SWK3 Deel 1 Flashcards

1
Q

Wat is opvoeden

A

Iedere invloed die mensen bedoeld of onbedoeld uitoefenen op de ontwikkeling en functioneren van t kind

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Ontwikkelen

A

Uit de wikkel halen, proces waarin zich steeds meer mogelijkheden van een kind zich ontplooien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Proto conversatie

A

een kind wat praat en ouders stimuleren dat vanzelf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Normen en waarden

A

Je leert vanzelf aan hoe gast vrij je bent (vragen of iemand mee eet)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Co regulatie

A

samen beheersen - heen en weer. Als jij luistert leert het kind luisteren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Adaptatie

A

Aanpassen aan de leeftijd. Bepaalde aangeleerde dingen (schoenen uit, vaste plek aan tafel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Sensitief

A

Signaleren wat een kind doet, reageren op impulsen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Responsief

A

Reageren op een adequate manier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Opvoedingsondersteuning: smalle definitie

A

Ondersteunen ouders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Opvoedingsondersteuning: Brede definitie

A

Ondersteunen alle opvoeders: voetbalcoach, leerkracht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Tienermoeders: verklarende factoren

A

Afkomstig uit een groot milieu
Lager sociaaleconomisch milieu
Omgevingsfactoren van invloed op ontwikkeling probleem gedrag
Intergenerationele overdracht tienermoederschap (moeders ook tienermoeder)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Tienermoeder: opvoeding

A

Hardhandig disciplineren
Negatieve moeder kind relatie
Lage mate sensitiviteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Sociale invloed hypothese: tienermoeder

A

Onderbreking in ontwikkeling van tiener leidt tot sociale en economische stress

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Sociale selectie hypothese: tienermoeder

A

Psychosociale factoren hebben invloed op opvoeding

Seksueel overschrijdend gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Oudere moeders

A

Sensitiever, meer kennis, grotere kans complicaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Eenoudergezin: opvoeding gevolgen

A

Echtscheiding vaak de oorzaak, Vaker probleemgedrag, emotionele problemen, Lagere ontwikkelingskansen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Eenoudergezin: perspectief ouder

A

Alleen staand meer stress
Meer moeite mer opvoeden en consequent zijn
Regelmaat voor vaders moeilijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Eenoudergezin: perspectief kind

A

Negatiever over relatie ouder (puber)
Hechtere relatie ouder
Meer verantwoordelijkheid
Meer psychosomatische klachten (lichamelijk en fysiek)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Homo/lesbisch ouderschap: opvoeding

A

Meer grenzen en minder fysiek straffen

Lesbische ouders zorgen voor mannelijke rol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Degenderd parenting

A

Typische aspecten van de vader en moeder rol worden door beide partners uitgevoerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Homo/lesbisch: perspectief kind

A

Geen nadelige gevolgen
Meisjes minder traditionele vrouwen beroepen
Jongeren in gezinnen met twee moeders minder sociale en psychische problemen
Wel of geen mannelijke rol nauwelijks invloed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Samengestelde gezinnen

A

Verhoudingen complex
Behoefte aan extra steun
Verschillen normen en waarden
Exclusieve aandacht verloren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

OKT tegenwoordig

A

Laag drempelig
Geloven in de kracht van de mens en ouders
Meer samenwerken
Via de gemeente

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Thema’s 0-4

A
huilen 
eten 
slapen 
bewegen 
zindelijk 
spelen 
drift en koppigheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Thema 4-12 jaar

A
agressie en vandalisme 
depressie en lusteloosheid 
gepest worden 
seksualiteit 
slaapproblemen 
onafhankelijkheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Thema 12-18 jaar

A
afzetten tegen ouders 
seksualiteit 
verslaving 
agressie 
vriendschappen 
geld en vrije tijd besteding 
school en werk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Thema 18-23 jaar

A
eigen woonplek 
zelfstandige positie 
onderwijs of werk 
zelfredzaamheid 
vriendschappen 
seksualiteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Gemeente OKT: Algemene preventie

A

Problemen voorkomen
Bevorderen goed ouderschap
Financiële ondersteuning
Welzijnswerk, opvoedingsondersteuning, jeugdgezondheidszorg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Gemeente OKT: Selectieve preventie

A

Tijdig signaleren en aanpakken van problemen
Tienermoeder cursus
Lokaal gesignaleerde problemen
Doelgroepen met speciale aandacht

30
Q

De professional zoekt naar een oplossing

A

..

