leukemie (ii) Auto-immuun hemolytische anemie (iii) Chronische
Myeloïde leukemie (iv) Polycythemia vera
Auto-immuun hemolytische anemie (iii)
Combineer het bloedbeeld met de ziekte die dit bloedbeeld kan geven:
Hb 11.2 mmol/l, trombocyten 480 x 109/l,
leucocyten 11.0 x 109/l
(i) Acute Myeloïde Leukemie (ii) Auto-immuun hemolytische anemie (iii) Chronische
Myeloïde leukemie (iv) Polycythemia vera
Polycythemia vera
Welk verschijnsel past het MINST bij een net gediagnosticeerd multipel myeloom: dwarslesie lymfadenopathie nierinsufficiëntie hypercalciëmie
lymfadenopathie
en vrouw van 28 jaar presenteert zich met algehele malaise, hoofdpijn en wat traag zijn, dyspnoe en hematomen. Zij heeft een Hb van 4.5 mmol/l ,
trombocyten van 2 x 10E9/L (normaal) en leucocyten van 118x10E9/L (verhoogd), en dit blijken bij microscopisch onderzoek voornamelijk myeloide
blasten.
Van welke van onderstaande problemen met bijbehorende oplossingen kan bij haar sprake zijn?
Anemie waarvoor wisseltransfusie moet plaatsvinden
Hyperviscositeit waarvoor plasmaferese moet plaatsvinden
Leucostase waarvoor leukaferese moet plaatsvinden
Leucostase waarvoor leukaferese moet plaatsvinden
Een 27-jarige vrouw presenteert zich bij de huisarts met een snel (in 2 weken) in grootte toenemende klier in de hals. Er zijn tevens enkele klieren in de
lies palpabel. Bij biopsie blijkt er sprake van een lymfoom. De CT-scan van de thorax is normaal.
Welke van onderstaande lymfomen is het meest waarschijnlijk?
Hodgkin-lymfoom
Primair mediastinaal B-cel-lymfoom
Een indolent B cel non-Hodgkin lymfoom
Diffuus grootcellig B-cel-lymfoom
Diffuus grootcellig B-cel-lymfoom
Waarom hebben kinderen met Acute Lymfatische Leukemie (ALL) een betere prognose dan volwassenen met ALL?
Kies twee redenen: (2)
omdat de biologische kenmerken ALL tussen kinderen en volwassenen verschillen
omdat er veel vaker meningeale localisatie van de ziekte aanwezig is bij volwassenen
omdat kinderen een andere behandeling krijgen
omdat kinderen minder vaak infecties hebben
omdat de biologische kenmerken ALL tussen kinderen en volwassenen verschillen
omdat kinderen een andere behandeling krijgen
Waar wordt ijzer geresorbeerd? Colon Maag Duodenum Terminale Ileum
Duodenum
Wat verstaat men in de oncopathologie onder ‘anaplasie’?
Afwezigheid van differentiatie van de tumorcellen
Autonome, ongereguleerde groei van tumorcellen
Transformatie naar maligniteit
Aanwezigheid van meer dan één differentiatierichting van tumorcellen
Afwezigheid van differentiatie van de tumorcellen
Tumoren zijn monoclonaal. Wat wordt hiermee bedoeld?
De cellen van een tumor tonen alle hetzelfde genotype, al verschillen ze in fenotype
Een tumor is afkomstig van één enkele getransformeerde cel
De cellen van een tumor tonen alle hetzelfde fenotype, al verschillen ze in genotype
Een tumor ontstaat uit cellen met alle hetzelfde differentiatietype
Een tumor is afkomstig van één enkele getransformeerde cel
Oncogene RAS mutaties leiden tot een afwijkend RAS eiwit.
Wat is de essentie van de afwijking van dit eiwit?
Het bindt irreversibel aan groeifactor-receptoren
Het kan niet proteasomaal afgebroken
Het is altijd in de GTP-gebonden, actieve vorm
Het heeft het vermogen verloren, de MAPK pathway te activeren
Het is altijd in de GTP-gebonden, actieve vorm
Waarvoor is de aanwezigheid van een HSR (homogeneously staining region) in een chromosome spread indicatief?
Voor de aanwezigheid van…
een amplificatie
een deletie
een mitotische catastrofe
een chromosomale inversie of translocatie
telomere insufficiëntie
een amplificatie
Een tumor in het hoofdhalsgebied betreft meestal een: lymfoom sarcoom adenocarcinoom plaveiselcelcarcinoom
plaveiselcelcarcinoom
Een 45-jarige patiënt wordt binnengebracht op de Spoedeisende Hulp in verband met acuut opgetreden buikpijn rechts in de buik, met tevens
misselijkheid en braken.
Een CT-scan laat het beeld van een ontstoken gebied in het rechter onderkwadrant van de buik zien en de patiënt ondergaat een spoed appendectomie.
Tijdens de operatie blijkt er sprake te zijn van een obstructieve laesie in het coecum. Vriescoupe-onderzoek bevestigt de aanwezigheid van hooggradig
adenocarcinoom en een hemicolectomie rechts en lymfeklierdissectie worden uitgevoerd.
