Taal in gebruik Flashcards
1
Q
over hoe serieus en toegewijd ze zijn
A
Dedicated
2
Q
Dedicated
A
Toegewijd
3
Q
Prejudices
A
vooroordelen
4
Q
To collect
A
Verzamelen
5
Q
Aan te kaarten
A
to point out
6
Q
“Leerlingen durven pestgedrag niet aankaarten uit schrik om zelf gepest te worden.”
A
to point out
7
Q
Begeven
A
Go through
8
Q
Je onder mensen begeven die je niet zo goed kent is niet gemakkelijk, zeker als je het lastig vindt om over koetjes en kalfjes te praten
A
navigate/ go through
9
Q
Toch beloofde hij in 2022 uit te kijken waar een dergelijk zebrapad kan komen.
A
such/similar
10
Q
een dergelijke keuzemogelijkheid.
A
a similar choice
11
Q
to apologise
A
verontschuldigen
12
Q
stedelijke gebieden.
A
urban areas
13
Q
wellicht
A
maybe
14
Q
to underestimate
A
onderschatten
15
Q
Norwegians
A
Noren