te 2 HC Duitse rijk + Britse rijk Flashcards

1
Q

handel voor Europa komt stil te liggen in het Oostelijk middelandszeegebied, Portugezen en Spanjaarden verkennen de kusten van Afrika, Azië en Amerika, ze veroveren grote delen van Amerika en stichten kolonies, hierbij komt een groot deel van de Indiaanse bevolking om. Eind 16e eeuw komen ook de Engelsen Nederlanders en Fransen naar Oost-Azie, langs de Aziatische en Afrikaanse kusten stichtten Europeanen handelsposten. Tussen de 4 continenten wordt veel gehandeld in slaven culturen en goederen.

A

begin Europese overzeese expansie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

in de tijd van steden en staten groeide de macht van de Rooms-Katholieke kerk door middel van nieuwe gebruiken en denkbeelden. Rond 1500 kwam hier meer en meer kritiek op. Hervormers wilden een terugkeer naar het zuivere geloof, gebaseerd op de bijbel. Door het kritisch optreden van Luther en zijn uitzetting uit de kerk begon de reformatie. er ontstond een splitsing tussen de Rooms-katholieken en Protestanten die een eigen kerk stichtten.

A

Protestantse reformatie: splitsing christelijke kerk in West-Europa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

de wetenschappelijke revolutie in westerse landen leidde in de 18e eeuw tot groot optimisme over de mogelijkheid om met behulp van verstand alles te kunnen begrijpen en verbeteren. Verlichte denkers ontwikkelden nieuwe, vaak revolutionaire ideeën op het gebied van godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen

A

de verlichting: rationeel ‘verlicht’ denken: godsdienst, politiek, economie, sociale verhoudingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

in de 17e eeuw kwam het handelskapitalisme tot bloei en ontstonden wereldwijde handelsnetwerken. In de groeiende wereldeconomie speelde de VOC een hoofdrol. de WIC was actief in de gebieden rond de Atlantische oceaan

A

begin van de wereldeconomie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

vanaf de 16e eeuw vergroten Europeanen hun kolonies in amerika en leggen ze er plantages aan die produceren voor de Europese markt. Dit werk wordt gedaan door miljoenen Afrikaanse slaven. Door de verlichting ontstond er discussie hierover in de westerse landen. In de 19e eeuw wordt de slavernij stap voor stap afgeschafd

A

slavernij in plantagekoloniën

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q
  • in de 19e eeuw nam bijna overal in Europa volksinvloed toe
  • in GB en Nederland slaagde democratisering
A

toenemende democratisering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

*rond 1800 begint de revolutie in GB, de nijverheid ontwikkeld zich snel, hierdoor kan de huisnijverheid grootschaliger, sneller en goedkoper.
* vervoersmogelijkheden werden beter ( stoomtrein en stoomboot)
* er ontstaat een industriële samenleving waarbij meer dan de helft van de bevolking in steden woont.

A

de industriele revolutie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q
  • door de industriële revolutie hadden Europese landen grondstoffen nodig
  • in de 19e eeuw veroveren ze grote delen van Azië en Afrika en stichten daar kolonies.
A

modern imperialisme, verband met industrialisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q
  • eind 19e eeuw komen emancipatiebewegingen op, voorbeelden hiervan zijn confessionelen en feministen. deze vonden dat ze achtergesteld waren en willen daar een eind aan maken.
  • resultaat: 1919: gelijke financiering scholen en vrouwenkiesrecht.
A

de opkomst van emancipatiebewegingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

De industrialisatie leidde tot het ontstaan van de sociale kwestie: de slechte werk- en
leefomstandigheden van de arbeiders. In het maatschappelijk debat hierover kwamen verschillende
opvattingen over oorzaken en mogelijke oplossingen naar voren, variërend van niets doen tot
ingrijpen door de overheid. Arbeiders richtten vakbonden op om gezamenlijk met werkgevers te
onderhandelen over arbeidsvoorwaarden.

A

discussies over de sociale kwestie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

vanaf 1815 ontstonden deze politieke stromingen. deze verzetten zich tegen de conservatieve monarchieën. door de opkomst van burgerij en arbeiders groeide hun invlied

A

de opkomst van Politiek-Maatschappelijke stromingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q
  • Oorzaken van de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) waren het nationalisme, militarisme en de
    wapenwedloop in de voorafgaande jaren. Duitsland en Oostenrijk (de centralen) bestreden GrootBrittannië, Frankrijk, Rusland en de VS (de geallieerden). Door de langdurige loopgravenoorlog en het
    gebruik van moderne wapens kwamen negen miljoen soldaten om. Bij de Vrede van Versailles werd
    Duitsland zwaar gestraft. Het verloor grondgebied en al zijn kolonies en kreeg hoge herstelbetalingen
    opgelegd.
  • De Tweede Wereldoorlog (1939-1945) werd in Europa veroorzaakt door Hitler, die de bepalingen van
    de Vrede van Versailles ongedaan wilde maken. Na de Duitse opmars en veroveringen in heel Europa
    werden de Duitse troepen teruggedrongen door de geallieerde legers van Groot-Brittannië, de
    Sovjet-Unie en de VS. Na de Japanse opmars en veroveringen in Azië werden de Japanse legers
    teruggedrongen door de VS. In de Tweede Wereldoorlog kwamen 27 miljoen soldaten om.
A

Het voeren van twee wereldoorlogen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Door de verbeterde communicatiemiddelen in de industriële samenleving kwamen in het begin van
de 20e eeuw massapropaganda en massaorganisaties tot ontwikkeling. In de totalitaire staten was
de propaganda alomtegenwoordig en moest iedereen lid worden van massaorganisaties.

