Syllabus (Abbreviations) Flashcards

You may prefer our related Brainscape-certified flashcards:
1
Q

AC/DC

A

Alternating Current/Direct Current - Termen die verwijzen naar elektrische stromen. Ook de naam van een bekende rockband.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

AGM

A

Assistant General Manager - Een assistent van de algemene manager binnen een organisatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Asap

A

As Soon As Possible - Een uitdrukking die aangeeft dat iets zo snel mogelijk moet worden gedaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

BO

A

Body Odour - Onaangename geur die afkomstig is van het lichaam.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

C.i.f.

A

Cost, Insurance, and Freight - Een handelsterm die aangeeft dat de prijs van goederen inclusief kosten, verzekering en vracht is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

CBI

A

Kan verschillende betekenissen hebben, waaronder Central Bureau of Investigation (in sommige landen) of Confederation of British Industry (in het VK).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

CCTV

A

Closed-Circuit Television - Een systeem van bewakingscamera’s dat is ontworpen voor bewaking en beveiliging.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

CEO

A

Chief Executive Officer - De hoogste leidinggevende in een organisatie, verantwoordelijk voor de algehele leiding.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

CFC

A

Controlled foreign corporation

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

c/o

A

Care Of - Een aanduiding in een adres die aangeeft dat de genoemde persoon op dat adres tijdelijk verblijft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

COD

A

Cash On Delivery - Een betalingsmethode waarbij de betaling wordt voldaan bij ontvangst van de goederen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

DIY-shop

A

Do It Yourself Shop - Een winkel waar je materialen en gereedschappen kunt kopen voor zelfklusprojecten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

DT

A

Double Team - In sport, verwijst naar twee spelers die samenwerken om een tegenstander te verdedigen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

GDP

A

Gross Domestic Product - De totale waarde van alle goederen en diensten die binnen de grenzen van een land worden geproduceerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

ECU

A

European Currency Unit - Een voormalige rekeneenheid die voorafging aan de euro.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

GNP

A

Gross National Product - De totale waarde van alle goederen en diensten die zijn geproduceerd door de burgers van een land, zowel nationaal als internationaal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

GP

A

General Practitioner - Een huisarts.

18
Q

HR

A

Human Resources - De afdeling binnen een organisatie die zich bezighoudt met personeelszaken.

19
Q

i.e.

A

Id est - Een Latijnse uitdrukking die “dat wil zeggen” betekent, gebruikt om iets te verduidelijken.

20
Q

IMF

A

International Monetary Fund - Een internationale organisatie die samenwerkt op het gebied van monetaire samenwerking en financiële stabiliteit.

21
Q

LV’s

A

Louis Vuitton’s - Mogelijk een verwijzing naar producten van het luxe merk Louis Vuitton. Niet zeker?

22
Q

MBA

A

Master of Business Administration - Een gevorderde academische graad in bedrijfskunde.

23
Q

MD

A

Managing Director - De hoogste leidinggevende in sommige organisaties.

24
Q

MP

A

Member of Parliament - Een lid van het parlement.

25
Q

OAP

A

Old Age Pensioner - Een gepensioneerde persoon, vaak op leeftijd.

26
Q

PA

A

Personal Assistant - Een persoonlijke assistent die taken uitvoert voor een individu, meestal een manager of uitvoerend.

27
Q

PIN

A

Personal Identification Number - Een numerieke code gebruikt voor identificatie, zoals bij bankpassen.

28
Q

PM

A

Prime Minister - De hoogste regeringsfunctionaris in sommige landen.

29
Q

POW

A

Prisoner of War - Een krijgsgevangene.

30
Q

PTO

A

Please Turn Over - Een aanduiding om aan te geven dat men verder moet lezen of bladeren.

31
Q

PYO

A

Pick Your Own - Een agrarisch systeem waarbij klanten zelf hun gewassen kunnen plukken.

32
Q

R&D

A

Research and Development - De afdeling binnen een organisatie die verantwoordelijk is voor onderzoek en ontwikkeling.

33
Q

RP

A

Received Pronunciation - Een uitspraakvorm van het Engels, vaak geassocieerd met een neutraal Brits accent.

34
Q

RSVP

A

Répondez s’il vous plaît - Een uitnodiging om te bevestigen of men aanwezig zal zijn bij een evenement.

35
Q

TUC

A

Trades Union Congress - Een federatie van vakbonden in het Verenigd Koninkrijk.

36
Q

Unesco

A

United Nations Educational, Scientific and Cultural Organization - Een gespecialiseerde VN-organisatie die zich bezighoudt met internationale samenwerking op het gebied van onderwijs, wetenschap en cultuur.

37
Q

USP

A

Unique Selling Proposition - Een kenmerk dat een product of dienst onderscheidt van de concurrentie.

38
Q

VD/STD

A

Venereal Disease/Sexually Transmitted Disease - Ziekten die worden overgedragen door seksueel contact.

39
Q

VIP

A

Very Important Person - Een persoon van groot belang of invloed.

40
Q

VP

A

Vice President - Een hoge functionaris die de president bijstaat in bepaalde taken.

41
Q

WHO

A

World Health Organization - Een gespecialiseerde VN-organisatie die zich bezighoudt met internationale volksgezondheid.