tekst 1: aanhef Flashcards
pg 16
1
Q
novus
A
nova, novum: nieuw
2
Q
ferre
A
ferro, tuli, latum: brengen, aanzetten tot
3
Q
animus
A
animi: geest
4
Q
mutare
A
muto, mutavi, mutatum: veranderen, wijzigen
5
Q
forma
A
formae: vorm, figuur
6
Q
corpus
A
corporis: lichaam
7
Q
deus
A
dei: god
8
Q
decudere
A
decudo, decuduxi, decuductum: wegleiden, brengen naar, begeleiden
9
Q
tempus
A
temporis: tijd
10
Q
carmen
A
carminis: lied, gedicht