A

Opkomst communicatie- en propagandamiddelen en massaorganisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Na de Eerste Wereldoorlog werden de ideologieën van het communisme, fascisme en
nationaalsocialisme in praktijk gebracht in de Sovjet-Unie, Italië en Duitsland. In deze totalitaire
staten wilde de overheid een totale controle van de maatschappij, inclusief het denken en doen van
alle mensen. Kenmerkend voor het systeem waren brute onderdrukking en verheerlijking van de
leider.

A

Totalitaire ideologieën (communisme en fascisme/nazisme)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

De jaren 1920 waren een tijd van optimisme, bloeiend kapitalisme en een groeiende de
wereldeconomie, maar in 1929 ontstond in de VS een economische crisis. Door de internationale
economische banden liep deze in veel landen uit op een langdurige en diepe depressie met massale
werkloosheid en armoede. In een aantal landen reageerden regeringen op de crisis door te
bezuinigen op hun uitgaven. Andere regeringen bestreden de crisis door in te grijpen in de
economie, zoals het met geld scheppen van werkgelegenheid.

A

De crisis van het wereldkapitalisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

De nazi’s hingen een nieuw racistisch antisemitisme aan. Ze wakkerden het eeuwen oude
antisemitisme in Duitsland aan. Na de machtsovername van Hitler in 1933 werden joden
systematisch getreiterd en gediscrimineerd. Tijdens de Tweede Wereldoorlog besloten de nazi’s om
alle joden in Europa te vermoorden. Joden werden verzameld in wijken en kampen en werden
afgevoerd naar vernietigingskampen in Polen. Tijdens de Holocaust werden zes miljoen joden
vermoord. Ook Roma en Sinti werden vervolgd en massaal vermoord

A

Racisme en discriminatie leiden tot genocide, zoals de Holocaust

17
Q

Tijdens de Duitse bezetting van Nederland (1940-1945) werd het leven onder de nazidictatuur steeds
moeilijker. Van de Nederlanders collaboreerde een klein deel met de bezetters; een klein deel kwam
actief in verzet. De meeste Nederlanders pasten zich voortdurend aan de nieuwe omstandigheden
aan. Terwijl de nazi’s steeds harder optraden, werden de anti-Duitse gevoelens sterker. Van de 160
000 joodse Nederlanders werden er meer dan 100 000 door de nazi’s vermoord.

A

De Duitse bezetting van Nederland

18
Q

Na de Tweede Wereldoorlog besloten West-Europese landen tot samenwerking om de vrede te
bewaren, de welvaart te bevorderen en de democratie te versterken. Ze voelden zich ook bedreigd
door de Sovjet-Unie en wilden samen sterker staan in de Koude Oorlog. De Europese eenwording
begon in 1951 met de oprichting van de EGKS die in 1957 werd opgevolgd door de EEG. Na de Koude
Oorlog en de Duitse hereniging besloten de twaalf lidstaten tot verdere eenwording in de Europese
Unie. Tussen 1992 en 2013 kwamen er zestien landen bij, waaronder veel Oost-Europese landen.

A

Europese eenwording

19
Q

In de jaren 1948-1973 vond in West-Europa een ongekend sterke economische groei plaats.
Dankzij de toegenomen welvaart bouwden regeringen een verzorgingsstaat op, waarin de overheid
verantwoordelijk was voor het welzijn van de burgers. De welvaart en toegenomen sociale zekerheid
leidden tot grote sociaal-culturele veranderingen. Terwijl het individu met zijn behoeftes centraal
kwam te staan, nam de invloed van de kerk en de traditionele moraal af. Ook de jongerencultuur en
de tweede feministische golf droegen in westerse landen bij aan de grote verandering van normen
en waarden vanaf de jaren 1960.

A

Toenemende westerse welvaart en sociaal-culturele veranderingen

20
Q

Na de Tweede Wereldoorlog bleven de VS en de Sovjet-Unie over als supermachten. Hun
ideologische tegenstelling leidde tot wantrouwen; beide landen voelden zich door de ander
bedreigd. Onder leiding van de VS en de Sovjet-Unie kwamen twee ideologische blokken van landen tegenover elkaar te staan. Door de nucleaire wapenwedloop tussen de blokken groeide de kans op
een atoomoorlog. Tijden met hoog oplopende spanning werden afgewisseld door tijden met
ontspanning, waarin overlegd werd over beperking van de verdere bewapening. In 1989 kwam een
vreedzaam eind aan de Koude Oorlog.

A

De koude oorlog; verdeling van de wereld in twee ideologische blokken en dreiging atoomoorlog

21
Q
A