31
Q

Driehoek en matrix kousemaker

A

opvoedingsvragen, opvoedingsspanning, opvoedingscrisis, opvoedingsnood

32
Q

Belang van opvoeden: Algemene sociale en cognitieve vaardigheden

A

Luisteren naar kinderen en vragen stellen. Kinderen aan t denken zetten. Belangrijk om vroeg te doen

33
Q

Het interne werkmodel

A

Door ervaringen word toekomstig gedrag bepaald. Kinderen hebben bepaalde verwachtingen. (mama komt mij altijd halen, dus vandaag ook)

34
Q

Pedagogische basisdoelen: Basale behoefte

A

Voeding en verzorging

35
Q

Pedagogische basisdoelen: Emotionele ondersteuning

A

Ook als je een onvoldoende haalt

36
Q

Differentieel onafhankelijkheid : paardenbloem kind

A

heeft veel weerstand, kan veel aan

37
Q

Differentieel onafhankelijkheid: Orchidee kind

A

Kan minder hebben, gevoelig voor complimenten en tegenslagen

38
Q

Moeders

A

poortwachter
troosten, praten, warmte
Binnenwereld

39
Q

Vaders

A
Belangrijk betrokken 
uitdaging 
grenzen opzoeken 
Uitdagen 
Buitenwereld
40
Q

Pijler 1: warmte en ondersteuning

A

gevoelsrelatie tussen ouder en kind
mate van betrokkenheid
emotionele ondersteuningen
ruimte autonomie

41
Q

Pijler 2: controle structuur

A

stellen van regels en grenzen

houden van toezicht op wat het kind doet

42
Q

Permissief: Veel warmte, weinig controle

A
alles goed en prima 
worden behandeld als volwassenen 
gemakkelijk toegeven 
empathisch 
weinig regels
43
Q

Verwaarlozend: geen controle en geen warmte

A

gebrek aan aandacht en zorg
geen emotionele band
geen structuur
geen toezicht

44
Q

Autoritair: weinig Warmte en veel controle

A
veel regels en controle 
ouders bepalen 
veel toezicht 
veel straf 
weinig empathie
45
Q

Autoritatieve: veel warmte en veel controle

A
emotioneel betrokken 
empathisch 
positief 
gezag en leiding 
grenzen stellen
46
Q

Het balansmodel: Microsysteem

A

Dicht bij het kind (ouders en familie)

47
Q

Het balansmodel: Mesosysteem

A

Buurt van het kind en financiële situatie

48
Q

Het belansmodel: Macrosysteem

A

Cultuur waar je opgroeit

49
Q

Microsysteem: Kindfactoren Risico

A

Handicap
Negatief zelfbeeld
Laag geboortegewicht

50
Q

Microsysteem: Kindfactoren beschermend

A

Hoge intelligentie

Positief zelfbeeld

51
Q

Microsysteem: Ouderfactoren Risico

A

Ziekte
Verslaving
Negatief zelfbeeld
Jeugdtrauma

52
Q

Microsysteem: Ouderfactoren

Beschermend

A

Stabiele persoonlijkheid
goede gezondheid
positieve jeugd

53
Q

Microsysteem: gezinsfactoren Risico

A

Autoritatieve opvoeding
Echtscheiding
Conflicten

54
Q

Microsysteem: Gezinsfactoren

Beschermend

A

Affectie

opvoedingscompetentie

55
Q

Mesosysteem: Sociale gezinsfactoren Risico

A

Isolement
Conflict
geen sociale binding

56
Q

Mesosysteem: Sociale gezinsfactoren Beschermend

A

sociale steun
familie vrienden
goede sociale binding

57
Q

Mesosysteem: Sociale buurtfactoren Risico

A

Sociale depressie
verpaupering
slechte buurt
geen sociale voorzieningen

58
Q

Mesosysteem: Sociale buurtfactoren beschermend

A

sociale cohesie
goede buurt
sociale voorzieningen

59
Q

Macrosysteem: Sociaal economische gezinsfactoren Risico

A

armoede

gebrekkige opleiding

60
Q

Macrosysteem: Sociaal economische gezinsfactoren beschermende

A

goed inkomen

goede opleiding

61
Q

Macrosysteem: culturele factoren Risico

A

Culturele minderheidsgroep

normen en waarden

62
Q

Macrosysteem: culturele factoren beschermende

A

normen en waarden

overeenstemming dominante cultuur

63
Q

Macrosysteem: maatschappelijke factoren risico

A

economische crisis
werkloosheid
discriminatie

64
Q

Macrosysteem: maatschappelijke factoren beschermende

A

stabiel sociale politiek

open tolerante samenleving

65
Q

Draaglast

A

taken die tegenvallen en kind en ouder mee word geconfronteerd

66
Q

Draagkracht

A

buffers voor draaglasten

67
Q

Theorie bronfenbrenner: Microsysteem

A

interpersoonlijke relaties (gezin, kinderdagverblijf)

68
Q

Theorie bronfenbrenner: Mesosysteem

A

Relatie tussen twee systemen (thuis-school, thuis-buurt)

69
Q

Theorie bronfenbrenner: Exosysteem

A

Baan van je ouders (hebben wel invloed maar geen directe)

70
Q

Theorie bronfenbrenner: Macrosysteem

A

Politiek, onderwijs, wetgeving, cultuur

71
Q

Theorie bronfenbrenner: Chronosysteem

A

De tijd waarin we leven (digitale tijdperk)