Listening 1 Flashcards
1
Q
Stoel
A
Chaise
2
Q
Poping
A
Tentative
3
Q
Moeilijk
A
Difficile
4
Q
Gemakkelijk
A
Facile
5
Q
Lang
A
Long
6
Q
De menswetenschappen
A
Les sciences humaines
7
Q
Tout pres
A
Vlakbij
8
Q
Être intéressé par
A
Geïnteresseerd zijn in
9
Q
Faire de son mieux
A
Zijn best doen
10
Q
L’entreprise
A
Het bedrijf
11
Q
D’ailleurs
A
Trouwens
12
Q
La réduction
A
De korting
13
Q
De kassa
A
La caisse
14
Q
Heureusement
A
Gelukkig
15
Q
Cher
A
Duur
16
Q
Bon marché
A
Goedkoop
17
Q
Louer
A
Huren
18
Q
Chouette
A
Tof
19
Q
La ville
A
De stad
20
Q
Se lever
A
Opstaan
21
Q
La raison
A
De reden
22
Q
Actuellement, aujourd’hui
A
Vandaag
23
Q
Choisir
A
Kiezen
24
Q
Pratique
A
Praktisch
25
Voyager
Reizen
26
Le droit
Rechten
27
Bilingue
Tweetalig
28
L’import
De invoer
29
L’export
De uitvoer
30
Rêver
Dromen van
31
En ce qui me concerne
Wat mijn betreft
32
Reprendre
Overnemen
33
Etre fou de qq chose
Gek zijn op iets
34
Grace a
Dankzij
35
Malheureusement
Helaas
36
Faire du sport
Aan sport doen
37
Pour le moment
Momenteel
38
Le monde
De wereld
39
Comprendre
Begrijpen
40
La décision
De beslissing
41
Sandwich
Het broodje
42
Hésiter
Twijfelen
