SVS Flashcards
wat is het vestibulum oris?
= ruimte voor de tandboog
vestibulum labiale = lip-snijtanden
vestibulum buccale = wang-kiezen
staat via diastema (=tandvrije ruimte tussen snijtanden en kiezen) in verbinding met eigelijke mondholte(=cavum oris)
Wat is de bursa omentais, hoe is het ontstaan en wat zijn de anatomisch omliggende structuren?
-maag ondergaat 1e draaiing rond lengte as naar links -> curvatura major komt ventraal te liggen (curvatura minor dorsaal)-> dorsale mesogastrium (=omentum majus) wordt ook meegetrokken naar links en verlengt zich -> viseraal en pariëtaal blad komen op elkaar te liggen -> ontstaan virtuele ruimte = bursa omentalis
toegang tot de bursa omentalis is het foramen epipoïcum
Wat zijn carunculae sublingualis?
= hongertepeltjes
bedekt uitmonding van gl. mandibularis
bevind zich achter de lijn die de haaktanden verbindt ,aan weerzijden van de mediaanlijn
Hoe ziet de tong bij katten en honden eruit?
- zeer belangrijke rol bij drinken
- toilet bij kat
- scherpe zijranden
- bij kat: sterk verhoornde en caudaal gerichte papillen (toilet)
Wat is de torus linguae en waar is het gesitueerd? diersoort?
- tong van het rund
- sterk gewelfde rugvlakte
- vlak daarvoor zakje = fossa lingualis
- indringen van scherpe voedseldelen-> infecties (actinomycose)
bespreek de delen van de oesofagus
1) halsdeel (=pars cervicalis)
- in mediaanlijn
- dorsaal van trachea
- in distale derde van thorax komt slokdarm links te liggen door draaiing maag
2) thoracaal deel (=pars thoracica)
- begint bij borstingang
- ligt terug dorsaal van trachea
- via hiatus oesofagus in het diafragma naar buikholte
3) buikdeel (=pars abdominalis)
- zeer kort
- via cardia in maag
geeft de weg die de gal aflegt in het lichaam van een hond.
verschillende galgangen van lever vloeien samen in DUCTUS HEPATICUS COMMUNIS -> bij leverpoort ontstaat nieuwe aftakking DUCTUS CYSTICUS -> op het einde hiervan ontstaat een diventrikel= GALBLAAS -> ductus hepaticus communis word DUCTUS CHOLEDOCUS-> mond uit in PAPPILA DUODENI MAJOR
galblaas ligt tussen lobus quadratus en lobus dexter
geef de fixatie van de lever
lig. falciforme = tussen buikwand en lever
lig. gastro-hepaticum = tussen lever en maag
lig. duodeni-hepaticum= tussen lever en duodenum
lig. coronarium= van lever naar centrum diafragma
lig. triangulare dexter/sinister = tussen rechter/linker leverlob en diafragme
lig. hepatrenale= tussen lever en rechter nier
bloedvoorziening lever
vena portea ( vervoert veneus bloed van maag-darmtrancus) a. hepatica ( nutritieve bloed) venae hepaticae ( veneus bloed van lever naar v.cava caudalis)
Klinisch georiënteerde vraag: Een boer belt jou op en meldt dat zijn Belgisch Witblauwe rund ademhalingsproblemen vertoont. De dieren hebben buitenloop naast een vrij drukke baan. Bij aankomst blijkt dat het dier ook af en toe naar de buikregio stampt en vertoont het tevens koorts. Bij auscultatie worden zowel ter hoogte van de thorax als het abdomen vreemde geluiden gehoord. Het is al een paar dagen aan de gang en een andere dierenarts had het dier reeds behandeld voor pneumonie, zonder resultaat. Wat is volgens jou de meest waarschijnlijke diagnose? Beschrijf tevens hoe de betrokken structuren zich situeren tov de omliggende structuren.
Het gaat om een traumatische reticulo-pericarditis. Dit betekent dat een scherp voorwerp door de netmaag heeft gestoken, aangezien deze vlakbij het diafragma en nog meer craniaal bij het pericard ligt, kunnen deze structuren ook betrokken zijn bij dit trauma. Door het voorwerp en uitsijpeling van de maaginhoud, zal dit leiden tot ontsteking. De lever is niet betrokken aangezien deze door het voormagencomplex naar rechts werd verplaatst. Caudaal van de netmaag vinden we de pens (het pensatrium) terug. Lateraal vinden we de ribben en mediaal de lever.
