Tentamen 4 aug 2017 Flashcards
Leg uit hoe het kan dat diabetes wél tweede ziekte is in Nederland als het gaat om de totale ziektelast, maar niet in de top 5 van ziekten met het grootste aantal verloren levensjaren staat.
Ziektelast wordt ook gekenmerkt door verlies van gezonde levensjaren of verminderde kwaliteit van leven (zie DALY), niet alleen door sterfte. Diabetes heeft een hoge prevalentie: tweede in de top 5 in NL. De kwaliteit van leven neemt af bij mensen met deze ziekte; dit leidt tot een groot verlies van gezonde levensjaren. Hierdoor is de opstelsom van verloren levensjaren door sterfte + gezonde levensjaren»_space; dan alleen verloren levensjaren door sterfte (M&S, blz.82-86)
Er zijn verschillen in de prevalentie van hypertensie tussen groepen met een verschillende sociaaleconomische status.
Benoem de 3 soorten factoren die deze gezondheidsverschillen bepalen en geef van ieder soort factor een voorbeeld gericht op het hypertensie risico.
- Fysieke omgevingsfactoren: wonen in een veilige buurt leidt tot grotere bereidheid te bewegen. 2. Sociale omgevingsfactoren: psychosociale stress ervaren door hoge werkdruk en weinig
regelmogelijkheden. - Gedragsfactoren: als reactie op ongunstige levensomstandigheden kunnen mensen onverstandige
gedragskeuzen maken zoals roken, voedingsgewoonten en gebrek aan lichaamsbeweging.
Leg uit waarom hart- en vaatziekten en andere chronische niet-overdraagbare ziekten ook wel ‘westerse ziekten’ of ‘welvaartsziekten’ werden genoemd en waarom deze term nu achterhaald is?
Tijdens de epidemiologische transitie zijn deze ziekten sterk in belang toegenomen. Deze toename hield direct verband met de toegenomen welvaart en deed zich het eerst voor in westerse landen. Inmiddels hebben deze ziekten zich over de hele wereld verspreid en is de term achterhaald.
Benoem twee redenen waardoor de sterfte aan welvaartsziekten in Europa hoger is in landen met een lager inkomen dan in landen met een hoger inkomen. (
Dit berust deels op het feit dat landen die nu een hoger inkomen hebben, dat ook in het verleden hadden en dus eerder aan de effecten van welvaart zijn blootgesteld. Daardoor heeft de bevolking van die landen ook meer tijd gehad om het gedrag aan te passen. Bijvoorbeeld door te stoppen met roken, minder vet te gaan eten en geen alcohol meer te gebruiken in het verkeer.
2. Daarnaast speelt een belangrijke rol dat de bestrijding van welvaartsziekten vaak geld kost, en dus gemakkelijker is in rijkere landen.
Hoe wordt de 4e fase van de epidemiologische transitie ook wel genoemd?
Fase van delalyed degeneratieve disease.
Welke doodsoorzaak nam in de 4e fase, na 1970, sterk af en wat was hiervan de oorzaak?
Afname van sterfte door verkeersongevallen (1 punt); gezondheidsbescherming: invoering van nieuwe verkeerswetgeving en maatregelen (1 punt).
“Hoogopgeleide, bewust en gezond levende ouders nemen niet zonder meer aan dat vaccineren noodzakelijk is” (Volkskrant, 19 nov. 2016). Leg uit hoe deze ontwikkeling van invloed zou kunnen zijn op een ander belangrijk kenmerk van de 4e fase van de epidemiologische transitie.
Een kenmerk van de 4 fase zijn (nieuwe en) terugkerende infecties. Door twijfel over vaccinaties zullen meer ouders hun kinderen niet laten vaccineren. Op populatieniveau daalt dan de vaccinatiegraad stijging in het aantal infecties en gerelateerde complicaties.