Histopathologisch onderzoek toont een stadium III T3N2 coloncarcinoom met 5 van de 10 lymfeklieren positief voor maligne cellen. Postoperatieve CTscan
toont geen aanwijzingen voor afstandsmetastasen.
Wat is nu de meest aangewezen postoperatieve behandeling?
chemotherapie
radiotherapie
observatie
chemotherapie en radiotherapie
chemotherapie
Welke tumormarkers zijn vaak verhoogd bij testiscarcinoom? CEA en CA-15.3 CA-19.9 en CEA PSA en AFP AFP en B-HCG
AFP en B-HCG
Stellingen:
1) Een voorwaarde voor euthanasie is dat er wordt voldaan aan de opgestelde zorgvuldigheidseisen. Een van die eisen is dat het euthanasie verzoek
wordt beoordeeld door een onafhankelijke arts.
2) Bij euthanasie wordt bij voorkeur gebruik gemaakt van de combinatie van hoge dosis morfine en midazolam intraveneus.
stelling 1 en 2 zijn beide juist
stelling 1 is onjuist, stelling 2 is juist
stelling 1 is juist, stelling 2 is onjuist
stelling 1 en 2 zijn beide onjuist
stelling 1 is juist, stelling 2 is onjuist
Een 70-jarige vrouw is volledig bedlegerig door een dwarslaesie ten gevolge van botmetastasen van een mammacarcinoom.
Zij heeft een grote decubituswond op haar stuit, waaraan zij veel pijn heeft, ondanks het gebruik van paracetamol.
Waar is hier sprake van?
nociceptieve pijn
doorbraakpijn
neuropatische pijn
nociceptieve pijn
Welk antwoord is niet juist
Ipilimumab en nivolumab zijn checkpoint remmers
Nivolumab is effectiever dan ipilimumab bij het gemetastaseerde melanoom
Tumor responsen na immunotherapie kunnen pas laat komen
Ipilimumab heeft minder bijwerkingen dan een behandeling met anti-PD1 antilichamen
Ipilimumab heeft minder bijwerkingen dan een behandeling met anti-PD1 antilichamen
Zet de volgende solide tumoren op volgorde van % 5 jaarsoverleving.
Begin met de vorm van kanker met de laagste 5-jaarsoverleving en eindig met de hoogste 5-jaarsoverleving: colon, long, mamma, melanoom, pancreas
pancreas long colon mamma melanoom
Er komt een 60-jarige man met gemetastaseerd niercelcarcinoom bij jou, de oncoloog, op het spreekuur, je wilt graag een (i) adjuvante (ii)
palliatieve behandeling starten.
Maar je weet dat bij niercelcarcinoom (i) chemotherapie (ii) immunotherapie niet effectief is, dus je kiest voor (i) chemotherapie.
(ii) immunotherapie.
palliatieve, chemotherapie, immunotherapie
Wat is de meest voorkomende oorzaak van ileus bij patiënten met kanker in de terminale fase?
obstipatie of faecale impactie
electrolytstoornissen
peritonitis carcinomatosa
obstructie van de darm door de primaire tumor
peritonitis carcinomatosa
Als een terminale patiënt zijn ziekte ontkent dient de arts als richtlijn deze ontkenning te:
exploreren
stimuleren
doorbreken
exploreren
Bij een patiënt is de diagnose multipel myeloom gesteld. Welke combinatie van vier bepalingen/onderzoeken moet plaats vinden om te beoordelen of behandeling gestart moet worden? (4) beenmergonderzoek calcium Hb M-proteïne nierfunctie skeletfoto's
calcium
Hb
nierfunctie
skeletfoto’s
Een 20-jarige vrouw presenteert zich op de eerste hulp met pijn rechts boven in de buik. Dit blijkt te berusten op galstenen. Haar moeder had ook al
galstenen op jonge leeftijd en ze vertelt dat om die reden de milt is verwijderd.
Wat is de meest waarschijnlijke verklaring voor de klachten bij patiënte en haar moeder?
auto-immuun trombopenie
vitamine-B12-deficiëntie
sferocytose
foliumzuurdeficiëntie
sferocytose
Trombopoieteine wordt geproduceerd in …
de nieren
de nieren en de lever
de lever
de nieren, de lever en beenmerg stromale cellen
de nieren, de lever en beenmerg stromale cellen
Een jonge Italiaanse vrouw is bekend met een milde vorm van beta-thalassemie. Zij is zwanger van een Ghanese man. Bij de aanstaande vader is nooit
laboratoriumonderzoek verricht.
Wat is de meest ernstige aandoening die een kind voortkomend uit deze ouders kan krijgen? (i) kind krijgt een beta-thalasssemia minor (ii)
kind krijgt een HbS-beta thalassemie (iii) kind krijgt HbH ziekte (iv) kind krijgt hydrops foetalis .