Klinisch georiënteerde vraag: Een cliënt belt jou op en meldt dat zijn hond frequent met zijn achterste “slederijdt” over de grond. Wat is de meest waarschijnlijke diagnose? Bespreek de ligging van de betrokken anatomische structu(u)r(en).
Dit is een ontsteking van de (glandulae) sinus paranales. Deze parige structuren zijn gesitueerd thv de zona cutanea die zelf deel uitmaakt van de anus. De zona cutanea wordt naar buiten toe afgelijnd door de huid en inwendig door de linea anocutanea. De resterende delen van de anus zijn dan de zona columnaris ani en tot slot de linea anorectalis.
Inzichtsvraag: Waarom is het paard zo gevoelig aan koliek in vergelijking met andere species als we denken aan de maag? Bespreek tevens de belangrijkste verschilpunten van de maag van een paard met de andere monogastrische huisdieren (varken, hond).
Het paard kan niet “boeren” noch braken, want het gas kan niet ontsnappen via de maag en komt dus in de darmen terecht door de sterke cardiasfincter. Verder heeft het paard een saccus caecus in de maag. Het varken heeft een diverticulum ventriculi en een torus pyloricus. De maag van de hond is zo goed als volledig glandulair.
Inzichtsvraag: Galstenen komen frequent voor bij mensen. Bij welke van onze huisdieren kunnen deze in theorie tevens problemen veroorzaken en bij welke niet? Hoe kunnen deze voor problemen zorgen? (Bespreek de anatomische structuren en hun exacte ligging)
Bij al onze klassieke huisdieren behalve het paard want die heeft geen galblaas. De stenen kunnen vast komen te zitten in de afvoerwegen van de gal, zoals de ductus cysticus. Het kan ook gebeuren thv van de ductus choledocus. De gal wordt geproduceerd in de lever en afgevoerd naar de galblaas via de ductus hepatici naar de ductus cysticus. In de galblaas wordt de gal gestockeerd en bij een vetrijke maaltijd zal deze dan contraheren met extrusive van de gal via de ductus cysticus en dan ductus choledocus naar het duodenum via de papilla duodeni major. De galblaas zelf ligt tussen de lobus dexter medialis en de lobus quadratus van de lever.
Geef 2 redenen waarom een paard gevoeliger is aan koliek dan onze andere huisdieren.
Zandkoliek: door het grote caecum zal het zwaardere zand moeilijker terug naar boven kunnen waardoor het in de apex blijft zitten en voor irritatie zorgt.
Obstipatiekoliek: de flexura pelvina is een scherpe bocht naar boven met een versmalde diameter in het colon waardoor het voedsel moeilijker kan passeren, er kan zich een opstopping vormen door voedsel dat indikt.
Gaskoliek: door de sterke cardiasfincter kan het paard niet boeren noch braken, waardoor het gas door het hele darmkanaal moet, dit kan gaan gisten.
Klinische georiënteerde vraag: Een cliënt belt jou in paniek op dat zijn Duitse Herder apathisch (in shock) op de grond ligt. De hond was direct na het eten van een grote hoeveelheid hondenbrokken naar buiten gelopen en tegen hoge snelheid uitgegleden op het natte gras en op zijn linkerzijde gevallen op de stenen boord van de vijver. Eerst leek het dier vrij normaal en stond het meteen weer recht, maar na een tijdje werd de hond plots heel slecht en geraakte het in shock. Bij aankomst blijkt dat het dier inderdaad in shock is en zeer bleke mucosae vertoont. Wat is volgens jou de meest waarschijnlijke diagnose? Beschrijf tevens hoe de anatomische structu(u)r(en) zich situe(e)r(t)(en) tov de omliggende structuren.
We hebben te maken met een miltruptuur. De milt is links gelocaliseerd, lateraal van en via zijn hilus aan de facies parietalis verbonden met de maag, nl. via het omentum majus en meer specifiek het ligamentum gastrolienale. Bij sterke vulling van de maag komt deze extrathoracaal bij de hond te liggen en de milt dus ook. Deze wordt op deze manier gevoelig voor trauma. Dit is hier dan ook gebeurd. De facies pariëtalis is beschadigd geraakt.