Studeren Flashcards
Note
De aantekening
Present
Aanwezig
Absent
Afwezig
La géographie
De aardrijkskunde
L’année académique
Het academiejaar
Être diplômé
Afstuderen
Le marché du travail
De arbeidsmarkt
L’auditoire
De aula
Le bachelier
De bachelor
La bourse d’études
De beurs
Le metier
Het beroep
Le cours particulier
De bijles
Doubler une année
Blijven zitten
Étudier beaucoup
Blokken
Le blocus
De blokperiode
La comptabilité
De boekhouding
L’étranger
Het buitenland
Le commerce exterieur
De buitenlandse handel
Le college
Het college
Le cours
De cursus
Le diplôme
Het diploma
L’économique
De economie
L’anglais
Het Engels
L’examen
Het examen
Passer des examens
Examens afleggen
Le français
Het Frans
Faire la fête
Fuiven
La physique
De fysica
La mémoire
Het geheugen
L’histoire
De geschiedenis
Répéter
Herhalen
La haute école
De hogeschool
Le chapitre
Het hoofdstuk