Studietaak 1 Flashcards

1
Q

Cresswell & Guetterman onderzoekscyclus / de wetenschappelijke methode

A
  1. Identificeren/afbakenen van een onderzoeksprobleem: het specificeren van een fenomeen dat onderzocht moet worden, het onderbouwen waarom het onderzocht moet worden en het publiek aangeven voor wie het van belang is.
  2. Literatuuronderzoek: een geschreven samenvatting van artikelen, boeken en andere documenten die de kennis (in het verleden en het heden) over een onderwerp beschrijft.
  3. Specificeren van een onderzoeksdoel: het identificeren van het algemene doel van een onderzoek en het verder beperken van de scope met specifieke onderzoeksvragen en hypothesen.
  4. Data verzamelen: het verzamelen van onderzoeksgegevens om de onderzoeksvragen te beantwoorden en hypothesen te bevestigen/ontkrachten.
  5. Data analyseren en interpreteren: de interpretatie van de gevonden resultaten uit de dataverzameling.
  6. Rapportage en evaluatie van het onderzoek: het bepalen van het publiek waarvoor de onderzoeksrapportage geschreven wordt, de structurering van het rapport op een zodanige wijze dat het aansluit bij het publiek en het schrijven op een sensitieve, ethische en wetenschappelijke wijze. Daarnaast wordt het onderzoek geëvalueerd op basis van criteria.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Empirische cyclus van de groot

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Moderatie

A

zowel richting als sterkte van extra variabele beïnvloedt de hoofdrelatie

vb:

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

mediatie

A

Een extra variabele heeft deels invloed op de relatie

vb: aantal uren sommen oefenen is tussenliggende variabele bij tentamencijfer rekenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Kwantitatief onderzoek

A

het om het beschrijven van trends in data en het verklaren van relaties tussen variabelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Kwalitatief onderzoek

A

het om het exploreren en begrijpen van een centraal fenomeen.

Om over het centrale fenomeen te leren stelt de onderzoeker vragen aan participanten. Dit zijn algemene vragen om een gedetailleerd visie van de participant in woorden of beelden vast te leggen. Ook kan data verzameld worden vanuit bestaande bronnen (zoals dagboeken, eerder opgenomen interviews). De data worden geanalyseerd om centrale beschrijvingen en thema’s te destilleren. De onderzoeker interpreteert vanuit de data een betekenis, waarbij hij/zij zich baseert op persoonlijke overwegingen en onderzoek uit het verleden.

De uiteindelijke onderzoeksrapportage hoeft niet te zijn opgezet volgens een vaste structuur. Persoonlijke ideeën en vooroordelen van de onderzoeker zullen vaak doorschemeren in het rapport, dit is acceptabel (en onvermijdelijk).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

anekdotisch onderzoek

A

Anekdotisch bewijs of n=1-onderzoek is een bewijs gebaseerd op een enkel opmerkelijk voorval. De anekdote moet in dat geval een fenomeen of karaktereigenschap verklaren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wetenschap

A

Wetenschap is een zoektocht naar kennis over de werkelijkheid, waarbij die kennis via een systematische methode wordt verkregen. Op basis van de resultaten van deze wetenschappelijke onderzoeksmethoden kunnen vervolgens adviezen en richtlijnen voor beleid vormgegeven worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Empirisch onderzoek

A

Empirisch onderzoek gaat over waarneembare fenomenen in de fysieke wereld.

Het betreft onderzoek waarbij data/gegevens worden verzameld. In de praktijk is bijna al het wetenschappelijk onderzoek te beschouwen als empirisch onderzoek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is onderzoek?

A

een proces van stappen die gebruikt worden om informatie te verzamelen en te analyseren om zo ons begrip van een onderwerp of probleem te vergroten.
Grofweg:
1. een vraag stellen
2. data verzamelen om de vraag te beantwoorden
3. een antwoord presenteren op de vraag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waarom is onderzoek belangrijk?

A
  1. Onderzoek vergroot onze kennis.
  2. Onderzoek verbetert de praktijk
  3. Onderzoek geeft informatie aan beleidsmakers
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly