Schilderkunst Flashcards

1
Q

Uit welke 7 lagen bestaat een olieverfschilderij?

A
  1. Drager
  2. Lijmlaag
  3. Grondering
  4. Ondertekening
  5. Isolatielaag
  6. verflagen
  7. Vernis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is kwartier gezaagd?

A

Het hout zo zagen dat de jaarringen verticaal liggen. (Op deze manier is het hout het meest stabiel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe noem je een pin tussen 2 panelen?

A

Deuvel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarom wordt lijm bij de lijmlaag op beiden kanten van het paneel gesmeerd?

A

Anders gaat het paneel sneller kromtrekken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waar bestaat een grondering uit?

A

Verschillende lagen krijt/gips + dierlijke lijm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Synoniem grondering

A

Gesso

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn 3 vormen voor een ondertekening?

A
  1. Spolvero
  2. Carbon-techniek
  3. Vrije ondertekening
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waarvoor dient een isolatielaag?

A

Het fixeren van de ondertekening en zodat dure pigmenten niet door de grondering worden opgezogen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waaruit bestaat een isolatielaag

A

Lijm/lijnolie (+ eventueel pigmenten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn 2 synoniemen voor de isolatielaag?

A
  1. Primeursel (noord)
  2. Imprimatura (zuid)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe breng je metaalfolie aan?

A
  • Rode klei + lijm
  • watervergulding (lijm op waterbasis) + rode bolus (vette rode klei + lijm)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke 4 verschillende pigmenten/kleurstoffen heb je

A
  1. Natuurlijke anorganische pigmenten
  2. Kunstmatige anorganische pigmenten
  3. Natuurlijke organische kleurstoffen
  4. Kunstmatige organische pigmenten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is het verschil tussen een kleurstof en een pigment?

A

Een kleurstof is oplosbaar in vloeistof. Een pigment vormt een suspensie van kleine deeltjes.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Noem 2 natuurlijke anorganische pigmenten

A

Sienna, oker, omber

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Noem 2 kunstmatige anorganische pigmenten

A

Kobaltblauw, cadmiumgeel, zinkwit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Noem 2 natuurlijke organische kleurstoffen

A

Sapgroen, indigo, sepia (donkerbruin/grijs)

17
Q

Noem 2 kunstmatige organische pigmenten

A

karmijn (luizenbloed), phtalocyanine (blauwgroen)

18
Q

Wat zijn de twee belangrijkste bindmiddelen voor verf op paneel

A
  1. Drogende olie
  2. Eigeel/tempera
19
Q

Geef 4 kenmerken voor schilderen met eiverf

A
  1. Snelle droogtijd
  2. Mat
  3. Heldere kleuren
  4. Werken van donker naar licht
20
Q

Geef 4 kenmerken voor schilderen met drogende olie

A
  1. Langzame droogtijd
  2. Subtielere overgangen
  3. Verzadigder
  4. Werken van licht naar donker
21
Q

Wat zijn 3 verschillende drogende oliën

A
  1. Walnootolie
  2. Papaverolie
  3. Lijnolie
22
Q

Wat is glaceren

A

Transparante laag verf aanbrengen

23
Q

Wat is impasto

A

Dikke pasteuze verflaag

24
Q

Wat gebeurt er in het doodverfstadium

A

Vastleggen van belangrijkste kleur/licht/schaduwpartijen

25
Q

Voor welke 2 doelen dient vernis

A
  1. Grotere verzadiging kleuren
  2. Bescherming schildering