Wat is het juiste onderzoek om een indicatie te krijgen over de kans hierop? (i) Diagnostiek naar hemoglobinopathie bij vader (ii)
Gendiagnostiek bij vader en moeder (iii) Prenatale diagnostiek bij het kind .
kind krijgt een HbS-beta thalassemie, Diagnostiek naar hemoglobinopathie bij vader
Een 68 jarige man consulteert de huisarts wegens een sinds enige maanden bestaande pijnloze zwelling in de hals. Bij lichamelijk onderzoek vindt de
huisarts enkele vergrote lymfeklieren in de hals van 1-1.5 cm en ook een paar licht vergrote klieren in de beide oksels en liezen. De CT scan toont geen
afwijkingen in de thoraxholte maar wel enkele vergrote klieren in het abdomen. In de differentiaal diagnose zet hij onder meer een lymfoom.
Welk lymfoom is het meest waarschijnlijk?
Burkitt lymfoom
Folliculair non hodgkin lymfoom
Hodgkin lymfoom
Folliculair non hodgkin lymfoom
Bij een 25-jarige vrouw is een acute leukemie gediagnosticeerd. Ze is met haar eerste kuur begonnen. Ze gaat achteruit, krijgt koorts, en wordt
toenemend respiratoir insufficient.
Welke van onderstaande punten is NIET belangrijk in de overweging of ze op de intensive care zou moeten worden opgenomen?
De tijd die het nog duurt voor ze mogelijk neutrofiele granulocyten zou kunnen hebben.
De verwekker van de pneumonie en of hier goede behandeling voor beschikbaar is.
De leeftijd van patiente.
Het feit dat ze naast de leukemie geen comorbiditeit heeft en voor diagnose fit was en veel sportte.
De leeftijd van patiente.
Een vrouw van 28 jaar komt en vertelt last te hebben van hoofdpijn. Haar vriend zegt dat ze wat trager denkt dan anders en soms wat in de war is. Bij het
lichamelijk onderzoek ziet u als huisarts een bleke vrouw, met hematomen over het gehele lichaam. Het neurologisch onderzoek (hersenzenuwen,
reflexen en kracht) toont geen specifieke afwijkingen, maar u vindt haar ook wat traag in haar antwoorden. Zij ademt snel, ongeveer 28 maal per minuut.
Het laboratroiumonderzoek toont een Hb van 4.5 mmol/l (verlaagd), trombocyten van 2 x 109/L (verlaagd) en leucocyten van 118 x 109/L (verhoogd). De
leucocyten blijken bij microscopisch onderzoek voornamelijk myeloide blasten te zijn.
Wat is de oorzaak van haar klachten en hoe is dat te verhelpen?
Hyperviscositeit waarvoor transfusie van trombocyten
Anemie en een transfusie van rode bloedcellen
Anemie en een wisseltransfusie
Hyperviscositeit waarvoor plasmaferese moet plaatsvinden
Leucostase en leukaferese
Leucostase en plasmaferese
Leucostase en leukaferese
Welke van onderstaande medicijnen wordt gebruikt in de behandeling voor patiënten met een myelofibrose?
Imatinib
Ruxolitinib
Rituximab
Ruxolitinib
Genamplificatie, leidend tot overexpressie van het gen, is een belangrijk oncogeen mechanisme. Bij welke twee van onderstaande genen speelt
amplificatie vaak een rol, en welke tumor wordt (mede) daardoor veroorzaakt?Genamplificatie speelt vaak een rol bij (i) APC (ii) BRAF
(iii) NMYC (iv) RB en speelt dan een rol bij het ontstaan van (i) coloncarcinoom (ii) melanoom (iii) neuroblastoom
NMYC, neuroblastoom
Wat is het Warburg effect in tumorcellen?
Verlies van gevoeligheid voor groei-inhiberende signalen.
Onvermogen, de celcyclus te stoppen in geval van DNA-schade.
Expressie van matrix metalloproteïnasen, leidend tot invasieve groei en metastasering.
Hoge glucoseopname en actieve glycolyse, ook in de aanwezigheid van voldoende zuurstof voor oxidatieve fosforylering.
Hoge glucoseopname en actieve glycolyse, ook in de aanwezigheid van voldoende zuurstof voor oxidatieve fosforylering.
Een 45-jarige vrouw wordt behandeld met chemoradiatie vanwege een cervixcarcinoom. Na de derde kuur krijgt zij last van oorsuizen en heeft zij het
gevoel dat zij ‘op watten loopt’. Ook moet zij opgenomen worden vanwege nierfunctieverslechtering.
Welk chemotherapeuticum wordt hier gelijktijdig met de bestraling gegeven?:
Cyclofosfamide
Cisplatin
Paclitaxel
Doxorubicine
Cisplatin
Welke bewering is juist over adjuvante chemotherapie?
wordt gegeven bij grote mammacarcinomen om de tumor te verkleinen zodat er mammasparend geopereerd kan worden
wordt gebruikt als “radiosensitizer” om zo radiotherapie effectiever te maken
wordt gegeven aan patiënten met gemetastaseerde ziekte om symptomen te verminderen en het leven te verlengen
wordt onder andere aan patiënten met coloncarcinoom gegeven om de kans op metastasen te verminderen
wordt onder andere aan patiënten met coloncarcinoom gegeven om de kans op metastasen te verminderen