Tendinitis-tendinose-tendinopathie Flashcards
Benoem de verschillen tussen tendinitis en tendinose
- bij een tendinitis zijn er ontstekingscellen aanwezig
- bij een tendinose is er sprake van neovascularisatie
- bij een tendinose is er een verhoogde mate van innervatie
- bij een tendinose is er een verhoogde concentratie glutaaat, waardoor de prikkelgeleiding gestimuleed wordt
Tendinopathie
Stadium 1
lichte pijn na inspanning die gewoonlijk na enkele uren weer verdwijnt
Tendinopathie
stadium 2
matige pijn aan het begin van inspanning en daarna. klachten blijven ook langer aanwezig
Tendinopathie
stadium 3
pijn aan het begin van inspanning en daarna. klachten blijven ook langer aanwezig
Tendinopathie
stadium 4
pijn die tijdens inspanning optreedt, is zo ernstig dat de sport-/ werkprestatie eronder te lijden heeft
Tendinopathie
stadium 5
blijvend aanwezige pijn, ook in rust
Tendinopathie
stadium 6
ruptuur: dit stadium is arbitrair doordat er vaak een peesruptuur optreedt zonder eraan voorafgaande klachten
risicofactoren ontstaan tendinopathie
- toename leeftijd
- geslacht
- individuele genetische opmaak
- abnormale kinematica
- verminderde rekbaarheid van de spier
- overgewicht
- verminderde excentrische spierkracht
- sport, training en ondergrond