TaalHuis 1 Flashcards
1
Q
de kast
A
the cupboard
2
Q
de boekenkast
A
bookcase
3
Q
de asbak
A
ashtray
4
Q
het vloerkleed
A
the carpet
5
Q
het kleedje
A
rug
6
Q
aangenaam
A
pleased to meet you
7
Q
de achtrnaam
A
last name
8
Q
de meisjesnaam
A
maiden name
9
Q
dom
A
stupid
10
Q
spijten
A
to regret
11
Q
gestoofd
A
braised
12
Q
de stuiver
A
five cent piece
13
Q
een pond
A
500 grams
14
Q
een ons
A
100 grams
15
Q
anderhalf
A
one and a half
16
Q
het dubbeltje
A
ten cent coin
17
Q
het kleingeld
A
change
18
Q
Graag gedaan
A
with please
19
Q
even kijken
A
‘let’s see..’
20
Q
de dienst
A
service