Taal toets sport Flashcards
1
Q
balanceren
A
in evenwicht te blijven
2
Q
beoefenen
A
iets doen of uitvoeren als je een sport beoefent doe je aan die sport
2
Q
A
3
Q
A
balanceren
in evenwicht te blijven
beoefenen
iets doen of uitvoeren als je een sport beoefent doe je aan die sport