laatste presentatie vragen Flashcards
Een 29 jarige vrouw heeft een hb van 4,8 mmol/l en een MCV van 65 (te laag).
Ze menstrueert al heel lang zeer overvloedig, heeft een vegetarisch dieet
Welke opmerking is waar?
1. Ze heeft waarschijnlijk ijzergebrek en de reticulocyten zijn hoog
2. Ze heeft waarschijnlijk ijzergebrek en de reticulocyten zijn laag
3. Ze heeft waarschijnlijk foliumzuurgebrek en de reticulocyten zijn hoog
4. Ze heeft waarschijnlijk foliumzuurgebrek en de reticulocyten zijn laag
- Ze heeft waarschijnlijk ijzergebrek en de reticulocyten zijn laag
Welke patient heeft een grote kans op een transfusiereactie
- Een vrouw met bloedgroep O positief krijgt transfusie met O negatieve erytrocyten
- Een man met AB positief krijgt een transfusie met O positieve erytrocyten
- Een vrouw met B negatief krijgt een transfusie met AB negatieve erytrocyten
- Een vrouw met A negatief krijgt een transfusie met A positieve erytrocyten
- Een vrouw met B negatief krijgt een transfusie met AB negatieve erytrocyten
Wat is de gevaarlijkste plek voor een sikkelcelcrise
- De nier
- De long
- De botten
- De milt
- De long
Welke patient heeft de diepste anemie??
- Beta thalassemia major
- HbH ziekte
- HbSC ziekte
- HbSS ziekte
- HbH ziekte
De huisarts belt dat hij net een afwijkend bloedbeeld doorgebeld heeft
gekregen van een patiente die hij die ochtend zag met een vol gevoel in de
buik, afvallen en een palpabele zwelling in de linker bovenbuik
Zij schrok nogal, de leucocyten waren 283 x 109/l, en er werd vermeld: met
veel granulocyten en ook jongere vormen uit de myeloide reeks
Wat zeg je de huisarts:
1. De patiente heeft waarschijnlijk een acute myeloide leukemie
2. De patiente heeft waarschijnlijk een chronische myeloide leukemie
- De patiente heeft waarschijnlijk een acute myeloide leukemie
Wat is waar
- Bij een aplastische anemie is het beenmerg leeg
- Bij een aplastische anemie is het beenmerg vol blasten
- Bij een aplastische anemie is het beenmerg leeg
Welke van de twee onderstaande patienten zou beter een behandeling van
acute leukemie aankunnen
1. Een 55 jarige man, forse roker, met diabetes type 2 en recent een
myocardinfarct
2. Een 70 jarige man, niet gerookt, tennist drie keer per week
- Een 70 jarige man, niet gerookt, tennist drie keer per week
Welk middel wordt gebruikt bij de behandeling van non Hodgkin lymfoom
- Imatinib
- Ruxolitinib
- rituximab
- rituximab
Een 65-jarige vrouw komt met een snel progressieve zwelling in de hals. Bij
lichamelijk onderzoek ook klieren in oksel en liezen palpabel
Zij heeft last van afvallen en nachtzweten.
Wat heeft zij meest waarschijnlijk?
1. Een indolent non hodgkin lymfoom
2. Een agressief non hodgkin lymfoom
3. Een chronische lymfatische leukemie
4. Een hodgkin lymfoom
- Een agressief non hodgkin lymfoom
Welke combinatie van symptomen is belangrijk voor het inschatten van de
behandelindicatie van multipel myeloom
1. Anemie, leverenzymstoornissen, verhoogde bezinking, splenomegalie
2. Anemie, nierfunctiestoornissen, hypercalciemie, botafwijkingen
3. Anemie, splenomegalie, trombopenie, neutropenie
4. Anemie, hypercalciemie, verhoogde bezinking, leverenzymstoornissen
- Anemie, nierfunctiestoornissen, hypercalciemie, botafwijkingen
De histologische graad van een maligne tumor is een maat voor een klinisch relevante parameter. Welke? a) De mate van uitbreiding van de tumor b) Het differentiatietype van de tumor c) De pathogenese van de tumor d) De agressiviteit van de tumor
b) Het differentiatietype van de tumor
Welke bepaling is beslissend voor het wel of niet starten van een behandeling met cetuximab of
panitumumab bij een patiënt met gemetastaseerd coloncarcinoom?
Dit is de expressie of bepaling van:
a) de vascular endothelial growth factor receptor (VEGFR)
b) de somatostatine receptor (SSTR)
c) het carcinoembryonaal antigeen (CEA)
d) de ras-mutatiestatus
a) de vascular endothelial growth factor receptor (VEGFR)
Een 68-jarige man bekend met uitgezaaide
prostaatkanker wordt binnengebracht op de
Spoedeisende Hulp vanwege algehele malaise en
sufheid.
Bij verder uitvragen blijkt dat hij niet precies
weet wie of waar hij is.
Zijn vrouw vertelt u dat hij de laatste dagen ook
wat klaagt over buikpijn en een moeizame
stoelgang.
Wat is er meest waarschijnlijk aan de hand?
a. Verminderde intake met daarbij
obstipatie
b. Delier en obstipatie bij
hypercalciëmie
c. Sufheid bij overdosering opiaten
d. Buikpijn bij dreigende ileus
b. Delier en obstipatie bij
hypercalciëmie
Het stadium van een tumor heeft betrekking op:
a. de mate waarin de tumor zich in het lichaam heeft
uitgebreid en is gemetastaseerd
b. de fase van tumorprogressie naar het eindstadium
van aggressieve, anaplastische tumor
c. de algehele toestand van de patint, waarin
verdisconteerd de algehele conditie en de locale
problemen veroorzaakt door de tumor
d. de aggressiviteit en therapiegevoeligheid van de
tumor.
a. de mate waarin de tumor zich in het lichaam heeft
uitgebreid en is gemetastaseerd
Een 72 jarige man, die zijn hele leven als glazenwasser heeft gewerkt, komt op uw
spreekuur met sinds ca. 3 maanden een niet genezend, pijnlijk rood plekje op zijn oor, dat
groter wordt. U neemt een biopt. Welke aandoening staat hoog in uw differentieel diagnose
en moet u in elk geval uit sluiten?
a. amelanotisch melanoom
b. chondrodermatitis nodularis helicis
c. keratoacanthoom
d. plaveiselcelcarcinoom
d. plaveiselcelcarcinoom