Technische Kunstgeschiedenis Flashcards

1
Q

Wat is de relatie tussen de industriële revolutie en de behoeft naar het terughalen van materiaalkennis in de 19e eeuw?

A

Na de industriële revolutie ging men op zoek naar materialen die groter geproduceerd konden worden. Materiaal was nu ‘readymade’
> kunstenaars verliezen de kennis over materiaal terwijl de restauratie van kunstwerken in hun handen ligt
> hierdoor ervaarde de restauratie in de 19e eeuw problemen en ontstond er een behoefte om materiaalkennis terug te halen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is conserveren in het kort

A

Behouden wat er is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is restaureren in het kort

A

Repareren/ terugbrengen naar oudere toestand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is actieve conservering en noem hier een voorbeeld van

A
  • ingrijp op het object zelf
  • bijvoorbeeld: verwijderen van vuil, bestrijden houtworm
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is passief/preventief conserveren en geef een voorbeeld

A
  • goede bewaarsomstandigheden creëren
  • bijv. dmv licht, warmte, luchtvochtigheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn 3 redenen waarom bij restauratie herstel naar de originele staat zelden het uitgangspunt is

A
  1. Het is moeilijk achterhaalbaar wat alle intenties van een kunstwerk waren
  2. Enorme ingrijpen brengen veel risico voor het object met zich mee
  3. Terugbrengen naar de originele toestand brengt verlies van de geschiedenis van het kunstwerk en de restauratie met zich mee
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe noem je kale plekken waar de verf loslaat

A

Lacunes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn 3 ‘regels’ bij het restaureren van een kunstwerk

A
  1. Minimale interventie
  2. Restauratie moet reversibel zijn
  3. Ethische principes
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de 3 ethische principes

A

Esthetische waarde, historische waarde, fysieke integriteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Noem 4 technische onderzoeksmethoden

A
  1. Ultraviolette straling (onderzoek opp. kunstwerk
  2. Infrarode straling (ondertekening in houtskool)
  3. Dendrochronologie (datering)
  4. Microscopisch kleine verfmonsters
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de terminus post quem

A

vroegst mogelijke datum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wie verzetten zich tegen de natuurwetenschappelijke technieken in kunsthistorisch onderzoek

A

Connaisseurs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is periode eye

A

Het zoeken naar manieren om te beschrijven hoe tijdgenoten naar kunst kijken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly