Book - Chapters 10-12 Flashcards
1
Q
af en toe
A
now and again
2
Q
het geval
A
case, instance
3
Q
de ondertitel
A
subtitle
4
Q
het uitstapje
A
the outing, trip
5
Q
de gord’dijn
A
curtain
6
Q
in’eens
A
suddenly
7
Q
de ketel
A
kettle
8
Q
het ligbad
A
bath
9
Q
prachtig
A
splendid
10
Q
hebben trek in
A
to feel like (feel like having)
11
Q
het uitzicht
A
view
12
Q
dagenlang
A
for days
13
Q
de hoest / hoesten
A
cough/ to cough
14
Q
slikken
A
to swallow
15
Q
vreselijk
A
terrible