Luchtvervuiling, door onder meer fijnstof, veroorzaakt en verergert longziekten zoals astma en COPD. Dat geldt ook voor roken en slechte ventilatie binnenshuis. De minister van Volksgezondheid vraagt jouw advies over de preventieve maatregelen die zij zal inzetten.
Ten eerste moet je primaire preventie in de vorm van gezondheidsbescherming adviseren. Geef een voorbeeld van een geschikte maatregel en benoem op welke doelgroep de maatregel is gericht?
Gezondheidsbescherming richt zich op het voorkomen van astma en COPD door de blootstelling aan luchtvervuiling te verminderen of te elimineren. Dit kan door verschillende type maatregelen die de uitstoot van fijnstof verminderen (roetfilters, snelheidsmaatregelen) (1 punt). Deze maatregelen zijn collectief, gericht op de gehele bevolking of grote groepen daarbinnen.
Ten tweede moet je tertiaire preventie in de vorm van gezondheidsbevordering adviseren. Geef een voorbeeld van een geschikte maatregel en benoem op welke doelgroep de maatregel is gericht?
Tertiaire preventie richt zich op het veranderen van gedrag van mensen die al astma en/of COPD hebben (1 punt). Dit kan gaan om stoppen met roken en/of mensen aanzetten om hun huis beter te ventileren
Welke andere sector dan Volksgezondheid kan een belangrijke rol spelen in het terugdringen van astma en COPD? Beargumenteer je keuze.
Volkshuisvesting (kwaliteit woningen), ruimtelijke ordening en verkeer (snelheid, aanleggen of verleggen van wegen, verplichting roetfilters – evt. Is het dan EZ)
e uitgaven in de gezondheidszorg stijgen voortdurend. In 1972 gaven we 8 procent van ons nationaal inkomen (BBP) uit aan collectief gefinancierde zorg. Nu is dat ruim 15 procent en zonder ingrijpende maatregelen lopen de kosten op tot ruim 30 procent in 2040.
oem twee oorzaken van de stijgende zorguitgaven.
Prijsstijgingen veroorzaakt door de inzet van nieuwe geneesmiddelen en medische technologie
• Prijsstijgingen veroorzaakt door het Baumol-effect
• Toename zorgvolume doordat het aantal zorggebruikers toeneemt (door vergrijzing)
• Toename doordat het zorggebruik per patiënt toeneemt (door epidemiologische veranderingen en
aanbod geïndiceerde vraag)
Welke drie beleidsstrategieën kan de overheid nemen om de uitgaven in de curatieve zorg in te dammen?
- Scherpere zorginkoop
- Verkleining van het basispakket
- Invoeren eigen betalingen
De mogelijkheid tot zorggebruik, ofwel de toegankelijkheid van zorg, hangt af van vier aspecten
- Financiële toegankelijkheid
- Tijdige toegankelijkheid
- Geografische toegankelijkheid
- Culturele toegankelijkheid
Welke twee aspecten van toegankelijkheid van zorg komen mogelijk in het geding wanneer een regionaal ziekenhuis wordt gesloten? Motiveer uw antwoord.
Tijdige toegankelijkheid. Door het inperken van de capaciteit lopen patiënten het risico dat ze op een wachtlijst komen.
• Geografische toegankelijkheid. Patiënten – met name in rurale gebieden – moeten mogelijk que afstand verder rijden om op tijd in een ander ziekenhuis te zijn.
In de gezondheidszorg worden kwaliteitsinstrumenten ingezet om de kwaliteit van de feitelijke beroepsuitoefening te borgen. Een aantal van deze instrumenten berust op zelfregulering door de medische professie.
Geef een voorbeeld van een kwaliteitsinstrument gebaseerd op professionele zelfregulering dat in Nederland wordt toegepast. Leg uit hoe dit instrument werkt.
visitatie, BIG registratie, bij- en nascholing, tuchtcollege, individueel functioneren medisch specialisten, richtlijnen.