Begrippen Flashcards
Validiteit
de mate waarin de test meet wat hij zou moeten meten
Sensitiviteit
de gevoeligheid van de test. percentage terecht positieve uitslagen onder de zieke personen
Specificiteit
hoe specifiek is een test. percentage terecht negatieve uitslagen onder de niet-zieke personen
Responsiviteit
de mate waarin een instrument in staat is werkelijke veranderingen in kaart te brengen
Negatief voorspellende waarde
het deel van de onderzochte patiënten met een negatieve testuitslag die de ziekte inderdaad niet heeft
Positief voorspellende waarde
het deel van de onderzochte patiënten met een positieve testuitslag die de ziekte ook daadwerkelijk heeft
Likelihood ratio
de verhouding van de proportie mensen die aan de door de test onderzochte ziekte lijden en een bepaalde testuitslag hebben en de proportie van de mensen die niet aan de door de test onderzochte ziekte lijden en dezelfde testuitslag hebben