Studietaak 1.2 Flashcards

1
Q

Wat zijn pre-experimentele designs?

A

Pre-experimentele designs bevatten een of meerdere elementen van experimenten (zoals bijvoorbeeld een manipulatie of meerdere observaties), maar stellen de onderzoeker niet in staat om voldoende controle te houden over externe invloeden om bij benadering causale uitspraken te kunnen doen.

Voorbeelden van pre-experimentele designs zijn de one-shot case study, het one-group pre-post design en een experiment in bestaande groepen met enkel een nameting.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de essentie van het Solomon vier-groepen-design?

A

Het Solomon vier-groepen-design combineert het posttest-only en het pre-test posttest control design. Er zijn vier groepen, waarbij het experiment met twee groepen (experimentele en controlegroep) twee keer wordt uitgevoerd, één keer met en één keer zonder voormeting. Daardoor kan een mogelijk onbedoelde invloed van een voormeting in kaart worden gebracht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het belangrijkste kenmerk van longitudinale designs?

A

In een longitudinaal design zijn meerdere metingen over de tijd gedaan binnen dezelfde proefpersonen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Matchen

A

Een methode om ervoor te zorgen dat de experimentele en controlegroep gelijk zijn op externe, bekende kenmerken die naar verwachting invloed hebben op de afhankelijke variabele.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn twee vormen van matching zonder extra variabelen?

A
  1. Precisiecontrole
    -> Men probeert voor elk persoon in de experimentele groep een bijpassend proefpersoon te vinden die vergelijkbare kenmerken heeft.
  2. Globale controle
    -> Streven naar gelijke frequenties van bepaalde kenmerken in zowel de experimentele als de controlegroep.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Homogeniseren

A

Proefpersonen worden zo geselecteerd dat de groepen zo homogeen zijn wat betreft de externe variabele; relevante variabelen selectie.
-> Geeft een hogere statistische power.
-> Het gaat wel ten koste van de externe validiteit, omdat de steekproef minder representatief is voor de algemene populatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Symbool O

A

observation

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Symbool X

A

Het ondergaan van de experimentele stimulus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Symbool R

A

Er is sprake van rondomisatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Symbool NR

A

Er is geen sprake van randomisatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

one-shot case study

-> pre-experimenteel design

A

Er wordt eerst een manipulatie uitgevoerd en vervolgens wordt er geobserveerd wat het effect is op de proefpersonen.
-> Niet sterk, want je weet niks over de voorafgaande situatie, er is daardoor geen vergelijking mogelijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

One-group pre-post design

-> pre-experimenteel design

A

De proefpersonen worden wel vooraf en na de tijd geobserveerd, maar de vergelijkingsconditie (-x, method of difference) is afwezig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

pre-experimenteel bestaande groepen nameting only

-> pre-experimenteel design

A

Het niet-random toewijzen aan condities in combinatie met afwezigheid van een voormeting. Het is hierdoor onmogelijk om observaties tussen groepen te vergelijken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Posttest-only control

-> gerandomiseerd experiment.

A

Er is alleen een nameting met de controlegroep.
-> voordeel: geen beïnvloeding van een voormeting.
-> nadeel: minder informatie over het startpunt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

pretest-posttest control design

-> gerandomiseerd design

A

Er is zowel een voormeting als een nameting van de controlegroep.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Solomon vier-groependesign

-> gerandomiseerd design

A

Bij de eerste groep vindt er een voormeting plaats, dan de manipulatie en vervolgens een nameting.
Bij de tweede groep vindt er geen voormeting plaats, maar wel de manipulatie en de nameting.
Bij de derde groep vindt een voor- en na- meting plaats, maar geen manipulatie.
Bij de vierde groep vindt alleen een nameting plaats.

17
Q

Wat zijn de twee vormen van longitudinale designs?

A
  1. Enkelvoudige tijdsreeks.
    -> Hierbij worden bij dezelfde proefpersonen op verschillende tijdstippen zowel voor als na de experimentele manipulatie metingen verricht. Dit geeft een stabiel beeld van de situatie voor de treatment en geeft een lange termijn effect na de treatment.
    Voordeel: Minder gevoelig voor toevalstreffers of statistische regressie.
  2. Meervoudige tijdsreeks.
    -> Hetzelfde, maar dan met een controlegroep erbij.